De voortekenen waren er al: de werkloosheid loopt op – maar is nog altijd laag

De mensen die de economie wat beter volgen, zagen het al even aankomen. Een sanering hier, een uitgestelde investering daar. Een bedrijf dat zijn spullen pakt en naar het buitenland vertrekt, het minimumloon dat sterk is gestegen. Het economische klimaat in Nederland (en eigenlijk in half Europa) is de laatste tijd aan het verslechteren. En dat vertaalt zich in een oplopende werkloosheid, zo bleek donderdag uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aantal werklozen nam de afgelopen drie maanden met gemiddeld 7.000 per maand toe. In februari waren er daardoor 379.000 mensen werkloos. Dat is het hoogste aantal in bijna anderhalf jaar, aldus het CBS.

Dergelijke cijfers zijn natuurlijk vervelend voor de mensen die het betreft, maar absoluut geen reden voor paniek. Sowieso was de werkloosheid in de coronaperiode kunstmatig laag gehouden dankzij massale overheidssteun. Nu de economie zijn normale gang weer wat heeft teruggevonden, moet er op verschillende terreinen een nieuw evenwicht gevonden worden.

Dat geldt bijvoorbeeld voor de rente, die in twee jaar tijd van zwaar negatief naar het hoogste niveau ooit is gegaan en bedoeld is om de investeringen en daarmee de inflatie af te remmen. Het geldt voor het aantal faillissementen, ook kunstmatig laag in de pandemie en nu nog steeds laag, maar wel weer op weg naar ‘redelijk normale’ cijfers. Het geldt voor de economische groei, die na corona eerst omhoog gierde, maar door de oorlog in Oekraïne, de inflatie en de renteverhoging nu flink aan het afkoelen is. En het geldt dus ook voor de werkgelegenheid: die neemt nog wel iets toe, maar niet snel genoeg om een oplopende werkloosheid te voorkomen. De werkloosheid schommelt overigens sinds september 2022 zo rond de 370.000 personen.

Krapte blijft bestaan

Toch is er iets geks aan de hand met de cijfers. Want terwijl de werkloosheid opliep naar 379.000 in de maand februari, is het aantal openstaande vacatures ook nog altijd heel hoog. De laatste meting van eind 2023 repte van 410.000 vacatures. De arbeidsmarkt is dus nog steeds heel erg krap. En dat zal nog wel even zo blijven ook, voorspelde het Centraal Planbureau vorige maand in zijn laatste raming. Anders gezegd: statistisch gezien kan bijna iedereen die dat wil nog een baan vinden, mismatches in opleidingsniveau daargelaten.

De 379.000 werklozen van vorige maand zijn in historisch perspectief niets om je zorgen over te maken. Als percentage van de beroepsbevolking gaat het dan om 3,7 procent werkloosheid. Na de piek begin jaren tachtig, toen 639.000 mensen ofwel ruim 10 procent van de toenmalige beroepsbevolking zonder werk zat, daalde de werkloosheid in de jaren negentig naar tussen de 6 en 8 procent. Rond de eeuwwisseling bereikte de werkloosheid ook het lage niveau van 4 procent, om rond de kredietcrisis en de nasleep daarvan weer op te lopen tot boven de 6 procent. De huidige stand is extreem laag.

Miljoenen niet aan het werk

Tegelijkertijd: in totaal staan niet 379.000, maar 3,6 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar geregistreerd als niet werkend. Op de totale bevolking in die leeftijdscategorie van 13,4 miljoen is dat een fors percentage. Het gros van de niet werkenden staat niet als werkloos geregistreerd omdat ze niet kort geleden naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend, het gaat vooral om mensen die al met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Niet alle 379.000 officiële werklozen hebben ook een ww-uitkering. Slechts 173.700 van hen kregen die in februari van uitkeringsinstantie UWV. Ook dat cijfer loopt al vijf maanden licht op, meldt het CBS. Vorig jaar februari waren er nog 153.900 werkloosheidsuitkeringen, nu is dat dus gestegen naar bijna 174.000, een stijging van 12,9 procent. Onder jongeren (vijftien tot 25 jaar) steeg het aantal uitkeringen het hardst, met 23,9 procent. In de groep daarboven (tot 35 jaar) liep het aantal uitkeringen op met 22 procent. Bij de 55-plussers groeide het aantal uitkeringen met slechts 3 procent.

Twee tegengestelde stromen

Dat maar een deel van de mensen die werkloos is ook een uitkering krijgt, heeft te maken met hoe het werkloosheidscijfer tot stand komt. De ontwikkeling van de werkloosheid is namelijk het resultaat van een heen en weer bewegen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Aan de ene kant is er de groep mensen die de werkloosheid doet dalen. Dat zijn mensen die ofwel als werkloos geregistreerd stonden en nu een baan vinden, ofwel eerst naar werk zochten maar daarmee opgehouden zijn en daarmee dus buiten de beroepsbevolking vallen. Zij krijgen dus ook geen ww-uitkering meer.


Lees ook
De economie verliest vaart, welke sectoren merken dat als eerste?

In de bouwsector wordt economische neergang als eerste gevoeld bij de bedrijven aan het begin van het bouwtraject: architecten en projectontwikkelaars.

Aan de andere kant is er de groep die de werkloosheid laat stijgen. Dat zijn mensen die ofwel een baan hadden en werkloos geworden zijn, ofwel mensen die buiten de beroepsbevolking stonden en nu alsnog een baan gaan zoeken maar die niet zo snel kunnen vinden. Vooral die laatste groep neemt sinds begin dit jaar snel toe. Per saldo zorgen die twee stromen voor de uiteindelijke toe- of afname van de werkloosheid. Over afgelopen februari was hun saldo 22.000 in de plus: de werkloosheid nam met dat aantal personen toe.

De voortekenen voor de komende maanden zijn overigens niet gunstig. Het Centraal Planbureau houdt rekening met een verder oplopende werkloosheid de komende maanden, tot wel 405.000 personen volgend jaar. De sterk gestegen loonkosten voor het bedrijfsleven, als gevolg van de hoge inflatiecompensatie, drukken het economisch potentieel, zeker vergeleken met andere Europese landen. Een nieuw kabinet kan daar natuurlijk nog veel aan verbeteren, maar voorlopig is de trend op het gebied van werkloosheid: omhoog.