„Balie, schande. Bloed aan je handen”, roept een actievoerder door een megafoon, zaterdagavond bij het Leidseplein in Amsterdam. Bezoekers van het Israëlische filmfestival Seret in de Amsterdamse Balie worden toegeschreeuwd door actievoerders tegen de oorlog in Gaza.
Het is de zoveelste aan Israël gelieerde culturele bijeenkomst waartegen in de afgelopen weken geprotesteerd wordt. Bezoekers van het Holocaust Museum werden vorige week uitgescholden, het optreden van songfestivalwinnaar Lenny Kuhr in Waalwijk werd onderbroken door actievoerders.
„Dit is niet demonstreren, dit is intimideren”, schreven dertien van de vijftien Kamerfracties afgelopen donderdag in een gezamenlijke verklaring tegen Jodenhaat. „Veiligheid en vrijheid van Joodse Nederlanders staan op het spel.”
Maar waar ligt de grens? Wat is een legitiem protest tegen de oorlog? Wanneer slaat het om in antisemitisme?
De demonstranten voor de Balie voelen zich niet aangesproken door de kritiek. „Wij richten ons niet op individuen, maar op instituties”, zegt José van Leeuwen (68), werkzaam in een hospice. Ze benadrukt dat velen in Nederland niet de woede begrijpen die er leeft over de oorlog in Gaza. Ze memoreert de boosheid van Nederlanders toen keizer Hirohito, die symbool stond voor de Japanse onderdrukking in Nederlands-Indië, in 1971 Nederland bezocht. „Daar zou u de gevoelens mee moeten vergelijken.” Toen was Wim Kan een van de aanjagers van de protesten en gooide een omstander een steen door de ruit van de limousine die de keizer van Japan naar koningin Juliana moest brengen.
Israëlische apartheid
Ze houdt een spandoek vast op de stoep, gescheiden door twee trambanen en twee fietspaden van debatcentrum De Balie. Tekst: Dit culturele evenement wordt gesponsord door Israëlische apartheid!
De gepaste afstand is op last van de politie, legt Nicole Hollenberg uit, een van de organisatoren van de actie. Ze is voorzitter van BDS Nederland. De letters staan voor Boycot, Desinvesteren, Sancties.
„Wij willen gewoon onze boodschap overbrengen, het feit dat De Balie ruimte biedt aan films die gefinancierd worden door een apartheidsregime. Ons protest is geïnspireerd door de boycot destijds van Zuid-Afrika”, zegt ze.
„Dit festival gaat niet om politiek, maar om cultuur”, zegt Odelia Haroush, directeur van het filmfestival. Ze is naar buiten gelopen en op het verhoogde tramperron gaan staan om even van tussen de reizigers naar het protest te koekeloeren. „Cultuur moet je niet cancellen.” En bovendien, zegt Haroush later telefonisch, de Israëlische regering sponsort „minder dan vijf procent” van de totale begroting van het filmfestival. „Het is een van de kleinste sponsoren.”
James Bond cancellen
Hoogleraar joodse studies Jessica Roitman van de Vrije Universiteit ziet in het protest het zoveelste voorbeeld dat alles wat met Israël te maken heeft langzamerhand als slecht wordt gezien. Maar dat maakt de protesten nog niet antisemitisch, benadrukt ze. „Het wordt gevaarlijk als joods zijn, Israëliër zijn, of voorstander zijn van het Israëlische regime op één hoop wordt gegooid, zoals bij Lenny Kuhr gebeurde. Of laatst toen op X werd opgeroepen om de nieuwe James Bond te cancellen omdat de acteur joods is – niet eens Israëlisch!”
Roitman is niet te spreken over de strategie van Boycot, Desinvesteren, Sancties (BDS) die de actievoerders kiezen. „De BDS-beweging richt zich op Israëlische culturele en academische instellingen, omdat die door de overheid gefinancierd worden. Maar vrijwel alle kunst en cultuur wordt door overheden gefinancierd, ook in Nederland. Culturele instellingen in Israël zijn vaak juist heel kritisch op Netanyahu. Als je dit soort instellingen aanvalt smoor je de progressieve stem in het publieke debat in Israël.”
Op het Leidseplein komt een van de filmbezoekers agressief op de groep aflopen en gaat de actievoerders, vlak voor hun neus filmend met haar iPhone, een voor een af. Een felle discussie ontspint zich met een man met een petje, in het Hebreeuws. „Dit heeft helemaal niets te maken met antisemitisme”, zegt hij nadien. Zijn naam is Jonathan Massey van Gate 48, een actiegroep van in Nederland wonende Israëliërs die tegen bezetting van de Palestijnse gebieden ageren. „Wat nou tweedeling”, hij wijst naar zijn buurman, „hij komt uit Gaza, en wij voeren hier gezamenlijk actie”.
Platte promotie
De Fins-Palestijnse schrijfster en journalist Umayya Abu-Hanna, geboren in Haifa, is geïrriteerd door de provocerende bezoeker. Dit gaat echt om platte promotie van de Israëlische regering, zegt ze terwijl zij haar meegenomen labradoodle aait. Daarom verheft zij haar stem. Het gaat hier om Brand Israel, niet een onschuldig filmfestival, maar een uithangbord van premier Netanyahu en zijn makkers, daarom staat ze hier.
„Totale onzin”, zegt festivaldirecteur Haroush. „Wij programmeren ook films die door Israëliërs en Palestijnen gezamenlijk zijn gemaakt. En we worden ook gefinancierd door organisaties zoals New Israel Fund die een heel ander standpunt innemen. Dat vergeten de demonstranten voor het gemak even.” Het New Israel Fund is een progressieve NGO die strijdt voor rechten van alle Israëli’s en voor Palestijnen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever.
Volgens hoogleraar Roitman wordt van joden steeds opnieuw gevraagd om te bewijzen dat ze aan de goede kant staan. „Ik merk het ook in mijn privéleven”, zegt zij. „Ik moet me constant verantwoorden. Als ik vertel dat ik joods en zionist ben, ben ik meteen verdacht. Afgelopen zomer heb ik in Tel Aviv gedemonstreerd tegen Benjamin Netanyahu. Ik ben ook een Amerikaan, die protesteert tegen Donald Trump. Maar als Amerikaan hoef ik me niet telkens te verantwoorden over Trump, terwijl me dat als jood wel constant wordt gevraagd.”