Als boer stond Edwin Veldhuijzen uit Zoeterwoude meerdere keren met zijn trekker op het Haagse Malieveld te protesteren tegen het kabinetsbeleid. Als Statenlid voor BBB spreekt hij nu, honderd meter verderop in het provinciehuis, geëmotioneerd over het einde van zijn eigen bedrijf: „Voor u staat een melkveehouder die over een maand geen melkveehouder meer is. De koeien gaan de komende maand weg. We hebben een groot deel van het land verkocht, aan een jonge boer in de buurt die nog de ballen heeft een toekomst te durven zien.”
Veldhuijzen vertelt over „zijn voorouders die allemaal in de landbouw werkten”. Over politici die besluiten nemen over strenge stikstofregels, over onteigening van landbouwgrond. „Staat u weleens stil bij de emotionele en radicale beslissingen die hier worden genomen? Je wordt als boer gedwongen te stoppen. Je passie, je levenswijze, alles wordt je afgenomen.” Bij een aantal boeren in de buurt, zo hoorde Veldhuijzen, was al in het eerste gesprek met de provincie het woord ‘onteigening’ op tafel gekomen. „Dat voelt als onderhandelen met een revolver direct op tafel gelegd.”
Toch stemt zijn partij, die voor het eerst in de Zuid-Hollandse coalitie zit, twee uur later gewoon in met een voorstel van Gedeputeerde Staten om onteigening als uiterste middel mogelijk te maken, bij de aanleg van nieuwe natuur. Bij de hoofdelijke stemming stemt ook Veldhuijzen voor.
BBB noemde gedwongen uitkoop van boeren vóór de Provinciale Statenverkiezingen vorig jaar nog een breekpunt. De oppositie laat die kans niet liggen. „Het masker van BBB valt vandaag af. BBB is gezwicht voor de macht”, smaalt Forum voor Democratie. „BBB is volledig trouw aan de coalitie zonder de kroonjuwelen veilig te stellen”, aldus JA21.
Het is een voorbeeld van de spagaat waar BBB in zit. Als een protestbeweging bestuurlijke verantwoordelijkheid krijgt, hoe blijven haar politici dan trouw aan de wensen van de achterban? Bij de Provinciale Staten-verkiezingen in maart werd BBB op de vleugels van het boerenprotest – met z’n snelwegblokkades, omgekeerde vlaggen en demonstraties op het Malieveld en bij provinciehuizen – de grootste partij in alle twaalf provincies. Op 29 maart werden 137 BBB-Statenleden geïnstalleerd. De jonge partij, met tot dan toe alleen één vertegenwoordiger in de Tweede Kamer, ging gelijk meebesturen in tien provincies, met achttien (inmiddels 17) gedeputeerden. De partij is nu ook een van de formerende partijen voor een nieuw kabinet. En dat betekent dat BBB compromissen moet zoeken. De vraag is wat haar kiezers daarvan vinden.
Platgewalst
Op woensdag 13 maart vergadert de Overijsselse Statencommissie verkeer en vervoer op het provinciehuis in Zwolle. Belangrijkste agendapunt: de Vloedbeltverbinding, een weg die de bereikbaarheid van Twente moet verbeteren. Op de publieke tribune wrijft een vrouw met haar handen onder haar bril. Ze huilt. Met haar man woont ze op een boerderij in het gebied, vertelt ze na de vergadering. Door de komst van een snelweg, hoogspanningsmasten, drie grote gasleidingen en een fietspad raakte ze eerder al grond kwijt. Melkvee en fokzeugen moest ze verkopen.
De Vloedbeltverbinding komt wéér door hun grond – het deel dat dient als haar mans pensioen. Ze is BBB-kiezer en hoopt dat de partij tegen zal stemmen. In het verkiezingsprogramma van BBB Overijssel staat dat nieuwe wegen geen woongebieden en landbouwgrond mogen doorsnijden. Dat gebeurt bij dit project wél, zeggen ze op de publieke tribune.
Het blijft onduidelijk of BBB voor of tegen zal stemmen. Fractievoorzitter Carla Evers zit ook op de publieke tribune. Een week later zegt ze telefonisch dat de fractie nog geen beslissing heeft genomen. Ze noemt de keuze moeilijk. Evers is ervaringsdeskundige. Een groot deel van de grond van haar pluimvee- en akkerbouwbedrijf is omgevormd tot natuur, na een jarenlang proces. Ze heeft in 2017 zelf aan Statenleden verteld hoe dat voelde: alsof er over haar heen werd gewalst.
