Een jeugd naspelen – een rijke en soms benauwende roman over trauma’s, opvoeden en opgroeien

Wie gebukt gaat onder de eigen familie kan een toevlucht nemen tot de zogeheten familieopstelling, een vorm van therapie waarbij je eigen familieleden in een sessie worden gespeeld door representanten, dus door acteurs of door andere buitenstaanders. Je zou je door zo’n rollenspel bewuster kunnen worden van bepaalde patronen (van bijvoorbeeld macht) en vervolgens onder begeleiding van een psycholoog naar een oplossing voor je problemen zoeken. Iemand die ik ken en die wel eens meewerkt aan zo’n familieopstelling sprak van een ‘groepsdynamische tekening’ waarin het door dat daadwerkelijke verbeelden van de familie makkelijker wordt om te zien wat er mis is.

Je zou kunnen zeggen dat Mart Rebius, het hoofdpersonage in Bertram Koelemans nieuwe roman Dit is jouw tijd, eigenhandig een uitvergroting van deze therapie creëert. De dood van zijn vader woelde iets in hem los en hij schakelt op eigen houtje acteurs in om de gezinssituatie van zijn vroege jeugd, die zich in de jaren tachtig van de vorige eeuw afspeelde, na te bootsen. Er viel daar destijds iets voor, vermoedt hij, dat hem op een kwalijke manier vormde. Het latente trauma zit Mart zo hoog dat hij het nodig acht om deze reconstructie plaats te laten vinden in zijn ouderlijk huis. Daar wonen inmiddels allang andere mensen, maar Mart schuift een zak met geld naar voren om ze tot verhuizen te motiveren.

Warme water

Al met al een listig uitgangspunt voor een roman, want neem alleen al de logistiek die erbij komt kijken en die, mits rammelend, het project ontzettend zou kunnen verstieren: wanneer laat je Mart in dat huis bijvoorbeeld een veertiger zijn en wanneer een jongen van zes? Dat menig schrijver zich aan zo’n klus zou vertillen kun je bijvoorbeeld zien aan de bejubelde romanreeks Over de berekening van ruimte van de Deense schrijfster Solvej Balle, waarin het wel erg lang duurt voordat je een naturel gevoel overhoudt aan het gegeven van een vrouw die elke dag opnieuw dezelfde dag beleeft. Koeleman gedijt echter voorbeeldig bij zijn idee en laat er moeiteloos scènes uit voortvloeien die aanzetten tot filosofische gedachten en die schrijnend of komisch zijn – zo wil een schnabbeljagende actrice na een tijdje wel eens weten hoe het nou zit met dat beloofde vervolgklusje. Slachtoffer of niet, Rebius is op dat moment gewoon een nalatige werkverschaffer.


Lees ook
Het gebeurt niet echt, maar de angst blijft

Bertram Koeleman

Een geestige flits in een verder vooral toch best ernstige roman, stemmig én intiem als een film van David Lynch – een vertellend kunstenaar die sowieso van grote invloed op Koeleman lijkt te zijn geweest. De hoogmoedige poging van Rebius om grip te krijgen op water dat allang onder de brug is verdwenen mag dan een beetje kolderiek zijn, zijn leed wordt door Koeleman op een serieuze manier gepresenteerd. Op een particulier niveau, maar ook (lang) op het culturele niveau dat de roman al vanaf het begin omgeeft. Rebius weet niet hoe hij vooruit moet leven, hij heeft kennelijk zo weinig vertrouwen in het zetten van stappen die een verantwoordelijke, uitgeharde volwassene van hem zullen maken (een serieuze relatie, een kind, een vaste baan) dat hij zich maar is blijven rondwentelen in het ruime, warme water van zijn (lange tijd geïdealiseerde) jeugd.

Hij verdient daar zelfs zijn geld mee, wat laat zien dat hij dus niet de enige is met een dergelijke behoefte: in zijn eigen woning organiseert hij regelmatig retrofeesten waar de bezoekers een avondje in de waan kunnen leven dat de jaren negentig nooit zijn opgehouden. Schrijver Emma Curvers behandelde in Melktanden deze generationele regressie ook al eens, dit maar door laten etteren van het onvolwassen ik in een blijkbaar te intimiderend, onzeker heden. Misschien wordt er in (commerciële) communicatie wel iets te vaak gezegd dat toch vooral onze jeugd ertoe doet en zitten we, eenmaal ouder, behoorlijk met de handen in het dunner wordende haar.

Nodige leugens

Dit is jouw tijd is een rijk boek, uit z’n voegen barstend van de thema’s, maar dat door mij bovenal werd geïnterpreteerd als een bespiegeling op het onvermijdelijke acteren dat bij het ‘wenselijke’ opvoeden hoort en bij de hardnekkige naïviteit van het op te voeden en later opgevoede kind. Wanneer doet een ouder het goede? Door altijd maar eerlijk te zijn en alle ongerief (over bijvoorbeeld dat op te voeden kind) wereldkundig te maken? Of juist door af en toe tactvol iets te verzwijgen? Kan er – om het over de morele boeg te gooien – überhaupt een moment aanbreken waarop het masker af kan en het kind verteld kan worden dat het niet altijd even aangenaam was om er de ouder van te zijn? Hoeveel leugen is er nodig om het kind maximaal te ondersteunen? En wat is in dit licht de ‘waarheidsvinding’ waard van het reconstruerende kind?


Lees ook
Het dreigbed van Bertram Koeleman is een indrukwekkend, kraakhelder geschreven boek

Een indrukwekkend, kraakhelder geschreven boek

Het is deze braamstruik waarin Koeleman zich begeeft en waaraan vele lezers zich de handen en hun hart aan zullen openhalen. Langzaam maar zeker glijdt het door Rebius op poten gezette toneelspel over dat Bildungs-toneelspel van decennia terug heen: een surreële, confronterende leeservaring waar je het soms Spaans benauwd van krijgt.

Het is een genot om te zien hoe Koeleman zich ontplooit, hoe hij er als maar beter in slaagt om de literatuur te hanteren om een ruimte te verkennen die, hoe paradoxaal het ook moge klinken, ontegenzeggelijk de zijne is. Eén stap mag hij wat mij betreft nog zetten, een stap die hem nog net iets gevaarlijker zal maken en zijn literatuur onontbeerlijker: behandel iemand als Rebius in de toekomst nog minder als een los geval. Nu brengt het door de afwikkeling, die toch behoorlijk leunt op een plot, Kochs Het diner in herinnering: lang belangwekkend en uitnodigend tot breed debat, en dan plots alleen nog maar een verhaal.