Het gerechtshof in Amsterdam heeft Jort Kelder dinsdag in hoger beroep gelijk gegeven in zijn al vier jaar slepende conflict met Google. Dat schrijft persbureau ANP. De rechter oordeelde dat Google in 2020 te weinig heeft gedaan om nepadvertenties met de beeltenis van Kelder te weren. Het gaat om malafide berichten waarin het hoofd van een bekende Nederlander wordt gebruikt als clickbait om cryptomunten te verkopen, gelinkt aan de websites van bitcoinfraudeurs.
Kelder spande in 2022 samen met Alexander Klöpping, Arjen Lubach en Willem Middelkoop een zaak aan tegen Google en Twitter. In datzelfde jaar werden de techbedrijven juist in het gelijk gesteld door de rechtbank in Amsterdam. Die oordeelde dat niet Google en Twitter, maar de adverteerders verantwoordelijk zijn voor de nepberichten.
Het gerechtshof concludeert echter dat Google na een eerdere klacht van Kelder had moeten controleren of soortgelijke advertenties geblokkeerd werden. Door daar niet scherp genoeg op te zijn, acht het gerechtshof Google wel aansprakelijk voor de schade die Kelder heeft geleden. In een aparte procedure wordt vastgesteld hoe hoog de schadevergoeding is die Google aan Kelder moet betalen, de datum daarvan is nog niet bekend.
Lees ook ‘Toen zei die man tegen ons: Ik ga jullie rijk maken’
Steeds een paar diplomatieke stapjes verder en tegelijkertijd de zwaarste drukmiddelen achter de hand houden. Zo is de Haagse diplomatieke strategie richting Israël vanwege de destructie in Gaza het beste te beschrijven. Na overleg tussen de top van het kabinet maandag besloot Nederland extra maatregelen tegen Israël te nemen, die dit keer ook in Jeruzalem – voor het eerst – tot openlijke irritaties leidden.
Om te beginnen wordt dinsdag, waarschijnlijk in de namiddag, de Israëlische ambassadeur opnieuw ontboden op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is voor de tweede keer tijdens de Gaza-oorlog dat demissionair minister Caspar Veldkamp (NSC) deze stap zet. En ditmaal ontvangt Veldkamp ambassadeur Modi Ephraim zelf, de vorige keer gebeurde dit nog op het gebruikelijke niveau van een hoge ambtenaar. In een Kamerbrief schrijft Veldkamp dat hij „met klem” bij Israël zal aandringen om rond Gaza „een andere koers in te slaan”. Veldkamp noemt de huidige humanitaire situatie „onverdraaglijk en onverdedigbaar”.
Persona non grata
Een eerste echte sanctie die Nederland tegen de Israëlische regering neemt is het tot ‘persona non grata’ verklaren van twee extreemrechtse ministers uit het kabinet-Netanyahu, minister van Binnenlandse Veiligheid Itamar Ben-Gvir en minister van Financiën Bezalel Smotrich. Deze ministers krijgen een inreisverbod en mogen niet meer naar Nederland reizen. Het kabinet neemt deze stap omdat de ministers volgens Veldkamp „herhaaldelijk geweld door kolonisten hebben aangewakkerd tegen de Palestijnse bevolking en […] oproepen tot etnische zuivering in de Gazastrook”.
Met de maatregel tegen de ministers loopt Nederland in EU-verband behoorlijk voorop, tot dusver ging alleen Slovenië hiertoe over. Buiten de EU zetten ook het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Noorwegen de ministers vorige maand al op de sanctielijst. En hoewel Ben Gvir en Smotrich absoluut niet van plan zijn om naar Nederland af te reizen, is een inreisverbod tegen ministers van bevriende naties vrij uniek. Eerder vaardigde Nederland in EU-verband bijvoorbeeld inreisverboden uit tegen Russische politici en bestuurders.
