Met een 23 weken zwangere buik stond Lotte Eijkenboom (32) in februari haar proefschrift te verdedigen. Dokter en moeder. Van jongs af aan wist ze dat ze het allebei even graag wilde worden. Met een tweede kindje op komst en een promotietraject achter de rug is deze droom uitgekomen. Maar de arts in Eijkenboom weet als geen ander dat ze het getroffen heeft. Zwanger worden gaat niet voor iedereen vanzelf.
Drieënhalf jaar lang werkte ze als fertiliteitsarts in het Radboudumc in Nijmegen. Op haar spreekuur zag ze vrouwen die het door tal van oorzaken niet lukte om zwanger te raken. Maar ook vrouwen die nog niet eens hadden nagedacht over die grote keuze, en te horen kregen dat ze kanker hebben. „Bij zo’n diagnose staat je hele leven op zijn kop”, zegt Eijkenboom. „Stel je voor dat de oncoloog je dan ook gelijk vertelt dat je zo snel mogelijk naar een gynaecoloog moet voor een gesprek over je kinderwens. Dat is ontzettend heftig.”
Of ze eicellen wil laten invriezen, krijgt de vrouw dan voorgelegd, of zelfs al een embryo? Voor in het geval dat de kankerbehandeling met chemotherapie of bestraling haar onvruchtbaar zal maken. Soms is de kanker zo agressief dat daar helemaal geen tijd voor is. Of de vrouw is nog te jong om via een hormoonbehandeling haar eicellen af te staan. In zo’n geval, vertelt Eijkenboom, kun je een stukje weefsel van de schors van de eierstok invriezen.
Veilig terugplaatsen
Naar dat laatste, het eierstokweefsel, deed Eijkenboom de afgelopen vier jaar onderzoek. Hope of safe fertility restoration after cancer heet haar proefschrift. Eijkenboom onderzocht hoe je ingevroren eierstokweefsel veilig kunt terugplaatsen bij een vrouw die genezen is van kanker. „Als patiënten weefsel laten invriezen, kunnen we niet uitsluiten dat ook dáár tumorcellen inzitten”, legt Eijkenboom uit. Ze zocht daarom naar manieren om buiten het lichaam het weefsel schoon te maken: de kankercellen kapot maken, terwijl je de eicellen in datzelfde weefsel beschermt.
‘Purging’ heet dat schoonmaken. Van sommige typen kanker is bekend welke stof erg geschikt is om de tumorcellen te vernietigen. Verteporfine – een middel tegen oogziekten – werkt bijvoorbeeld goed bij leukemie en rhabdomyosarcoom, een tumor in het spierweefsel. Everolimus – een medicijn dat immuunreacties onderdrukt – werkt bij ewingsarcoom, een vorm van botkanker. „Zo kun je bij elke vorm van kanker een specifiek medicijn zoeken”, zegt Eijkenboom.
Maar het kan nóg preciezer, ontdekte ze. Door gebruik te maken van zogenaamde DARPins. Dat zijn in het laboratorium geknutselde, heel kleine eiwitten, specifiek ontworpen om één type membraaneiwit op een cel aan te vallen. In dit geval de tumorcel.
Vernietigen van binnenuit
„Van sommige tumorcellen kunnen we de unieke ‘code’ ontrafelen, een soort slotje waar maar één specifieke sleutel op past. We kunnen dan een eiwit ontwerpen met een code die precies op dat slot past. Aan die DARPin hangen we een gif. De DARPin bindt zich aan de tumorcel, het gif gaat naar binnen en vernietigt de cel van binnenuit.” Deze methode ontwikkelde Eijkenboom samen met de afdeling biochemie. Daar hadden ze de DARPin-techniek al op de plank liggen, maar er nog geen concrete toepassing voor gevonden.
Het klinkt haast te mooi om waar te zijn, een middel dat zo precies én effectief is. In een petrischaaltje met weefsel werkt het nagenoeg perfect. Dat roept de vraag op of we met zo’n DARPin ook tumorcellen in het lichaam kunnen aanvallen. Eijkenboom is heel helder, dat kan helaas niet. „Ja, deze eiwitten doen hun werk ook in het lichaam, maar daar wekken ze een sterke immuunreactie op. Niet alleen de tumorcellen, maar ook lichaamseigen cellen worden aangevallen. Daar krijg je veel bijwerkingen van.”
Handmatig besmetten met kanker
Eierstokweefsel met tumorcellen voor onderzoeksdoeleinden is zeldzaam, zegt Eijkenboom. Daarom moest ze gezond eierstokweefsel handmatig ‘besmetten’ met kanker. De eierstokken die ze gebruikte kwamen van transgendermannen die een geslachtsveranderende operatie hebben ondergaan en hun eierstokken doneerden voor de wetenschap. Dat weefsel haalde ze uit de vriezer, liet ze ontdooien en met een heel klein, dun naaldje injecteerde ze de tumorcellen in het weefsel. „Na een paar dagen op kweek zie je vanzelf de uitzaaiingen ontstaan, kleine tumoreilandjes.”
Van een enorme medische doorbraak is nog geen sprake, benadrukt Eijkenboom. De resultaten van haar onderzoek zijn veelbelovend, maar we zijn volgens haar nog lang niet zo ver dat het klinisch toepasbaar is. „We weten nu dat we in een petrischaaltje kankercellen kunnen uitschakelen. Maar wat we nog niet weten is hoe het lichaam erop reageert als we dit schoongemaakte weefsel gaan terugplaatsen.”
Terugplaatsing bij muizen, daarna misschien bij apen, kan ons leren of het eierstokweefsel gezonde nakomelingen geeft. En je wilt weten of het weefsel rijpe eicelletjes kan maken die geen afwijkingen vertonen. „Op basis van mijn resultaten gaan we ervan uit dat de middelen die we gebruiken geen effect hebben op nakomelingen, maar we moeten het eerst aantonen. Als dat lukt, hebben we inderdaad iets heel moois te pakken.”