Hoe één zorgondernemer telkens weer kon wegkomen met nepdeclaraties

Na vier weken in het ziekenhuis heeft Daniella maar één wens: terug naar huis. Nu haar blaas is verwijderd vanwege een tumor, wil de moeder uit Dordrecht snel naar haar kinderen. Met hulp van een verpleegster moet het lukken om thuis verder te herstellen, denkt de revalidatiearts.

Daniella kent via via al een verpleegster die haar thuis kan verzorgen. Deze vrouw had haar diensten al maanden geleden aangeboden, toen ze hoorde dat er bij Daniella blaaskanker was geconstateerd.

Omdat haar nieuwe blaas na de operatie droog moet blijven, krijgt ze een katheter mee naar huis. De verpleegster zal haar helpen bij de verzorging. Maar eenmaal thuis is Daniella op zichzelf aangewezen, vertelt ze. „Het enige wat de verpleegster deed, was mijn temperatuur opschrijven en een pleister vervangen. De katheterzak zat steeds overvol en het spoelen van de blaas moest ik zelf doen, met hulp van mijn zoontje.”

Haar blaas was niet goed gespoeld en de katheterzak te weinig geleegd

Binnen een week moet Daniella weer terug naar het ziekenhuis. Haar blaas kan niet genezen, omdat er niet goed is gespoeld en de katheterzak te weinig is geleegd. De situatie is zo ernstig, dat ze bijna opnieuw geopereerd moet worden. De vrouw, die vanwege haar specifieke medische gegevens niet met haar achternaam in NRC wil, zegt: „De artsen schrokken en vroegen me: waarom heeft de verpleegster dit niet beter in de gaten gehouden?”

De zorg van de verpleegster wordt geleverd via een klein zorgbureau uit Dordrecht. In de periode dat Daniella er zorg van ontvangt, zal het bureau meerdere keren wisselen van gedaante. Eerst heet het Diamond Zorg, daarna Ricardina Zorg, een jaar later heet het Confiar Zorg. Maar de eigenaar blijft steeds dezelfde: dat is wijkverpleegkundige en indicatiesteller Maria Furtado.

De afgelopen zeven jaar stelden meerdere verzekeraars vast dat deze zorgondernemer fraude pleegt, zo blijkt uit onderzoek van NRC op basis van gesprekken met betrokkenen, mails en interne documenten. Maar door telkens nieuwe bedrijven op te richten en door te wisselen van zorggebied en verzekeraar, kan Maria Furtado door blijven gaan. Zelfs nu de schade in de tonnen loopt, is de verpleegkundige niet te weren uit de zorg. Furtado is op dit moment nog steeds actief, als aanbieder van zorg voor patiënten met psychische problemen, gehandicapten en zieke ouderen.

Volgens directeur Aad de Groot van verzekeraar DSW staat het verhaal van Furtado symbool voor het gemak waarmee foute zorgaanbieders hun gang kunnen gaan. „Het is op dit moment vrijwel risicoloos om met een zorgbureau te frauderen. Het leidt ertoe dat steeds meer criminelen in de zorg actief worden.”

Jaarlijks wordt er voor tientallen miljoenen gefraudeerd in de zorg. Het leidt er niet alleen toe dat verzekeraars hogere zorgpremies gaan rekenen; clandestiene zorgaanbieders maken ook slachtoffers. In het geval van wijkverpleegkundige Furtado zijn dat kwetsbare patiënten die de ene keer werden verwaarloosd, de andere keer niet de juiste therapie kregen, en in een geval zelfs ten onrechte terminaal werden verklaard.

‘We zijn dicht’

Op de hoek van een straat in de Haagse Schilderswijk rammelt een kleine gedrongen vrouw aan een voordeur. Na lang wachten verschijnt er iemand in de deuropening. „Er is hier geen dagopvang meer”, zegt ze tegen de bezoekster. De gedrongen vrouw kijkt haar vragend aan. „Er. Is. Geen. Dagopvang”, zegt ze, nu hard en kort gearticuleerd. „We zijn dícht. Dat hebben we duidelijk gecommuniceerd.” Met trage pas druipt de vrouw af.