Economische sanctie
Bovenop de nationale maatregelen wil het kabinet vooral via Brussel meer druk gaan zetten. Veldkamp heeft steeds gezegd dat het effectiever is om in EU-verband sancties op te leggen, maar het is ook lastiger om op dat niveau overeenstemming te bereiken. Deze dinsdag praten de EU-ambassadeurs over een tweede voortgangsrapportage van Hoge Vertegenwoordiger Kaja Kallas over afspraken die de Europese landen eerder deze maand met Israël over hulp maakten. De EU-landen willen dat Israël onbeperkt humanitaire hulp via grensovergangen op de grond toelaat, maar uit een eerste evaluatie bleek deze maand dat de implementatie van de afspraken hierover „ernstig tekort schiet”, schrijft Veldkamp in de Kamerbrief.
Als uit de tweede rapportage dinsdag hetzelfde blijkt, wil Nederland in EU-verband pleiten voor „significante stappen”. Zo steunt Den Haag als Israël in gebreke blijft het voorstel van de Europese Commissie om een deel van de samenwerking op te schorten binnen het Horizon Europe-programma, het grootste onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU. Daarnaast wil Nederland pleiten voor opschorting van het handelsdeel uit het Associatieverdrag met Israël. Dat zou neerkomen op een serieuze economische sanctie, waarvoor geen unanimiteit, maar wel de steun van een ‘gekwalificeerde meerderheid’ nodig is, oftewel een combinatie van landen die 55 procent van de lidstaten en 65 procent van de bevolking vertegenwoordigt.
Aan de Kamerbrief valt overigens op dat een aantal zeer gevoelige maatregelen die Nederland nationaal ook zou kunnen nemen, niet worden genoemd. Zo schrijft Veldkamp niets over het erkennen van de Palestijnse staat, een stap die Frankrijk in september gaat zetten. Nederland heeft dat altijd beschouwd als voorbarig en niet dienstig aan het vredesproces richting een tweestatenoplossing. Ook staat in de brief niets over de aankoop door Nederland van Israëlische wapens. Deze investeringen helpen de Israëlische wapenindustrie, maar Nederland ziet vanwege de noodzakelijke uitbreiding van de eigen defensie nog niet voldoende alternatieven.
Chagrijn
De aankondiging van de Nederlandse maatregelen leidde voor het eerst tot openlijk chagrijn in Israël. Toen minister Veldkamp in mei pleitte voor een Europees onderzoek naar de mensenrechtenschendingen in Gaza, haalde dit de Israëlische media nauwelijks en werd er door politici niet op gereageerd. Maandagavond reageerde de Israëlische president Isaac Herzog direct op een tweet van demissionair premier Dick Schoof, die een verslag van hun telefoongesprek had gepost.
„Sorry premier”, schreef Herzog „met alle respect – deze tweet weerspiegelt niet de geest en details van het gesprek. Het weerspiegelt ook niet mijn glasheldere standpunt dat het een enorme vergissing zal zijn als de EU dergelijke stappen onderneemt, vooral in het licht van de voortdurende en verbeterde humanitaire inspanningen van Israël. Ik ben vooral bedroefd dat de benarde situatie van onze gijzelaars en de eis voor hun onmiddellijke vrijlating niet eens worden genoemd!”
Lees ook
ons blog over de crisis in het Midden-Oosten
Minister Ben Gvir zei in een reactie tegen The Jerusalem Post dat hij „zal blijven vechten voor ons land en zal eisen dat we Hamas verslaan. […] In Europa, zoals vaak het geval is, wordt het slachtoffer dader gemaakt.” Overigens klopt de claim van Herzog niet: in de Kamerbrief wordt duidelijk gesteld dat Hamas de tientallen gegijzelden die nog in Gaza zijn onmiddellijk moet vrijlaten. De brief begint zelfs met een passage over Hamas, waarin verder staat dat het kabinet „geen illusies koestert over de intenties en het optreden van Hamas”. Veldkamp herhaalt ook het Nederlandse standpunt dat er „er geen plaats is voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook”.
