In 1977 durfde geen Nederlandse uitgever het aan om een stripboek te publiceren van de Nederlandse tekenaar Willem (Bernhard Willem Holtrop, 1941) over alle schandalen waarin prins Bernhard (1911-2004) verwikkeld was. En dat terwijl de meeste van de feiten over Bernhard, inclusief zijn naziverleden, toen al bekend waren. „Ik haalde ze uit de internationale pers, niet de Nederlandse”, vertelde Willem onlangs in een café in Amsterdam.
Zijn met bijtende spot getekende strip over de vereerde Duitse echtgenoot van koningin Juliana kwam als boek destijds dus louter uit in Frankrijk, waar Willem woont, onder de titel Les aventures de prince Bernhard.
Maar vorig jaar dook Bernhards originele lidmaatschapskaart van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei op (de NSDAP, Hitlers partij). Daarom vond uitgeverij De Harmonie de tijd rijp om een „opgefriste en aangevulde editie” van het stripboek in het Nederlands uit te geven. Titel: De mooiste avonturen van prins Bernhard.
Dat het nazi-lidmaatschap van de jonge prins uit de tijd dat Hitler nog een bevriend staatshoofd was „op de keper beschouwd weinig voorstelde”, zoals historicus Gerard Aalders schreef in zijn boek Bernhard: alles was anders (2014), werd overschaduwd door alle leugenachtige pogingen van de prins om dat partijlidmaatschap te ontkennen. Dat leidde tot een aanvulling in deze nieuwe versie van Willems boek. Op de laatste strippagina zien we de oude prins zeggen: „Ik kan met de hand op de bijbel verklaren: ik was nooit een nazi.” Vervolgens legt Bernhard zijn hand op de bijbel, die een schok geeft – en hij valt dood neer. Waarop de bijbel zegt: „Had je niet moeten doen, kerel.” Het hand-op-de-bijbel-citaat haalde Willem letterlijk uit het laatste interview dat de prins voor zijn dood gaf, aan de Volkskrant in 2004.
Voor Bernhard was Juliana „de springplank […] voor zijn mooie leven, zonder dat hij zich ook maar iets aan haar wensen en belangen gelegen liet liggen”, schreef Juliana’s biografe Jolande Withuis (Juliana, vorstin in een mannenwereld, 2016). Die houding, de leugens, het overspel, de corruptie, zijn moeizame verhouding met Juliana, je vindt het in alle 80 pagina’s van de strip terug. De meeste krantenfeiten van toen zijn in grote lijnen juist gebleken.
Al gebruikte Willem natuurlijk wel zijn creatieve verbeelding om die feiten weer te geven. Bijvoorbeeld bij een seksscène van het prille koninklijke paar: Willem tekent een vorstelijk sit-on-my-face-moment, uniek in de verbeelding van de Nederlandse monarchie.
We zien een naakte Juliana – net koningin geworden, in 1948 – op de rug, met slechts een kroon op, in bed. Ze zit op het gezicht van haar naakte echtgenoot die onder haar ligt: een seksstandje dat wel facesitting , of queening of kinging wordt genoemd. Monty Python bezong het standje in hun vrolijke lied ‘Sit On My Face And Tell Me That You Love Me’. Willems tekening lijkt direct ontleend aan een kunsthistorisch voorbeeld, een porno-ets uit de reeks Een trouwe dienaar van zijn vrouw van de Duitse kunstenaar Heinrich Lossow (1843-1897). Het laat zien hoe gedegen gedocumenteerd Willem zijn strips maakt.
Juliana’s woorden tot de prins (onder haar) zijn vol hoop: „Wat hebben wij het goed. Jij kunt gaan jagen wanneer je wilt, ik houd me bezig met de dochters en de burgers regeren het land.” Maar op het volgende plaatje zien we een ontevreden Bernhard het paleis verlaten, denkend: „Domme gans. Ze denkt dat de regering de baas is. Ik, met mijn internationale contacten, zal haar nog wel eens een paar dingen leren.” En zo geschiedde. Hij liet zich onder meer in het geniep ruim een miljoen gulden smeergeld betalen door zijn vrienden bij vliegtuigfabrikant Lockheed, om reclame te maken voor de aanschaf van hun staaljagers.
Willem was vorige week in Amsterdam voor de presentatie van de heruitgave van de strip. De face-sit-scène was, vertelde hij, „ de enige tekening die in Nederland gecensureerd werd toen de strip in de jaren zeventig behalve in Frankrijk ook als vervolgverhaal in het blad De Nieuwe Linie verscheen.” Maar het is allemaal lang geleden, aldus de 83-jarige tekenaar, die in 1968 naar Frankrijk verhuisde. Hij vraagt zich af of ze in Nederland nog wel in prins Bernhard geïnteresseerd zijn. Met een ironisch lachje: „Weet je dat ik naar prins Bernhard vernoemd ben? Dat was in 1941 een soort daad van verzet.”