De vrouw rammelde aan de deur van het kantoor van Maria Furtado (47). Tot voor kort kwamen hier ouderen met psychiatrische problemen voor hun dagbesteding. In het kantoor staan alle spullen nog: het grote beeldscherm waarop de ouderen naar films keken, het aquarium met vissen erin, de grote alfabet-poster om letters mee te leren. Maar de locatie is nu dicht, vertelt Furtado aan de telefoon, omdat ze „in gevecht” is met een aantal verzekeraars. „Ze noemen mij een fraudeur”, zegt de verpleegster. „En daar ben ik absoluut niet van gediend. Ik heb altijd eerlijk gewerkt. Zo kent heel Den Haag mij.”

Illustratie Hanneke Rozemuller

Furtado is sinds 2010 verpleegster en werkte daarna in een ziekenhuis en een ggz-instelling. Vanaf 2017 wordt ze actief als zorgondernemer. Dat gebeurt na een belangrijke wetswijziging. Sinds 1 januari 2015 vallen verpleging en verzorging aan huis onder de basisverzekering. De wijkverpleegkundige is aangewezen als ‘poortwachter’ tot deze zorg. De verpleegkundige stelt vast of en hoeveel hulp iemand thuis nodig heeft, de verzekeraar moet die vergoeden.

Met haar diploma op zak wordt Furtado zo’n indicatiesteller, die dus bij mensen langs gaat om hun hulpbehoevendheid te beoordelen. Maar tegelijkertijd biedt ze zorg aan met eigen bedrijven. Zo kan Furtado zélf de zorg leveren waarvan ze als indicatiesteller heeft gezegd dat die vergoed zou moeten worden. Een dubbelrol die in het Nederlandse zorgsysteem, dat uitgaat van vertrouwen in de indicatiestellers, legaal is.

Haar zorgbedrijfjes houden vaak vliegensvlug weer op te bestaan. In 2016 wordt ze vennoot bij Qontinu Zorg in Natura, dat na haar komst snel snel van eigenaar verandert. Daarna wordt ze eigenaar van Diamond Thuiszorg. Maar zodra verzekeraars CZ en VGZ dit bedrijf in 2018 gaan onderzoeken vanwege onregelmatigheden in de declaraties, houdt Diamond er weer mee op – nog geen drie maanden na de start. Daarna is ze toezichthouder bij een zorgstichting waarvan de bestuurder inmiddels wordt verdacht van witwassen.

Gesjoemel met declaraties

In maart 2019 richt Furtado het Haagse bedrijf Ricardina Zorg op. De naam is een „eerbetoon aan haar moeder”, vermeldt de website. Het biedt allerlei vormen van thuiszorg aan, zoals hulp bij het wassen en het toedienen van medicijnen. In 2020 krijgt CZ wederom signalen van gesjoemel met declaraties. Volgens de verzekeraar worden vergoedingen aangevraagd voor zorg die in werkelijkheid niet wordt geleverd. Een aantal formulieren waarmee verpleging is aangevraagd, zijn volgens CZ vervalst. De verzekeraar stopt alle betalingen aan Ricardina en vraagt het onterecht ontvangen zorggeld terug.

Ricardina gaat direct failliet, met nog een half miljoen euro aan openstaande schulden. CZ meldt zich als een van de schuldeisers, en besluit geen declaraties van Ricardina meer in behandeling te nemen.

Zo gaat dat in het Nederlandse zorgsysteem: een verzekeraar die fraude vaststelt, kan zo’n bedrijf op een zwarte lijst plaatsen. Van dit zogeheten ‘extern verwijzingsregister’ kunnen andere verzekeraars vertrouwelijk kennis nemen. Op de lijst staan vooral bedrijfsnamen; de eigenaren blijven meestal buiten schot. „Het is juridisch gezien heel lastig een bestuurder aansprakelijk te stellen voor fraude”, zegt een woordvoerder van verzekeraar CZ, die vanwege een lopende rechtszaak tegen een van de bedrijven van Furtado alleen algemene vragen kan beantwoorden. „Daarom vertrouwen wij niet enkel op zulke procedures. Als we fraude vaststellen, sluiten we zo’n partij uit en doen er geen zaken meer mee.”

Illustratie Hanneke Rozemuller

Het gevolg is wel, beseft CZ, „dat iemand bij een andere verzekeraar gewoon weer kan doorgaan met frauderen.” Een plaats op de zwarte lijst is niet genoeg om iemand te weren, verzekeraars moeten altijd zélf weer vaststellen dat er ook in hun geval sprake is van fraude. Pas dán kunnen betalingen worden stopgezet.

Nog lastiger wordt het als de foute zorgaanbieder een nieuw bedrijf opricht. „Dan kun je alleen maar afwachten”, zegt de woordvoerder van CZ, „tot je dezelfde bestuurder weer tegenkomt”.

