Voor het eerst is het dna van een Chinese keizer geanalyseerd. Het gaat om keizer Wu die leefde in de zesde eeuw. Botten van Wu, inclusief een bijna complete schedel, zijn in 1996 teruggevonden in zijn mausoleum nabij Xianyang. Chinese genetici wisten uit de botten een flink deel van zijn dna te reconstrueren, zo schrijven ze in Current Biology.
Keizer Wu behoorde tot de Noordelijke Zhou-dynastie, en regeerde van 560 tot 578 over een van de drie koninkrijken waaruit China toen bestond. Tijdens zijn leven veroverde hij een van de andere koninkrijken en zo legde hij de basis voor de hereniging van China onder de Sui- en Tang-dynastieën vanaf het jaar 589.
De dna analyse bevestigt de steppe-afkomst van de Noordelijke Zhou-dynastie. Net als de noordelijke dynastie voor hen (de Westelijke Wei) en hun opvolger de Sui-dynastie, was de elite van de Noordelijke Zhou afkomstig uit de steppefederatie van de Xianbei. De Xianbei beheerste eeuwenlang een groot deel van de uitgestrekte grassteppen ten westen en noorden van China. Ze spraken waarschijnlijk een Mongoolse taal.
Tegelijkertijd vonden de Chinese genetici ook een flinke verwantschap van de keizer met de klassiek-Chinese ‘Han’-bevolking uit het gebied van de Gele Rivier. Die etnisch Chinese factor besloeg ongeveer een derde van zijn afkomst. En dat komt weer overeen met de historische gegevens over de vele huwelijken van Xianbei-heersers met adelijke Chinese vrouwen. Volgens sommige Chinese bronnen beschouwde keizer Wu zich als volledig Chinees. In 574 zou hij zich als aanhanger van de oer-Chinese filosoof Confucius fel tegen het opkomende boeddhisme hebben gekeerd. Dat achtte hij vreemd aan de Chinese cultuur waartoe hijzelf behoorde.
Met behulp van de schedel én hun genetische analyses maakt het Chinese wetenschapsteam ook een reconstructie van het gezicht van de keizer. Dat gezicht lijkt volgens hen op de gezichten van huidige Noord- en Oost-Aziaten. Voor de genetische gezichtsanalyses gebruikten ze software die ontwikkeld is aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, HirisPlex-S, die op basis van 41 puntmutaties (SNP’s) voorspellingen doet over het uiterlijk. Het gedeeltelijk gereconstrueerde keizerlijke genoom bevat 39 van die SNP’s. Op grond daarvan voorspelde de software bruine ogen, donker zwart haar en een huidkleur tussen donker en licht in. Niet onaannemelijk voor een Oost-Aziaat. Maar onlangs werd in een internationaal wetenschappelijk politietijdschrift gewaarschuwd tegen beperkingen van de software, die het beste zou werken voor Europese bevolkingen en niet-forensische, complete dna-samples.
In het dna van keizer Wu vonden de onderzoekers – onder veel voorbehoud – ook een paar aanwijzingen voor mogelijke aanleg voor bepaalde ziekten: chronische leukemie, jicht en beroerte (hersenbloeding). Die mogelijke aanleg voor beroerte is opvallend, omdat die wonderwel past bij beschrijvingen van de keizer, die maar 36 jaar oud werd. Volgens beschrijvingen in het Boek van de Zhou (ca. 630) zou de keizer op het eind van zijn leven hebben geleden aan hangende oogleden, spraakproblemen, blindheid en verlamming in één been – allemaal symptomen die het gevolg kunnen zijn van een beroerte.
Tot nu was alleen van een paar Chinese keizers op indirecte wijze het Y-chromosoom bekeken via hun vermoedelijke nakomelingen of via het dna van een familielid, zoals bij de keizer Cao Cao, die leefde rond het jaar 200 en de stichter was van het latere koninkrijk Wei.
Bijna dezelfde naam
Keizer Wu van de Noordelijke Zhou geldt als een sterke en belangrijke keizer. Aan het begin van zijn regering stond hij nog onder sterke invloed van een oudere neef, maar in de laatste zes jaar van keizerschap regeerde hij alleen. Hij reorganiseerde het leger, herzag het rechtssysteem en veroverde het buurkoninkrijk Qin.
De geschiedenis van China wordt traditioneel ingedeeld naar de regerende dynastieën, die soms bijna dezelfde naam hebben. De kort regerende Noordelijke Zhou-dynastie van keizer Wu aan het einde van de zesde eeuw moet dus niet verward worden met de veel oudere, half-mythologische Zhou-dynastie die over China regeerde in de periode 1000 tot 250 v.Chr. Die oudere Zhou-dynastie ging vooraf aan het eerste echte Chinese keizerrijk, van de Qin-dynastie (221-206) en het daaropvolgende beroemde Han-rijk, dat vierhonderd jaar bestond (van 202 v.Chr tot 220 na Chr.).
De Noordelijke-Zhou-dynastie van keizer Wu regeerde aan het eind van de lange periode van verdeeldheid van China die volgde op de val van de Han-dynastie in de derde eeuw. Die periode staat bekend als de periode van ‘de Zes Dynastieën’. Daarin regeerden allerlei dynastieën over sterk wisselende onderdelen van het uiteengevallen Chinese Rijk, zonder veel stabiele onderlinge grenzen. Het is ook de tijd dat het boeddhisme zich verspreidde in China. Deze periode wordt weer onderverdeeld in de periode van ‘de Drie Koninkrijken’ (rond 250), de periode van ‘Jin en de Zestien koninkrijken’ (rond 400) en de periode van ‘de Noordelijke en de Zuidelijke Dynastieën’ (vijfde en zesde eeuw). De Tang-dynastie (618-907) die erop volgt (na een korte periode van de Sui) geldt als een van de belangrijkste periodes van de Chinese geschiedenis, met grote culturele en technische bloei en een zeer groot verenigd grondgebied.