N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Fraudedetectie De gemeenten bleven gebruikmaken van de omstreden fraudedetectiekaart, ook nadat dat door de rechtbank was verboden. Zij stopten daar pas mee nadat journalisten dat onthulden.
Leden van FNV demonstreren voor een hoger minimumloon. FNV doet nu aangifte tegen vijf gemeenten.
Foto Berlinda van Dam/ANP
Vakbond FNV doet aangifte bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) tegen vijf gemeenten, laat de organisatie zelf weten. De gemeenten bleven gebruik maken van de fraudescorekaart terwijl de rechtbank dat in 2020 verbood en de Vereniging van Gemeenten (VNG) adviseerde om de methode niet langer te gebruiken. Met de omstreden fraudedetectiemethode bepaalden gemeenten aan de hand van vastgestelde risicofactoren of iemand werd aangemerkt als potentiële fraudeur.
In juni 2022 brachten samenwerkende journalisten van Lighthouse Reports, Argos en NRCaan het licht dat de gemeenten Nieuwegein, Lopik, Veenendaal, Houten en IJsselstein na de uitspraak van de rechter en het advies van de VNG hadden vastgehouden aan de fraudescorekaart. Daarna stopten deze gemeenten als laatste met de omstreden methode.
Bij het naar aanleiding van de onthulling opgerichte FNV-meldpunt kwamen 165 meldingen binnen. Uitkeringsgerechtigden konden zelf bekijken of zij werden aangemerkt als potentieel fraudeur. Meer dan de helft van de melders had geen idee waarom ze verdacht werden, aldus FNV.
De fraudescorekaart werd tussen 2004 en 2020 door 158 gemeenten gebruikt. Wie in die periode een uitkering aanvroeg, liep een grote kans om volgens deze methode te worden beoordeeld. Maar de methode was „bijzonder onzorgvuldig” en de wetenschappelijke onderbouwing wankel, schreven verantwoordelijke ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2020.
Zo hadden mensen in woonwagens, bewoners van een onzelfstandige kamer en mensen met beroepen als kapper, glazenwasser, taxichauffeur of bouwvakker een extra hoge kans om gecontroleerd te worden. Wie in een goede wijk woonde of een eigen huis had, liep juist minder kans op controles en werd sneller door de aanvraagprocedure geloodst. De FNV zegt te verwachten dat de AP de vijf gemeenten een boete zal opleggen.
Een supermarkt is eigenlijk een heel onlogisch concept, vindt Tom Peeters. „Dan koop je eerst spullen in en leg je die op fysieke plekken neer, om vervolgens te wachten tot iemand het gaat kopen. Dat is niet zo slim.”
Zo’n model zorgt voor veel verspilling van producten die te lang blijven liggen, wil de ondernemer maar zeggen. „In Nederland ligt op meer dan duizend plekken verse vis te wachten op een klant. En alles wat je vervolgens weggooit, moet je ook weer verwerken in de prijzen.”
Met zijn online boodschappendienst Crisp wil hij het anders doen. „Wij leggen producten niet op voorraad in de hoop dat het verkocht wordt, maar kopen in bij leveranciers pas op het moment dat wij het al verkocht hebben. Vraag en aanbod worden op die manier veel efficiënter aan elkaar gekoppeld, wat voor een kortere keten zorgt en een verser product. Daardoor blijft het ook weer langer houdbaar bij de klant in huis.”
Versproducten pas op het moment dat er een klant voor is inkopen bij verschillende leveranciers is wel een stuk complexer. „Wij hebben ruim drieduizend producten in ons assortiment, een normale supermarkt heeft er ongeveer twintig- tot dertigduizend. Maar daar heb je dan ook 20 verschillende soorten eieren – waarom zou je dat willen? Wij hebben er twee.”
„Ik geloof ook dat luiers verkopen, wat veel supermarkten doen, heel weinig van doen heeft met sla of tomaat of brood verkopen. Van oudsher wordt dat op één fysieke plek verkocht. Maar bijna niemand winkelt maar op één plek.” Peeters houdt zich daarom liever bezig met de specifieke logistiek die voor versproducten nodig is. Verschillende ‘temperatuurzones’ moeten ervoor te zorgen dat de basilicum het niet te koud krijgt, terwijl de postelein juist wel gekoeld moet worden om niet te verwelken.
Ik wilde destijds niet per se naar Amerika voor financiering, maar als jong bedrijf kom je daar helaas vaak uit
Lening van ABN Amro
Crisp, dat in heel Nederland actief is, bestaat sinds 2018. In 2022 volgde een uitbreiding naar België. Donderdag maakt het bedrijf bekend dat ABN Amro als financier bij Crisp instapt, met een lening van 28 miljoen euro. Die dient grotendeels als vervanging van een eerdere lening uit 2022 van 23,9 miljoen euro van de Amerikaanse durfinvesteerder Triple Point Capital, die afliep.