En dat gebeurt ook. Vrijwel meteen na het faillissement van Ricardina, richt Furtado in 2020 een nieuw wijkverplegingsbedrijf op: Confiar Zorg, gevestigd in de Haagse Schilderswijk. „De #1 zorg van Nederland”, volgens de website, „al vertrouwd met meer dan 100 klanten”.

Nu CZ geen zaken meer met haar wil doen, maakt ze gebruik van andere verzekeraars. VGZ bijvoorbeeld, waar ze gealarmeerd raken als ze in 2021 worden gebeld door de vrouw uit Dordrecht, Daniella.

Zorg die ze nooit kreeg

Na terugkeer uit het ziekenhuis is Daniella zorg blijven ontvangen van de verpleegster die haar niet spoelde. De verpleegster had de schuld hiervan gelegd bij het ziekenhuis, dat haar verkeerde instructies zou hebben gegeven. Ze weet Daniella over te halen om haar zorgindicatie te behouden. „Ze zei: ‘je bent er nog niet, je kunt nog steeds niet plassen. Als je de vergoeding nu stopzet en je moet het straks weer opnieuw aanvragen, is er een kans dat je helemáál geen zorg meer krijgt.’ Dat wilde ik natuurlijk niet.” En dus blijft Daniella de verpleegster zien, die af en toe langskomt voor een controle of een praatje.

Zo leert de verpleegster ook de 75-jarige moeder van Daniella kennen. Ook met haar wil zij een zorgcontract afsluiten. „Eerst zei ze dat mijn moeder COPD heeft, omdat ze zo kortademig is als ze de trap oploopt. Ze zou daarom dringend meer zorg nodig hebben.” Maar als haar moeder met dit verhaal bezorgd naar de huisarts gaat, vertelt die haar dat er niks aan de hand is.

„Daarna zei ze dat ze mijn moeder wel heel vergeetachtig vond. Zou ze geen alzheimer hebben?” Ook dat verhaal wordt weersproken door een arts die haar komt testen. „Ze was inderdaad vergeetachtig, maar dat was gewoon ouderdom.”

Uiteindelijk sluit de moeder toch nog een contract af met Confiar: voor het aandoen van haar steunkousen. Maar op veel ochtenden komt er niemand opdagen. Dan moest Daniella komen helpen, of haar bejaarde vriendin van een flat verderop. In december 2020 is Daniella er zó klaar mee dat ze de verpleegster opbelt en zegt dat ze niks meer met haar te maken wil hebben. Kort daarna ontvangt ze een brief van VGZ: uw zorg voor het komende jaar is aangevraagd. Bij Confiar.

Dat is het moment dat Daniella VGZ opbelt en het hele verhaal vertelt. De medewerker van de klantenservice begrijpt haar in eerste instantie niet. „Mevrouw”, zegt ze, „u heeft deze zorg allemaal zelf aangevraagd. U doet al deze declaraties zélf.”

Daniella’s gebrekkige kennis van de administratieve kant van de zorg heeft haar opgebroken. Ze hoort van de telefoniste voor het eerst over MijnVGZ, de online omgeving waar bijvoorbeeld een overzicht van declaraties te zien is. Als ze inlogt, ziet ze hoeveel zorg er in haar naam maandelijks werd aangevraagd, voorzien van een handtekening die niet de hare is: voor hulp bij het wassen, douchen, kleden. Voor gebitsverzorging, voor het aanreiken van medicatie, voor katheterzorg.

Illustratie Hanneke Rozemuller

Het is allemaal zorg die ze nooit kreeg, vertelt ze. Evenmin had ze een douchestoel, looprek, mobiel toilet of een hoog-laag bed, zoals in de zorgplannen stond. De vergoedingen die VGZ haar hiervoor maandelijks uitkeerde, maakte ze altijd direct over op de rekening die de verpleegster had opgegeven. „Zij had mij verteld dat dat zo moest”, zegt Daniella. „Zij zouden de declaraties regelen, het geld werd dan op mijn rekening gestort, ik moest hen daarmee betalen. Ik dacht: prima, als dat kennelijk zo gaat. Je gaat er niet vanuit dat een zorgverlener daarover liegt.”

Gealarmeerd door de melding van Daniella, stelt VGZ in 2021 onderzoek in naar Confiar Zorg. Er wordt gesproken met verzekerden en alle declaraties worden tegen het licht gehouden.

