Nederlanders betalen twee tot drie keer zo veel voor hun warmte uit warmtenetten als in andere landen waar ook warmtenetten worden gebruikt. Dat heeft onderzoeksinstituut TNO vrijdag bekendgemaakt. Zo zijn de Nederlandse warmtetarieven tussen 2019 en 2023 met 62 procent gestegen. Die stijging is veel groter dan in andere landen. Na Nederland kent Finland de grootste toename, met 28 procent.
De overstap naar warmtenetten is een belangrijk onderdeel van het verduurzamen van woningen in de plannen van demissionair kabinet Rutte IV. In 2030 zouden al een half miljoen huizen moeten zijn aangesloten op een warmtenet. Via zulke netten worden huizen verwarmd met bijvoorbeeld restwarmte uit industrie of biomassa, en is geen cv-ketel meer nodig.
Het verschil in de hoogte van warmtetarieven met Zweden, Finland of Duitsland was altijd al groot, concludeerde TNO al in 2021, maar Nederland is de laatste jaren flink meer uit de pas gaan lopen op internationaal terrein. Zo betalen Nederlanders gemiddeld 66 euro per gigajoule (dat staat gelijk aan 31,6 m3 gas, een gemiddeld huishouden verbruikt 1.500 m3 gas per jaar), tegenover 23 euro per gj in Zweden en 38 euro per gj in Duitsland.
Wat opvalt aan het TNO-onderzoek, is dat Nederland in 2023 een prijsplafond voor energie kende, maar de meeste andere landen waarmee TNO de tarieven heeft vergeleken niet. Zonder dat prijsplafond hadden de Nederlandse tarieven tegen de 100 euro per gj aangezeten. Dat verschil is nu door het Rijk aan de energiebedrijven betaald.
In Nederland is wettelijk bepaald dat een contract voor een warmtenet niet duurder mag uitpakken dan een gascontract. Omdat gas lang goedkoop was, leek dat te garanderen dat gebruikers van een warmtenet niet te veel zouden betalen.
Omdat er maar enkele aanbieders van warmtenetten zijn (en de consument dus niet kan overstappen naar een concurrent), reguleert de Autoriteit Markt & Consument (ACM) de prijzen die leveranciers mogen vragen met een maximumtarief. Toen na de energiecrisis van 2022 de gasprijzen weer omhooggingen, is maximumtarief voor warmtenetten afgelopen jaar ook flink verhoogd, wat nu tot hoge prijzen leidt voor mensen met een warmtenet.
TNO zegt dat de verschillen met andere landen „lastig te verklaren” zijn. Omdat de ACM weinig inzicht heeft in de precieze kosten die warmteleveranciers hebben (er is geen verplichting om die informatie aan de ACM te leveren), is het volgens TNO „niet mogelijk om te zeggen wat de onderbouwing of achtergrond van de stijging in tarieven is.”
Goedkopere stadswarmte
Deze week debatteerde de Tweede Kamer over de warmtetarieven. Een meerderheid van de Kamer wil al lange tijd af van de regel dat warmtetarieven gekoppeld worden aan gasprijzen, omdat gebruikers dan de daadwerkelijke prijs van goedkope warmte zouden betalen. In plaats daarvan wil de Kamer dat de nieuwe tarieven voor warmte gebaseerd worden op de werkelijke kosten die een energieleverancier voor een bepaald warmtenet heeft.
De ACM waarschuwde deze week wel dat dit niet in alle gevallen tot lagere tarieven zou leiden. Om die reden riep de autoriteit het kabinet op „extra maatregelen” te nemen om „warmtegebruikers tegen zeer hoge tarieven te beschermen”.
Een nieuwe warmtewet, die al jaren op zich laat wachten, moet gaan regelen dat de warmteprijs niet meer aan gas gekoppeld is. Deze Wet collectieve warmte ligt momenteel bij de Raad van State, het onafhankelijke adviesorgaan dat wetgeving controleert, en wordt de komende maanden in de Kamer besproken. Maar het is niet de verwachting dat die wet snel tot lagere tarieven zal leiden. Energieleveranciers moeten hun boekhouding aanpassen, zodat de ACM kan bepalen of hun tarieven redelijk zijn, en dat duurt naar schatting twee jaar. „Invoering op 1 januari 2025 is daarom niet haalbaar”, aldus de ACM deze week.
Lees ook
Jetten grijpt in om kosten warmtenetten te drukken
Omdat warmtenetten duur uitpakken, kondigde demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) vorige week een spoedmaatregel aan die de tarieven voor warmte per 1 januari volgend jaar met enkele tientjes op jaarbasis moet verlagen. In reactie op die maatregel trok energieleverancier Vattenfall zich maandag terug uit de Amsterdamse samenwerking voor warmtenetten. Zij zien door de maatregel van Jetten „te veel onzekerheid in hun businesscase” en zeggen de investering in het warmtenet met lagere prijzen niet terug te kunnen verdienen.
„We hebben met spoed goedkopere tarieven nodig, maar we kunnen niet veroorloven dat de transitie stilvalt”, vertolkte Kamerlid Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) het dilemma dat zich in het Kamerdebat aftekende. Volgens de Kamer ligt de werkelijke oplossing voor lagere tarieven bij de invoering van de nieuwe warmtewet, die nog op zich laat wachten. De tussentijd is, zo typeerde VVD-kamerlid Silvio Erkens Jettens plan, „pleisters plakken”.