Stroomprijs voor industrie ligt in buurlanden veel lager

Wat grote stroomverbruikers al maanden zeggen, is nu onderbouwd in een opvallend rapport. De elektriciteitskosten voor grote industriebedrijven liggen in landen als Duitsland, Frankrijk en België tussen de 15 en 66 procent lager dan in Nederland. Dat blijkt uit een onderzoek door E-Bridge in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

De afgelopen maanden vallen vanuit de industrie veel klachten te horen over hoge stroomprijzen in Nederland ten opzichte van buurlanden. Onder meer staalfabriek Tata Steel en zinkfabriek Nyrstar spraken zich hierover uit. Zij wezen erop dat in veel buurlanden er meerdere regelingen bestaan die de stroomkosten voor grote industriebedrijven laag houden. In Nederland zijn deze, zoals de Volumecorrectieregeling en de Indirecte Kostencompensatie (IKC) de afgelopen tijd afgeschaft.

Tegelijkertijd zijn de netwerkkosten flink toegenomen, wat volgens industriebedrijven in buurlanden niet het geval is. In Nederland betalen bedrijven via deze belasting mee aan het uitbreiden en onderhouden van het stroomnet. Omdat hier forse investeringen nodig zijn, zijn de netwerkkosten ook gestegen. Zinkfabriek Nyrstar ligt al maandenlang stil, en wijst daarbij expliciet op al deze factoren. Zusterfabrieken van het concern in België en Frankrijk draaien wel.

Het rapport van E-Bridge bevestigt dat Nederlandse bedrijven te maken hebben met een concurrentienadeel

Het rapport van E-Bridge bevestigt nu in grote mate dat Nederlandse bedrijven te maken hebben met een concurrentienadeel. Via de Volumecorrectieregeling kregen grootverbruikers korting op de netwerktarieven. Bij de IKC werden bedrijven die veel stroom afnamen gecompenseerd om te voorkomen dat ze bijvoorbeeld hun productie verplaatsen naar landen waar stroom goedkoper is, maar minder schoon opgewekt.

Het kabinet schafte beide af, onder meer vanwege de hoge kosten. Maar de gevolgen daarvan voor bedrijven zijn groot, aldus het rapport. Doordat ook de netwerkkosten in Nederland fors zijn gestegen, betalen Nederlandse bedrijven in sommige gevallen 39 à 63 euro per megawattuur meer dan in buurlanden.

Verduurzaming

In een begeleidende Kamerbrief wijzen de demissionaire ministers Micky Adriaansens (Economische Zaken, VVD) en Rob Jetten (Energie en Klimaat, D66) erop dat de conclusies niet alleen slecht zijn voor de concurrentiepositie van bedrijven, maar ook voor de verduurzaming van Nederland. Voor sommige bedrijven is elektrificatie juist een manier om hun uitstoot te verminderen. Maar als de stroomprijzen hoog zijn, kan dit juist betekenen dat ze dit uitstellen.

Adriaansens en Jetten schrijven aan de Tweede Kamer dat ze op dit moment naar verschillende oplossingen kijken. Daarbij richten ze zich met name op het verlagen van de netwerkkosten voor bedrijven. Deze kunnen bijvoorbeeld betaald worden uit „algemene middelen”. Dit voorjaar moet er nog een onderzoek starten naar andere manieren om de uitbreiding van het elektriciteitsnet te bekostigen.