Je kunt als nijlpaard natuurlijk gaan vechten om jouw dierbare poedelpoel met een rivaal van de opgedroogde poel verderop. Maar dat kan wel eens dodelijk aflopen. Dus pakt het nijlpaard in Underdogs (National Geographic) het anders aan: hij keert de tegenstander de rug toe en bestookt hem met een regen van slingerpoep. Met zijn staart als ventilator schiet hij de keutels in de rondte.
Doorgaans laten natuurfilms de adembenemende schoonheid van het dierenrijk zien, Gods gruwelijke majesteit. De gedragen stem van David Attenborough onderstreept nog eens het verhevene van Moeder Aarde, tegenwoordig vaak voorzien van de waarschuwing dat zij rap naar de vaantjes gaat. National Geographic besloot het eens anders aan te pakken: waarom er geen scatologische komedie van maken?
Dus zien we een luiaard die eens per week moeizaam naar beneden klimt om op de grond te kunnen schijten – opdat de parasieten die zijn vacht camouflagegroen kleuren hun eitjes erin kunnen leggen. Een nest oranje larven van de schildpadkever zwaait simultaan met zwarte poep rond om een roofmier af te weren. Nieuw-Zeelandse glimwormen bouwen in hun grot een spookachtig blauw schijnende „snotkandelaar” van kontslijm om vliegjes te lokken. Lekker goor allemaal. En bijzonder: de pracht van de dieren blijft overeind.
De Canadese acteur Ryan Reynolds is de zeer aanwezige commentator. Hij is bekend van de filmreeks Deadpool, over een antiheld die zichzelf bespot in terzijdes vol metahumor. Voortbordurend op die rol voorziet hij de natuurbeelden in Underdogs van veel woordgrappen met een kinderlijke anale fixatie. Had van mij een stuk minder gemogen – de scènes zijn van zichzelf al leuk genoeg – en de animatiefilmpjes in game-stijl die tussen de verhalen in zijn geplakt vond ik ook vervelend. Maar verder is Underdogs net zo verfrissend voor de natuurdocumentaire als Deadpool dat was voor het superheldengenre. De reeks is ook op Disney+ te bekijken.
Wissels
In B&B Vol Liefde (RTL4) – ook befaamd door de woordspelige spot van de commentator – is het soms moeilijk om de kandidaten uit elkaar te houden. Zo heeft weduwe Magda twee stevige kale mannen die nogal op elkaar lijken, Fons en Rob. Maandag droeg Rob gelukkig een roze shirt zodat ik het ezelsbruggetje ‘Rob = roze’ had. Fons droeg later een geel petje, dat hielp ook, maar toen was hij al op weg naar de uitgang. Ook Rob en Arie van Eveline lijken nogal op elkaar – bril, hoog voorhoofd. De montage loste het op door Rob (of Arie) de hele tijd vrolijk lachend in beeld te brengen en Arie (of Rob) alleen jaloers mokkend. Arie (of Rob) zit in de bloemen. Maar dan vooral in het groen: „Groen is toch de basis van een boeket”.
Maandag was het tijd voor een paar dodelijke wissels: drie kandidaten werden volledig overschaduwd door hun nieuwe rivalen en moesten vertrekken, of ze gaan dat binnenkort doen. De Oost-Europese Rayissa heeft nog geen rivale, maar haar beoogde geliefde Illya wordt nu al gek van haar spiritualiteit. Zo wilde ze zijn toekomst lezen in zijn lege koffiekopje. De sikkeneurige Illya vond het ergerlijke onzin: „Mijn kopje is gewoon leeg en ik leg het in de vaatwasser”. Daar heb je natuurlijk gelijk in, Illya, maar je kunt ook een keer over je chagrijn heen stappen want zo vind je nooit een vrouw.