„Ik ben destijds niet naar een Amerikaanse investeerder gegaan omdat ik per se naar Amerika wilde”, zegt Peeters. „Maar als jong bedrijf kom je op zoek naar financiering van die risicovolle eerste fase helaas vaak buiten de landsgrenzen uit. Europa loopt achter op het vlak van geld voor innovatie, terwijl het belangrijk is om dat hier te houden in plaats van het uit te besteden.
„Met ABN Amro gaan we nu duidelijk een volgende fase in. Naast het vervangen van dat krediet hebben we nu meer ruimte om te investeren in software, ons assortiment en in onze logistiek.”
Lees ook
Voor de privacybewuste supermarktklant worden boodschappen steeds duurder
Winstgevend in Nederland
Crisp zegt dat de Nederlandse tak nu ruim een jaar winstgevend is – een jaarrekening over 2024 heeft het bedrijf nog niet gedeponeerd. „De inkomsten in Nederland dekken alle kosten die we hier maken. In België ontwikkelt het zich ook volgens plan, we verwachten dat we eind dit jaar voor het eerst groene cijfers gaan draaien met de hele groep. Vlamingen bestellen meer tegelijk dan Nederlanders en zijn ook iets loyaler, maar de drempel voordat ze een eerste aankoop doen is wat hoger. Daar moeten we iets meer marketing doen zodat ze ons weten te vinden.”
Crisp heeft „tienduizenden” klanten per week, zegt Peeters. „In totaal honderdduizenden. 70 procent van onze omzet komt van mensen die een ritme hebben en min of meer wekelijks bij ons bestellen. Gemiddeld geven ze dan 100 euro exclusief btw uit aan ruim dertig producten.”
Ik merkte zelf dat het best veel werk is om bij goede ingrediënten te komen als je een gezin hebt met jonge kinderen
Hoe groot willen jullie worden?
„Wij zullen nooit de grootste supermarkt van Nederland willen worden. Ik denk dat dat voor vers eten eigenlijk een heel lastig model is, de winkel met altijd alles voor iedereen. Amazon probeert dat te bouwen, maar ik geloof niet dat zij per se het best zijn in sla en aardbeien verkopen.”
„Momenteel wordt iets van 8 procent van de boodschappen in Nederland online gedaan, dat is heel weinig. Dus 92 procent is niet online. Of dat nou naar 20 of 40 of 80 procent gaat, dat maakt mij niet zoveel uit, maar het wordt een veel grotere markt. Ik denk dat er altijd een plek voor offline boodschappen zal blijven, die doe ik zelf ook weleens, maar niet in de verhouding 92 tegenover 8.”
Wie is jullie doelgroep?
„De meeste van onze klanten zijn jonge gezinnen. Steeds meer jonge mensen willen weten wat ze nou precies eten en vertrouwen niet meer blind op grote merken. Ze willen liever vers dan lang houdbaar en liever van dichtbij dan van ver weg. En die mensen wonen echt niet allemaal in Amsterdam, 52 procent van onze klanten woont buiten de Randstad.
„Als je kijkt naar onze klantengroep en die vergelijkt met de demografie van Nederland, dan is er veel overlap.” Peeters legt het uit aan de hand van de WOZ-waarde van de postcodes waar Crisp bezorgt. „Onze klanten zitten net 5 à 10 procent boven het gemiddelde.”
„Ik merkte zelf dat het best veel werk is om bij goede ingrediënten te komen als je een gezin hebt met jonge kinderen. De boodschappen moeten dan aan de randen van de dag of in het weekend gedaan worden. Uit gemak beland je dan in de supermarkt, terwijl het heel leuk is om af en toe naar de markt of de visafslag te gaan. Maar met stromende regen of als er hockey of voetbal of fluitles is, dan kom je daar niet zomaar terecht.
„Er is in Nederland een heel groot landschap van kleinschalige makers, boeren en kwekers. Kwaliteit is veelal te vinden in kleinschaligheid, de beste tomatensoep komt niet uit de allergrootste tomatensoepfabriek.
„Dat netwerk zijn we gaan ontsluiten. Zodat je niet alleen verse aardbeien uit de Noordoostpolder kunt krijgen als je daar in de buurt woont, maar ook als je in Groningen, Breda of Maastricht woont.”
