Schrijver Tjibbe Veldkamp heeft met zijn kinderboek De jongen die van de wereld hield de Woutertje Pieterse Prijs 2024 gewonnen. De jeugdliteratuurprijs van 15.000 euro, die Veldkamp deelt met illustrator Mark Janssen, werd zaterdagmiddag toegekend in het radioprogramma De Taalstaat. Het boek is volgens de jury een „klassieker in spe die ongetwijfeld nog vele generaties een onvergetelijke leeservaring zal bezorgen”.
Veldkamps magisch-realistische kinderroman gaat over een jongen genaamd Adem, die kortstondig tot leven wordt gewekt bij de toevallige ontmoeting van een man en een vrouw: hij is hun ‘mogelijke kind’. Vanaf dat moment is Adem – die dan nog niet geboren is en nog niet echt bestaat – vastbesloten om tot leven te komen. In het avontuur dat volgt probeert hij om zijn vader en moeder, tussen wie het niet meteen klikt, bij elkaar te brengen. Het verhaal speelt zich af in een mythisch Oost-Europees aandoende stad, waar censuur en repressie contrasteren met het romantische verhaalgegeven. Recensent Aukelien Weverling kende de „adembenemende vertelling” vijf ballen toe in NRC: alles „grijpt perfect in elkaar”, schreef zij in haar recensie.
Groot oeuvre
De Woutertje Pieterse Prijs is de tweede prijs die toegekend wordt aan De jongen die van de wereld hield, nadat het boek afgelopen najaar ook de tweejaarlijkse Nienke van Hichtum-prijs ontving. Ook belandde de kinderroman op de longlist van de Boon voor kinder- en jeugdliteratuur, een Vlaamse prijs. De jury van de Woutertje Pieterse Prijs, onder voorzitterschap van tv-presentator Rik van de Westelaken, nomineerde verder Het touw en de waarheid van Marco Kunst en Jeska Verstegen, Een slijmzoen voor je oma van Matthijs Meeuwsen en Paco Vink, Umbrador van Marieke Smithuis en Jeska Verstegen, Maksie van Mathilde Stein en Jan Jutte en De spin en de sleutel van Anna Woltz.
De jongen die van de wereld hield is de eerste grote prijswinnaar in het oeuvre van Veldkamp (1961), die sinds de jaren negentig al tientallen kinderboeken schreef en zes keer een Zilveren Griffel won. Hij vestigde zijn naam als schrijver van vrolijkmakende, hoogwaardige prentenboekteksten – een genre waarin hij uitblonk, bijvoorbeeld het recent hooggewaardeerde De fantastische vliegwedstrijd (2020) en Maar eerst ving ik een monster (2020). Daarnaast schrijft hij ook voor tieners, rauw en licht absurdistisch in Tiffany Dop (2007), vol spanning in De lovebus (2017).
Veldkamp, die voordat hij schrijver werd bij stripblad Donald Duck werkte, onderscheidt zich in de Nederlandse kinderliteratuur met boeken waarin literaire diepgang gepaard gaat met actie en humor. „Er zit een gat tussen het spel van kinderen en de boeken die ze moeten lezen”, zei hij in een interview. Veel kinderboeken waren naar zijn smaak „te lievig”, er mocht wel wat meer geschoten en geknald worden. In De jongen die van de wereld hield komen Veldkamps ambities samen: in een wervelend avontuur zit een literair gelaagd verhaal verpakt dat je „met andere ogen laat kijken: die van een levensecht kind dat ondersteboven is van de schoonheid van de wereld”, aldus de Woutertje Pieterse-jury.