Geestig hoe met muziek en montage de winnaars en losers duidelijk worden neergezet. Bij slangenman Dick in Suriname werd de saaie accountmanager Karin van de fiets geduwd door de zwierige mondhygiënist Sharon (ze valt op Dicks tanden). Vervolgens kwam Karin een paar keer een beeld terwijl zij alleen een boek zat te lezen. Ze las een boek terwijl de anderen plezier maakten. In een datingprogramma is dat de manier om eenzame overbodigheid uit te drukken.
Tegen het einde van het jaar 124 moet het gebeurd zijn. Vele eiken in bossen tussen Venlo en Xanten werden gekapt door Romeinse houthakkers. Vervolgens zakten ze in een platbodem de Rijn af naar Nederland, om daar op verschillende plaatsen te eindigen als gepunte palen voor de aanleg van de Limesweg langs de noordelijke grens van het Romeinse rijk.
Dit hele proces is nu bekend dankzij interdisciplinair onderzoek van archeoloog Ronald Visser, eind mei gepromoveerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Goede bewaaromstandigheden
Archeologen hebben in Nederland volop hout gevonden dat in de Romeinse tijd als bouwmateriaal is gebruikt. Door de goede bewaaromstandigheden zijn in de loop der tijd onder meer de resten van schepen, wachttorens en wegen gevonden. Aan de hand van jaarringen zijn ze ook keurig gedateerd.
Maar waar het hout precies vandaan kwam was nooit echt goed onderzocht. Dankzij Visser, gespecialiseerd in jaarringonderzoek en data science, is er nu beter inzicht in de herkomst en productie van het gebruikte hout. Hij geeft nog een voorbeeld: „Voor schepen die bij Zwammerdam en Woerden zijn gevonden is niet alleen lokaal hout gebruikt, maar ook hout uit wat nu Duitsland is.”
Uit historische bronnen was al op te maken dat de Romeinen aan bosbouw deden. Visser, hoofddocent archeologie aan de hogeschool Saxion in Deventer, heeft die bronnen in hun oorspronkelijke taal, Latijn en Grieks, gelezen. „Met een vertaling ernaast”, voegt hij er bescheiden aan toe. Daarnaast zijn er inscripties en archeologische vondsten in binnen- en buitenland die duidelijk maken dat de Romeinen boswachters (saltuarii) en vier bosbouwsystemen kenden. Visser somt ze op: „Kaalkap, selectie, hakhout en agrarisch bosgebruik.”
Voor de herkomstbepaling van het hout heeft Visser gebruik gemaakt van 7.665 al bestaande jaarringseries. Ze zijn afkomstig van 3.858 monsters van 266 vondstlocaties, niet alleen in Nederland, maar ook in delen van België, Frankrijk en Duitsland.
Opgraving van de houten fundamenten van een tweeduizend jaar oude Romeinse weg bij Katwijk.
Foto Alexander Schippers/ANP
Netwerkanalyse
De grote vraag in het begin – Visser heeft zijn promotieonderzoek door verschillende omstandigheden pas na achttien jaar afgerond – was hoe hij het beste in zijn grote dataset patronen kon ontdekken.
Uiteindelijk bracht het boek Linked van Albert-Laszlo Barbasi de oplossing: „Netwerkanalyse”, zegt Visser. „Er zijn jaarringpatronen die veel op elkaar lijken wat betreft opeenvolgende dikke en dunne jaarringen, ook al kunnen ze afkomstig zijn van hout dat op verschillende plekken is gevonden. Deze jaarringpatronen zijn niet alleen uniek in de tijd, ze zijn ook plaatsgebonden, omdat de groeiomstandigheden van bijvoorbeeld bomen in West-Nederland anders zijn dan op de Nederlandse zandgebieden of bijvoorbeeld richting Koblenz of Trier. Er zijn dus sterke statistische relaties.
„De netwerken zijn een weergave hiervan: sterk overeenkomende jaarringpatronen duiden op overeenkomstige groeiomstandigheden en dus komen ze dichtbij elkaar in het netwerk terecht. De locaties in netwerken geven daarmee een indicatie van de herkomst.”