De vrouw die bij Daniella over de vloer kwam, heeft met haar man sinds 2020 een administratiekantoor, Calycare, dat op hetzelfde adres in Dordrecht staat geregistreerd als Confiar Zorg. Het echtpaar kent Furtado persoonlijk. Zo was de man in het verleden bestuurder bij stichting Ricardina en ontvangen ze samen, op papier, ook zorg van Confiar. Het echtpaar verwees meerdere cliënten door naar het bedrijf van Furtado.

Maar volgens het onderzoek van de verzekeraar haalden ze bij deze cliënten een truc uit. Ze zouden de rekeningnummers waarop de cliënten hun zorgvergoedingen ontvingen, hebben gewijzigd in die van hun eigen bedrijfje. Dit kan alleen via DigiD. Meerdere verzekerden verklaren dat ze hun DigiD aan het echtpaar hebben afgegeven. Op deze manier zou er bijna 300.000 euro onterecht naar het echtpaar zijn gestroomd.

Zorgplan

In de gesprekken die ze voeren met verzekerden blijkt dat een groot deel van de Confiar-zorg waarvoor is betaald, nooit is geleverd. De meeste mensen zeggen dat er wel iemand langskwam voor hulp in het huishouden, maar dat ze nooit hulp kregen bij bijvoorbeeld douchen, aanreiken van de medicatie, wassen en katheterzorg – terwijl dat wel zo in het zorgplan stond. Die zorgplannen blijken sowieso weinig waard: de handtekeningen van diverse zorgaanvragers zijn vervalst.

Soms wordt er op papier zorg geleverd terwijl mensen helemaal niet thuis zijn: ze liggen in het ziekenhuis, of ze zijn op vakantie. Ook zijn de schema’s van de zorgverleners onrealistisch: een specifieke medewerker zou 57 dagen achter elkaar hebben gewerkt, en bezoekt volgens de papieren veel meer cliënten dan praktisch mogelijk is vanwege onderlinge afstanden.

Illustratie Hanneke Rozemuller

Het niet-leveren van zorg heeft niet altijd directe gevolgen voor de cliënt. In zo’n geval werd meer hulp aangevraagd dan nodig was. Maar in andere gevallen wordt zorg onthouden die wél noodzakelijk is. Zoals een vrouw met psychische problemen uit Dordrecht, die zich niet verzorgt en duidelijk medische hulp nodig heeft, maar die van Confiar naar eigen zeggen niet kreeg.

Ook een bejaarde vrouw met longkanker wordt in haar laatste levensfase begeleid door Confiar. In mei 2021 komt Maria Furtado bij haar langs om de zorg te indiceren. Volgens Furtado is ze „in de eindfase van haar ziekte” beland en „hierdoor bedlegerig geworden”, noteert ze in het zorgplan. Voor Furtado reden om palliatieve zorg aan te vragen, bedoeld voor mensen die nog maar drie maanden te leven hebben. Vanaf dat moment wordt er volgens het onderzoek voor zeer intensieve hulp gedeclareerd – van hulp bij het wassen tot aan het toedienen van morfine: zo’n 4.000 euro per week. De zorg wordt een jaar later verantwoord met een ondertekende verklaring van de huisarts.

Alleen: de handtekening – en daarmee de verklaring – is vervalst, zo blijkt tijdens het onderzoek van de verzekeraar. De bejaarde vrouw was volgens de huisarts op dat moment helemaal niet bedlegerig. Ze kwam in mei 2021 op eigen gelegenheid naar de huisarts, en kon zichzelf nog douchen op de bovenverdieping van haar huis. Confiar Zorg had de vrouw een te vroeg doodvonnis gegeven. Pas eind 2022 verandert dat, stelt de arts. Het gaat slechter; ze spreken dan wél over een levenseinde en de palliatieve zorg die ze nodig heeft – zorg die Confiar dan al ruim een jaar declareert.

Als het eind 2022 daadwerkelijk zover is, geeft Confiar niet thuis. „Overal gingen ze tegenin”, schrijft de huisarts in een brief aan de verzekeraar over haar ervaringen met het zorgbureau. Zo volgt Confiar haar verzoek om een blaaskatheter te plaatsen niet op, en wordt de levering van een morfinepomp door het zorgbureau afgezegd. Ook worden haar doorligplekken niet goed behandeld. „Ik heb uiteindelijk mijn assistente deze wondzorg laten overnemen”, schrijft de huisarts. Ook wordt de patiënte steeds onnodig uit bed gehaald, terwijl zij hier „fysiek niet toe in staat was”. Ze komt begin 2023 te overlijden. De slechte zorgverlening heeft haar „onnodig ongemakken” bezorgd in haar laatste levensfase, schrijft de huisarts.