Als ik dan om vijf minuten voor elf uur ’s avonds bij jullie aardbeien bestel, gaat iemand die dan ’s nachts plukken?
„Niet specifiek voor jou. Maar hij wordt wel vandaag voor de leveringen van morgen geplukt. Voor mij is het geen verrassing hoeveel aardbeien ik morgen verkoop, dat valt heel goed te voorspellen. Wij verzamelen data over de vraag en het aanbod van producten, daarmee kunnen we steeds beter voorspellen wat er verkocht gaat worden.
„Niets is zo persoonlijk als eten, maar er zit wel een patroon in. Er zijn heel veel data over beschikbaar, je eet al zolang je bestaat. En van die data kun je wat leren, daar kun je software omheen bouwen. Ook om weer terug te geven aan de klant. Door bijvoorbeeld andijviefans op zomerpostelein te wijzen, als dat meer in het seizoen is.
„Wij doen aardbeien in de korting op het moment dat het heet is geweest en ze van het land komen. Promoties leggen we niet vooraf al vast in langetermijncontracten, maar doen we op het moment dat er veel aardbeien zijn. Eigenlijk net zoals op de klassieke zaterdagmarkt, dat er zo’n mevrouw of meneer voor een marktkraam staat te tetteren van ‘neem ze mee, twee bakjes voor één’.”
Zo kleinschalig groenten en fruit in zakjes doen en naar klanten brengen klinkt niet per se efficiënt. Grote retailers optimaliseren doorlopend, doen hun komkommers in plasticfolie zodat ze zo goedkoop mogelijk lang mee kunnen.
„Op welk vlak is het efficiënter? Dan hoef je er minder weg te gooien, zeggen ze. Aha. Maar dat is dus precies wat ik niet doe. Ik zorg ervoor dat die komkommer direct naar de klant toe kan komen en niet lang opgeslagen hoeft te worden in de winkel.”
Het oppompen van complottheorieën rondom zakenman Jeffrey Epstein hielp Donald Trump afgelopen najaar het Witte Huis in. Maar nu hij president is, keren diezelfde complotdenkers zich tegen hem. Brengt de zaak Epstein Donald Trump aan het wankelen?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Het was even geleden, maar daar zaten we dan weer, in The Blue Lotus, misschien niet het beste, hoewel ik nooit ergens anders lekkerder Nasi Goreng heb gegeten, maar zeker het best gelegen Chin. Ind. Rest. van Nederland: in een flat met uitzicht over het lelijke parkeerterrein van Den Heuvel te Velp. Alles is er nog even prachtig als het was: het systeemplafond met de geel uitgeslagen tegels, de walm van olie, de grote porseleinen vazen, de kassa rechts achterin, het doorkijkje waardoor je de afhalers kunt zien zitten met de boodschappentassen tussen de benen. We zagen onze buren vaker bij de afhaal dan in de straat. Het gevloek als het er zondags na zessen te druk was zodat we de eerste samenvatting van Studio Sport zouden missen.
Mijn dochters wilden het luik van het liftje zien waarin ooit een inbreker vastzat, waarna het personeel besloot hem te laten zitten om hem te straffen. Een paar uur maar, zei de serveerster, ik had ze verteld dat het een paar dagen was en dat ze ook etensresten op hem gooiden, maar dat zouden ze bij Blue Lotus nooit doen. Aan de ronde tafel met zicht op zowel de Kennedylaan als het parkeerterrein waar ik het liefst zou hebben gezeten zat een gezin waarvan de zoon een Vitesse-shirt droeg.
Ik kreeg een aanval van nostalgie en bestelde kinderijsjes met vuurwerk, dat deed mijn moeder hier ook altijd als ze dacht dat ze jarig was.
„Eet oma Velp nu ook Chinees?”, vroeg mijn middelste dochter (8).
„In de hemel?”, vroeg ik.
„Nee, in haar kistje.”
Ik zag een oude buurman. Hij herkende mij wel, ik hem niet.
Hij zei: „Ik ben daarna nog drie keer verhuisd, maar ja zo gaan die dingen.”
Daarna een medische verhandeling over de chronische ziekte van zijn vrouw, die ik me ook niet kon herinneren. Hij sloot af met: „De jeuk is het ergste, dan krabt ze alles weer open, maar goed toch nog smakelijk eten, je moet de volgende keer de loempia bestellen.”
Hij hield zijn handen een halve meter uit elkaar.
„Zulke joekels.”
Met de buiken vol verlieten we het pand, de veel te steile betonnen trap naar beneden, in het volste vertrouwen dat het de volgende keer dat ik in Velp ben nog gewoon bestaat en dat er weer niets is veranderd.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.