In één moeite door ontwikkelde Visser ook nog een nieuwe statistische maat voor het vergelijken van jaarringreeksen, de SGC. „Dat staat voor Synchronous Growth Changes. De statistische maat die al sinds de jaren veertig wordt gebruikt, de Gleichläufigkeitskoeffizient, beschrijft ook de gelijktijdige groeiveranderingen in verschillende jaarringreeksen, maar rekent jaren waarin de jaarringbreedte gelijk blijft aan die van het voorgaande jaar als een halve Gleichläufigkeit. Bij grote datareeksen kan er daardoor een grotere mate van overeenkomst uit komen dan er daadwerkelijk is.”
Groeidepressies
Uit de netwerkanalyse bleek dat verreweg het grootste deel van het hout uit de directe omgeving van de vindplaatsen kwam. „Ongeveer twintig procent kwam van elders”, zegt Visser. Een voorbeeld hiervan is het hout dat in 125 na Christus is gebruikt voor de door het Romeinse leger aangelegde weg langs de Limes, de Romeinse grens langs de Rijn. „Het op verschillende locaties gevonden hout vertoont een sterke statistische overeenkomst. Het is gekapt in het najaar van 124 of de daaropvolgende winter, en een deel ervan vertoont groeidepressies met een cyclus van drie tot vijf jaar. Dat is een sterke aanwijzing voor de periodieke uitbraak van meikevers, die hun eitjes in bepaalde bodems leggen. Netwerkanalyse maakte duidelijk dat het hout afkomstig is uit het gebied tussen Venlo en Xanten. „Het lijkt er op dat het Romeinse leger als het hout van verder weg haalde, zich wel beperkte tot Germania Inferior. Mogelijk hing dat samen met de juridische grenzen van de provincie.”
Opgraving van Romeins schip in Zwammerdam, 1974.
Foto Rob Mieremet/Anefo
Forum Hadriani
In uitzonderlijke gevallen kwam het hout ook van buiten de provincie. Dat is het geval bij het eikenhout dat rond 160 en 205 is gebruikt voor de aanleg van de haven van Forum Hadriani, de Romeinse stad bij het huidige Voorburg. „Een deel van het hout kwam uit de Moezel/Neckar-regio”, vertelt Visser. „Ik noem het ‘gebruik op rijksniveau’. Dat kan te maken hebben met prestige – keizer Hadrianus heeft de naar hem genoemde stad bezocht – maar ook met het simpele feit dat de plek deel uitmaakte van de Romeinse infrastructuur die het mogelijk maakte om hout van verre te halen. Zoals we nu bij IKEA Scandinavisch hout kopen, niet omdat we per se Scandinavisch hout willen, maar omdat het er is.”
Het hout werd waarschijnlijk aangevoerd door voor transport geschikte platbodems. „Vers gekapt eikenhout zinkt in water en er zijn geen sporen gevonden van naaldhout voor vlotten.”
Dezelfde boom
In Nederland zijn wel verschillende platbodems gevonden. Bij twee, respectievelijk de Zwammerdam 6 en de Woerden 7 gedoopt, ontdekte Visser met collega-houtspecialist Yardeni Vorst een opvallende overeenkomst. „Het hout in beide schepen is voor een deel afkomstig uit Gallia Belgica en Germania Superior, en het is ook nog eens van dezelfde boom. Dat wijst erop dat ze door dezelfde scheepswerf zijn gemaakt. Die werf is echter nog niet gevonden.”
Volgens Visser heeft zijn netwerkanalyse zich ook als controlemiddel bewezen. „Andere onderzoekers meenden dat het hout voor de Limesweg, die ik graag de Weg van Hadrianus zou willen noemen, ook uit de Ardennen kwam. Afgezien van het feit dat het niet logisch is om hout eerst over land of een stuk stroomopwaarts over de Rijn te vervoeren, blijkt uit de analyse dat het ook niet klopt.”