Confiar Zorg had de vrouw een te vroeg doodvonnis gegeven

Het verhaal staat niet op zichzelf: Confiar Zorg vervalst volgens de onderzoekers vaker handtekeningen en verklaringen van artsen. Die handtekeningen zijn nodig, omdat niet alle zorg zomaar wordt vergoed door een verzekeraar. Soms is er een handtekening nodig van bijvoorbeeld een arts of fysiotherapeut. Meerdere zorgprofessionals verklaren dat ze de ingediende verklaring – die op hun naam staat – niet hebben ondertekend en dat de kwalen erop verzonnen zijn.

In maart vorig jaar besluit VGZ de declaraties van Confiar Zorg op te schorten. Het zorgbureau wordt per brief op de hoogte gesteld van de bevindingen. De conclusie van de onderzoekers is dat er sprake is van frauduleus handelen en dat Confiar Zorg „onrechtmatig” zou hebben gehandeld ten opzichte van de verzekeraar en verzekerden. Bestuurder Maria Furtado is „ernstig tekortgeschoten”. In totaal heeft VGZ tussen februari 2022 en april 2023 ruim zes ton euro aan declaraties vergoed aan Confiar Zorg. Er wordt ruim 550.000 euro teruggevorderd.

Discriminatie

Maria Furtado wil NRC „heel graag” vertellen over de beschuldigingen aan haar adres. Maar op de afspraak in haar Confiar-kantoor in de Haagse Schilderswijk komt ze niet opdagen. Telefonisch laat ze weten toch geen interview te willen geven, en dat de beschuldigingen niet kloppen. Furtado ziet zichzelf als de gedupeerde in het verhaal. „Ik ben slachtoffer van discriminatie”, zegt de vrouw, die van Nederlands-Kaapverdiaanse afkomst is. „De verzekeraars kijken naar je achternaam. Als je geen Kees of Miep heet, ben je een fraudeur. Dat is de realiteit waar iedereen mee zit nu. Snap je? Je komt gelijk in de controlebank als je een andere achternaam hebt.” Later beantwoordt ze per e-mail een uitgebreide vragenlijst die NRC haar stuurde (zie kader).

Juist om te voorkomen dat foute aanbieders actief worden in de zorg, is in 2022 de Wet toetreding zorgaanbieders ingevoerd. Nieuwe bedrijven die zorg willen verlenen, moeten volgens deze wet aan extra eisen voldoen. Alleen gelden die eisen enkel voor grotere bedrijven, niet voor kleine aanbieders zoals Confiar. Die hoeven zich alleen maar te registreren. De Tweede Kamer kwam hier vorige week op terug, en wil nu ook de eisen gaan aanscherpen voor kleine zorgaanbieders, zoals DSW-directeur Aad de Groot eerder bepleitte.

Illustratie Hanneke Rozemuller

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is verantwoordelijk voor de controle. De inspectie is nooit langs geweest bij bedrijven van Furtado, bevestigt een woordvoerder. Het aantal zorgbedrijven is dan ook veel groter dan de inspectie aan kan. Zo kwamen er in 2022 bijna 3.400 nieuwe zorgbureautjes bij die zich, zoals Confiar, richten op verpleging en verzorging. Daarvan zijn er zestig bezocht, blijkt uit navraag bij de inspectie. Dat is 1,8 procent van het totaal. De controles leverden weinig op: één aanbieder werd onder toezicht geplaatst.

En het strafrecht dan? Confiar maakt zich volgens de verzekeraars immers schuldig aan diverse overtredingen, zoals valsheid in geschrifte, oplichting en fraude. Alleen volgt de Arbeidsinspectie maar een fractie van de meldingen op. Jaarlijks worden door verzekeraars zo’n 500 zorgfraudes geconstateerd. De grootste, ernstigste zaken worden doorgegeven aan de Arbeidsinspectie: rond de 160 gevallen per jaar. Met het overgrote deel van de zaken wordt vervolgens niks gedaan. De Arbeidsinspectie heeft slechts capaciteit om zo’n twintig onderzoeken per jaar te draaien.