Dat was precies waarom Evers voor BBB de provincie in wilde. Daar heeft haar partij nog niet zoveel bereikt, zegt ze. Eerst coalitieonderhandelingen, vervolgens opstarten. Op dit moment worden de eerste voorstellen van Gedeputeerde Staten (BBB, VVD, GroenLinks, PvdA, SGP) uitgewerkt. Maar wat wél al anders is, vindt Evers, is hoe de Vloedbeltverbinding wordt aangepakt. „We zijn ook zélf naar het gebied toegegaan om met mensen te spreken, onder het genot van een kop koffie.”
BBB-Statenleden Dario Prinsen en Sanne Winkels gingen op pad. „Mensen praten vrijer met je”, zegt Prinsen. Ja, bewoners kunnen ook inspreken tijdens de commissievergadering. Maar dat is vooral zenden, zegt Prinsen. Ze krijgen vijf minuten en Statenleden mogen alleen vragen ter verduidelijking stellen. „Dat is geen gesprek.”
Ter plekke zie je naast de papieren werkelijkheid ook de emotionele waarheid, zegt hij. Je ziet waar de reeën langstrekken bijvoorbeeld, en hoe de nieuwe weg die route doorkruist. „Je mening kan dan zo veranderen.” Woensdag stemmen de Staten over het voorstel.
BBB’ers staan dicht bij hun achterban, hebben veel directe contacten, merken ze bij de andere partijen. „Dat maakt het soms lastig om compromissen goed uit te leggen, na alle mooie beloftes die partijen doen in verkiezingstijd”, zegt Sinan Özkaya, fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA in Zuid-Holland. Zijn partij zit samen met BBB, CDA en VVD in Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland. „Bij BBB zie je die struggle. Wij zijn dat wat meer gewend.”
„Als nieuwe partij is het altijd wennen”, zegt Meindert Stolk, CDA-gedeputeerde in dezelfde provincie. Hij herkent „de bestuurlijke worsteling” van BBB. „Met bepaalde idealen heb je je eigen programma geschreven. Maar als coalitiepartij moet je water bij de wijn doen.”
Op X moest Hans Veentjer, BBB-fractievoorzitter in Zuid-Holland, rond de behandeling van het ‘onteigeningsvoorstel’ aan damage control doen. Hij kapittelde media over volgens hem verkeerde koppen boven artikelen en eiste een rectificatie. Op de eigen website sprak BBB van „de beste regeling voor de boer”. De verdediging van BBB: elk afzonderlijk onteigeningsvoorstel wordt eerst voorgelegd aan de Staten, en de partij belooft dan tegen te stemmen – al maakt dat weinig uit omdat er waarschijnlijk een meerderheid voor zal zijn.
Ouderwetse coalities
BBB voelt de druk van boeren en landbouworganisaties om het helemaal anders te gaan doen. Maar gedeputeerden hebben in de praktijk te maken met veel landelijke wet- en regelgeving, zoals over stikstof, en eerder gemaakte provinciale afspraken. Zo wilde Gelderland vanaf deze lente de wolf kunnen afschieten, zei een BBB-gedeputeerde. Helaas, zo werkt het niet: de Europese Commissie moet eerst de beschermingsstatus van het dier verlagen, voordat ‘probleemwolven’ afgeschoten mogen worden. Dat kan „nog zeker een jaar duren”, zegt de Gelderse GroenLinks-fractievoorzitter Charlotte de Roo, en intussen „gebeurt er volstrekt niets”.
De Overijsselse BBB-gedeputeerde Maurits von Martels kreeg in zijn eerste halfjaar bezoek van boze boeren. Toeterend, met zwaailichten en omgekeerde vlaggen, stonden ze bij het provinciehuis, nadat bekend werd dat Von Martels vasthield aan een bemestingsverbod op provinciale pachtgronden. De boeren konden daardoor hun mest op minder plekken kwijt. De gedeputeerde, zelf oud-melkveehouder, begrijpt de boeren wel. Dat collega-ondernemers sinds zijn installatie met andere ogen naar hém kijken, vindt hij niet moeilijk. Hij maakte het al mee als wethouder in de gemeente Dalfsen – toen nog voor het CDA. Hij hoopt het vertrouwen terug te winnen, maar zegt ook tijd nodig te hebben. „Ik vervul deze rol pas vijfenhalve maand. Reken me na vier jaar op beleid af.”
BBB’ers presenteren zich graag als „redders van de bestuurscultuur, die midden in de samenleving staan”, zegt Marlou Jenneskens, D66-fractievoorzitter in Limburg. Volgens haar wijst de praktijk anders uit. Met de vier andere coalitiepartijen (CDA, VVD, PvdA, SP) wordt alles vooraf tot in de details afgesproken, tot aan de moties die wel of niet worden gesteund aan toe. Dat de coalities met BBB erin alles dichttimmeren, klinkt ook in andere provincies.
