Eggy Wiltinge kan het niet geloven als ze begin maart een briefje in de brievenbus krijgt met de mededeling van een agrariër dat hij op het perceel achter haar huis in het Drentse Diever lelies gaat telen. Het perceel ligt recht achter een rij huizen, een basisschool en een sportveld. Tot vorig jaar teelde een andere boer er twee jaar lang pioenrozen, waar Wiltinge in de gemeenteraad al tegen in verweer was gekomen. Ze maakt zich zorgen over de effecten van bestrijdingsmiddelen die bij het telen van de bloemen worden gebruikt.
Meten = Weten, een Drents burgerinitiatief dat zelf onderzoek doet naar de verspreiding van pesticiden, registreerde met een op haar balkon geplaatste luchtfilter in een jaar tijd veertig verschillende bestrijdingsmiddelen, waaronder hoge concentraties glyfosaat en andere onkruid- en schimmelbestrijders. „Daar zijn we ons wild van geschrokken. We slapen aan de kant van het veld, het liefst met de ramen open. We leven hier niet achter gesloten deuren en ramen. Ik moet er niet aan denken dat daar lelies komen. Daarbij worden nog veel meer bestrijdingsmiddelen gebruikt dan bij pioenrozen”, zegt Wiltinge.
Met 34 andere omwonenden, onder wie elf ouders van kinderen op de basisschool, spande ze een kort geding aan tegen de teler, om hem via de rechter te dwingen geen lelies op het veld te telen. De omwonenden vrezen voor hun eigen gezondheid en die van de kinderen. „Langjarige blootstelling aan bestrijdingsmiddelen brengt veel extra risico’s voor onze gezondheid met zich mee, vooral voor opgroeiende kinderen”, zegt Dick van Dijk, woordvoerder van de omwonenden en lid van Meten = Weten.
Landelijk groeit het verzet tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen uit angst voor gezondheidsschade, zeker nadat de ziekte van Parkinson in Frankrijk werd erkend als beroepsziekte voor landbouwers.
Dit jaar geen sierteelt
Tot een rechtszaak kwam het rond Diever niet. Een dag nadat de omwonenden en Meten = Weten de dagvaarding en het persbericht daarover verstuurden, maakte wethouder Renate Masselink van de gemeente Westerveld in de gemeenteraad bekend dat dit jaar achter de basisschool geen lelieteelt of andere sierteelt komt. Masselink vertelde dat de teler „na goed overleg met de gemeente vrijwillig voor een andere locatie heeft gezorgd”.
De dreigende rechtszaak leidde tot onrust in het dorp en op de basisschool. Want waar een groep omwonenden en ouders vreest voor de gezondheidsgevolgen van de bestrijdingsmiddelen die bij lelieteelt worden gebruikt, vinden andere ouders dat overdreven. Vier moeders die woensdagmiddag op het schoolplein wachten op hun kinderen, willen het er eigenlijk niet eens over hebben. Eentje loopt weg zodra het over de teelt gaat. Een andere vrouw wil toch wat kwijt. „Wij zijn hier geboren en getogen. Misschien zijn we nuchtere Drenten, maar wij hebben nergens last van. Ik woon hier al heel mijn leven en ik leef nog. Het is gezeur. Het maakt mij niet uit of ze daar wel of niet telen.”
Aan de andere kant van het schoolplein stapt een vrouw uit de auto om haar kinderen op te halen. Ze is vooral blij dat het niet tot een rechtszaak heeft hoeven komen. „Ik ben niet zozeer bang voor de gevolgen van de teelt. Ik denk dat het nu prima is opgelost door het ergens anders te doen. Het is vooral heel vervelend dat de gemoederen er hoog over oplopen. Er zijn ouders die zich veel zorgen maken en ouders die het onzin vinden. Dan is het soms beter om het er even niet over te hebben.”
In het Drentse Boterveen, zo’n tien minuten rijden van Diever, stonden omwonenden en een lelieteler vorig jaar wel tegenover elkaar in de rechtbank. De rechter in Assen besloot toen dat de gezondheidsrisico’s voor de omwonenden te groot zijn en legde de teler een spuitverbod op. Hij ging in hoger beroep. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat hij vier soorten bestrijdingsmiddelen mag blijven gebruiken.
‘Snap hectiek niet’
Teler Dirk Mestemaker weet dat de lelieteelt een gevoelig onderwerp is. Toen hij het perceel achter de school in Diever van een andere boer kon huren, deed hij daarom een briefje in de bus bij omwonenden om in gesprek te komen. „Heeft u vragen of wilt u gewoon een keer ons bedrijf bezoeken, dan kunt u altijd contact met ons opnemen”, schreef hij. Onderaan zette hij zijn telefoonnummer. „Het is jammer dat het nu zo escaleert”, zegt Mestemaker. Hij ziet af van de lelieteelt achter de school en heeft een ander perceel gehuurd om daar verder te gaan. „Voor dit jaar is de kous af.”
Mestemaker vindt dat hij genoeg doet om zijn lelies veilig te telen. „We gebruiken maar een klein beetje beschermingsmiddelen en die mengen we met veel water. Per keer dat we bespuiten gebruiken 400 liter water per hectare met daarin maximaal een liter per bestrijdingsmiddel. Hoeveel we gebruiken, verschilt per periode. In het voorjaar spuiten we bijvoorbeeld vaker met onkruidmiddel, omdat we dan meer last van onkruid hebben. In het najaar gebruiken we dat helemaal niet. We snappen de hectiek over het spuiten niet. Suiker, maïs, graan – het gaat over alles heen.”
Hij wijst op het convenant dat telers in 2020 met de gemeente Westerveld sloten. Daarin staat dat tussen het perceel waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en een basisschool of kinderdagverblijf, twintig meter afstand moet zitten. „Wij moeten ons aan de regels houden. De regel is twintig meter afstand, we hebben hier veertig meter afstand gehouden. Wat kan je de agrariër dan nog verwijten?”
Wat Mestemaker betreft moet de provincie bepalen welk gewas waar geteeld mag worden, om dit soort situaties te voorkomen. „De politiek moet duidelijke voorwaarden stellen. Waarom moet ik dat uitvechten? Ik wil dat gezeur niet. Ik wil gewoon lekker aan het werk.”
Dat is ook wat de gemeente samen met de provincie wil doen, zegt wethouder Masselink. „We wonen in een landelijk gebied met veel agrarische grond. Het is een ingewikkelde puzzel welke soort je waar teelt, maar we willen daar nu voor de zomer al met de telers mee beginnen.”
Ze zegt dat de gemeente de maatschappelijke onrust serieus wil nemen. „Tegelijkertijd houdt de teler zich aan de regels die de Nederlandse overheid bepaalt. Maar er zijn plekken te vinden waar je veel minder overlast hebt. In het buitengebied waar maar één woning staat, is het anders dan achter een basisschool.”
Van Dijk en Wiltinge zijn opgelucht dat dit jaar geen lelies achter de school en de huizen worden geteeld, maar zij hadden liever gezien dat de rechter dit besloten had. „ Nu kan het volgend jaar weer gebeuren. We overwegen daarom een bodemprocedure. Zodat het ook in de toekomst niet kan”, zegt Van Dijk. Wiltinge: „We hebben nu even rust. Maar dit is geen oplossing voor het lelieprobleem.”