Op een fraudecongres voor verzekeraars vorig jaar februari in Arnhem vertelden medewerkers van de Arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie dat verzekeraars eerst „telefonisch contact” moeten zoeken wanneer zij aangifte willen doen. „Soms zeggen we dan: maak er maar een melding van, zodat de informatie in elk geval bewaard wordt”, zei een vertegenwoordiger van de Arbeidsinspectie. „Een aangifte, daar zit de verwachting in dat er dan ook wat mee wordt gedaan”, zei de OM-functionaris. „Terwijl dat in de praktijk niet zo is.”

De Arbeidsinspectie ontkent dat er sprake is van ontmoedigen van het doen van aangifte. „Elke aangifte geven wij binnen onze mogelijkheden een zo goed mogelijke opvolging”, aldus de woordvoerder.

„Het is dweilen met de kraan open”, zegt Radboud Gottmer, hoofd fraudebestrijding bij VGZ. Uit privacyoverwegingen kan de verzekeraar niets delen over de zaak zelf. „Maar in zijn algemeenheid komen wij veel gevallen tegen van frauderende bedrijven die failliet gaan en onder een andere naam weer actief worden”, zegt Gottmer. „Daar staan wij redelijk machteloos tegenover. Aangiften worden zelden opgepakt.”

Volgens Gottmer moet het eenvoudiger worden om frauderende bedrijven uit de zorg te weren. „Je zou willen dat niet alle verzekeraars een voor een hun eigen onderzoek hoeven te doen. Dan kun je er eerder bij zijn en mogelijk een hoop ellende voorkomen.” Ook zou er volgens hem een zwaardere check moeten komen op nieuwe aanbieders.

Bovendien zou het mogelijk moeten worden fraudeurs een boete op te leggen, vindt Aad de Groot, directeur van DSW. „Op dit moment kun je als zorgverzekeraar alleen het onterecht gedeclareerde bedrag terugvorderen. Daar liggen fraudeurs natuurlijk niet wakker van. Ik vergelijk het met parkeren: daar zou ook niemand voor betalen als je al weet dat je toch geen boete krijgt wanneer je wordt betrapt.”

Maria Furtado is zelf ondertussen overgestapt naar een nieuw zorgterrein. Bij DSW komen sinds vorig jaar declaraties binnen voor therapeutische consulten van een aanbieder met een nieuwe handelsnaam: Confiar GGZ. Eigenaar: Maria Furtado. „Het leek mij een nuttige verbreding van mijn werkterrein”, zegt ze er zelf over. In de Schilderswijk zag ze „veel kansarmen” wonen. ,,Dit zijn vaak getraumatiseerde mensen”, zegt Furtado, met een ,,zorgbehoefte” waar zij in kon „voorzien”. Haar nieuwe slogan op de website luidt: „Of u nu last heeft van depressie, angst, trauma of andere mentale gezondheidsproblemen, wij zijn er om u te helpen”.

Illustratie Hanneke Rozemuller

DSW vertrouwt het zaakje niet, als ze zien dat de declaratieformulieren steeds worden ingevuld met hetzelfde handschrift. Als de verzekeraar de cliënten opbelt, komen ze erachter dat Furtado weer dezelfde truc uithaalt. Cliënten worden voor hun mentale problemen weliswaar ‘behandeld’ door Confiar – maar niet door de psychologen die op hun nota’s staan vermeld. De behandelaars zijn Confiar-medewerkers die zich voordoen als psycholoog, maar niet aantoonbaar over de juiste kwalificaties beschikken. En de vrouw die wél een echte psychologe is en op papier als de behandelaar is geregistreerd, blijkt bij navraag helemaal niet voor Confiar te werken. Eind vorig jaar zet ook DSW de vergoedingen aan Furtado stop, wegens geconstateerde fraude.

Zo kan wijkverpleegster Maria Furtado al zeven jaar door het Nederlandse zorglandschap trekken, shoppend van verzekeraar naar verzekeraar, zonder dat iemand haar kan stoppen. De fraude kost de premiebetaler geld, maar tast ook het vertrouwen aan in zorgverleners, juist bij de groep die hen het hardst nodig heeft.

Mensen zoals Daniella. Toen ze de fraude door kreeg, voelde ze zich verraden. „Mijn verpleegster was hier elke dag toen ik chemo’s kreeg. We hebben met elkaar gegeten, ik kon mijn verhaal aan haar kwijt. Nu denk ik: was dat allemaal dan een toneelspel?” Juist op dát moment was zij van haar afhankelijk.

„Dat vind ik nog het ergst”, zegt Daniella. „Dat je iemand die voor je zorgt, niet kunt vertrouwen.”