Dat is even wennen in Limburg, waar vorige periode een extraparlementair college telkens wisselende meerderheden zocht. Jenneskens: „Het is nu weer een ouderwetse coalitie. Geen ruimte voor spontaniteit, heel controlegericht.”
Lees ook
BBB bestuurt in tien van de twaalf provincies mee. Daar horen compromissen bij
Nieuwkomers
Die controledrang heeft ook te maken met onervarenheid. Wat in de provincies vaak te horen is: BBB’ers doen hun best, maar zijn onzeker, kennen de procedures en politieke mores nog niet. Ze vragen geregeld (lange) schorsingen aan om te overleggen. Carla Evers daarover: „Een fractie van zeventien leiden is best een uitdaging. Dan moet iedereen maar even wachten. Het is niet anders.” Soms laten BBB’ers hun naam weer onder een motie weghalen. Maar bijna iedereen maakt dezelfde kanttekening: als nieuwkomer heb je zeker een jaar nodig om goed te wennen aan de gang van zaken.
In Flevoland is fractievoorzitter Anja Keuter de enige van de tienkoppige BBB-fractie met politieke ervaring: ze was raadslid in Urk voor een lokale partij. Zij was de eerste maanden de steun en toeverlaat van de fractie. De provincie noemt ze onvergelijkbaar met gemeentepolitiek. De stukken zijn ingewikkelder, het gaat om grotere bedragen en het niveau is hoger. Ze besloten rustig op te starten, niet te hoog van de toren te blazen, eerst kijken hoe het allemaal werkt. Keuter snapt goed dat die tien zetels van BBB, een kwart van het totaal, voor andere fracties „héél veel” is. „Dan ga ik niet ook nog vertellen hoe het allemaal moet.”
Pas later stelde de fractie meer vragen en werden meer moties ingediend. Keuter is bijvoorbeeld blij dat BBB voor elkaar kreeg dat vissers op het IJsselmeer een vergunning kunnen krijgen voor vier jaar, in plaats van voor één of twee jaar.
Problemen
Ook een flink aantal BBB-gedeputeerden is onervaren, maar in de problemen zijn ze nog nauwelijks geweest. De enige die vertrok was Jurie van den Berg in Flevoland, drie maanden na zijn installatie. Hij stapte op – en is niet vervangen – toen bleek dat meerdere fracties een motie van wantrouwen tegen hem wilde indienen wegens gebrek aan kennis op bestuurlijk en inhoudelijk vlak. Zijn Noord-Hollandse collega Jelle Beemsterboer kwam er met een waarschuwing vanaf, nadat hij rond de mogelijke komst van flexwoningen beloftes deed die hij niet had afgestemd met de rest van Gedeputeerde Staten.
BBB-gedeputeerden hebben het voordeel dat veel gevoelige onderwerpen nog niet zijn langsgekomen, mede door de val van het kabinet waardoor er geen nieuwe plannen en wetten uit Den Haag komen. In Limburg gaat het bijvoorbeeld nog heel erg over de hoofdlijnen, moeilijkere dossiers – onteigening voor nieuwe natuur, de hoogte van het grondwaterpeil – komen nog. Dan wordt het spannender, is de verwachting. Diezelfde waarschuwing klinkt in andere provincies.
Maar volgens sommige oppositiepartijen staan BBB-gedeputeerden zelf ook te veel „in de wachtstand”. Als het gaat om de stikstofproblematiek wijst BBB graag naar Den Haag: zolang het Rijk niet met extra geld en beleid komt, kan niets aan de stikstofproblemen worden gedaan. Die terughoudendheid is volgens Charlotte de Roo van GroenLinks in haar provincie onnodig: „Gelderland is rijk, dus de provincie kan prima zelf met meer initiatieven komen.”
Toch zijn er ook gedeputeerden die al indruk hebben gemaakt. BBB-Kamerlid Henk Vermeer zei in radioprogramma SvenOp1 dat zijn partij, als het in het kabinet komt, graag de minister voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil leveren. Een naam die rondzingt: de Overijsselse gedeputeerde Maurits von Martels. Of hij al gepolst is? „Ga ik niets over zeggen!” Ook fractievoorzitter Evers heeft nog niets gehoord. „Als Den Haag hem wil hebben, moeten ze eerst langs mij en drinken we een biertje of wijntje om erover te praten. Maar liever houd ik hem.”