‘Moderne architectuur is geen vierkant, ze leeft”, staat gegraveerd in een van de stoeptegels met teksten bij de ingang van Huis Van Ravesteyn in Utrecht. Het is een uitspraak van Sybold van Ravesteyn (1889-1983) uit 1935, de architect van het huis waarin hij met zijn tweede vrouw, Annie van Geelkerken, en hun éénjarig zoontje Charles in 1933 ging wonen. Opmerkelijk genoeg was Van Ravesteyn tien jaar eerder zelf nog een aanhanger van het ‘geloof van het vierkant’, zoals Theo van Doesburg de door hem opgerichte kunstbeweging De Stijl eens heeft genoemd. Net als Stijl-lid Gerrit Rietveld, ontwerper van het Rietveld Schröderhuis (1924) dat niet ver van Huis Van Ravesteyn in dezelfde laan staat, ontwierp Van Ravesteyn toen ‘elementaire’ meubels van strak gelakte monochrome houten latten en rechthoekige vlakken. Later in de jaren twintig werd Van Ravesteyn, als architect van de Nederlandse Spoorwegen, met zijn betonnen seinhuizen op poten een pionier van de Nieuwe Zakelijkheid oftewel het Nieuwe Bouwen in Nederland. Maar in het begin van de jaren dertig sloeg hij een andere weg in, zo maakt zijn huis in één oogopslag duidelijk. Met zijn bolle en holle gevels van okergele bakstenen en glas is het zijn eerste proeve van ‘neobarok’.
Vrouwelijke rondingen
Over Van Ravesteyn gaat het verhaal dat zijn overgang tot de neobarok werd veroorzaakt door zijn tweede vrouw. Die begon in 1930 in huize Van Ravesteyn als kindermeisje voor zijn vier kinderen en werd al gauw bezwangerd door de heer des huizes. Een jaar later trad Van Ravensteyn met haar in het huwelijk na een snelle scheiding van zijn eerste vrouw en zou zijn tien jaar jongere, nieuwe echtgenote hem inspireren tot zijn zwierige, neobarokke huis.
Niet uitgesloten is dat Blokken, de roman uit 1931 van Ferdinand Bordewijk over een naamloos, op de Sovjet-Unie geënt, totalitair land, zijn afvalligheid heeft bevorderd. Het is goed mogelijk dat Van Ravesteyn als bewonderaar van het Russische constructivisme werd getroffen door de prachtige tirade van een ‘stem uit het verleden’ tegen het geloof van het vierkant in Blokken. „Het blok is uw god en toch kunt gij de natuur niet keren”, zo houdt de stem de vierkante gelovigen voor. „Gijzelf, mannen, streelt in uw zingenot de rondingen uwer vrouwen. Hoe zou u te moede zijn wanneer de liefkozing uwer handen neerkwam op kubussen? Gij vergeet dat de aarde rond is, dat zij cirkelt om de zon wier kleuren breken in de regenboog als de ronde droppels vallen.”
Nog meer dan het exterieur lijkt het interieur van Huis Van Ravesteyn bedoeld als het huiselijke antwoord op het unheimliche Rietveld Schröderhuis. Terwijl het vierkant in het eerste – en enige – De Stijl-huis genadeloos regeert, welven en buigen de wanden en de meubels in het eerste neobarokke huis van Nederland. Zo heeft de enige kamer op de begane verdieping niet alleen een S-vormige wand en een plafond van zachtboard met zwierige ribbels, maar ook binnenmuren met ouderwetse houten lambrizeringen met ronde hoeken. Op het parket liggen tapijten en bij de ‘zwevende’ werktafel, die net als de eettafel slechts één dunne stalen poot heeft, staat een door Van Ravesteyn ontworpen stalenbuizen stoel met enorme krullen als voorpoten. Het meest in het oog springen twee kandelaars en een klok van porselein waarvan de krullen niet te tellen zijn en die lijken bedoeld als een provocatie van de goede smaak.
Toch is Huis Van Ravesteyn geen complete breuk met het geloof van het vierkant. Integendeel, ‘licht, lucht en ruimte‘, de beroemde triade van het Nieuwe Bouwen, heersen ook in het neobarokke huis. Zo valt in de kamer op de benedenverdieping het licht overvloedig naar binnen door de gebogen glazen pui en boven hebben de drie slaapkamers grote ramen, waaronder één ronde. Ook heeft Huis Van Ravesteyn platte daken van beton, waarvan er een dient als dakterras. En afgezien van de keuken en de kleine hal met een spiltrap is de benedenverdieping één grote, open ruimte die dient als woon-, werk- en eetkamer en lijkt op de bovenetage van het Rietveld-Schröderhuis.
Niettemin reageerden de puristische aanhangers van het Nieuwe Bouwen afwijzend op Van Ravesteyns synthese van Nieuwe Bouwen en barok. Hun kritiek kwam er op neer dat de neobarok niet ‘zuiver’ én niet ‘eigentijds’ was. Zo merkte de bekendste Nederlandse Nieuwe Bouwer J.J.P. Oud op dat Van Ravesteyns werk hem meer deed denken aan „de geest van mijn oude tante dan aan vreugde-vol vormgeven van het leven van onzen tijd”.
Neobarokke dierenverblijven
Van Ravesteyn verweerde zich met de bewering dat de mens ook in het tijdperk van de machine „visuele schoonheid vroeg van de architectuur”. Maar van schoonheid wilden de zuiverheidsapostelen van het Nieuwe Bouwen niets weten. In 1938 zegde Van Ravesteyn dan ook zijn lidmaatschap op van De 8 en Opbouw, de vereniging van Nieuwe Bouwers.
Zo werd hij een succesrijke eenling in de Nederlandse architectuur. Eind jaren dertig bouwde hij, onder veel meer, de neobarokke dierenverblijven van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam.
Tijdens de Duitse bezetting ontwierp hij, als hoofdarchitect van de Nederlandse Spoorwegen, een ‘salonrijtuig’ voor de Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete Arthur Seyss-Inquart. Hij gaf de wagon veel krullerig houtsnijwerk en ornamenten. Maar tot zijn verbazing reageerde de Oostenrijker Seyss-Inquart op zijn neobarok als een Nederlandse Nieuwe Bouwer: hij liet alle tierelantijnen verwijderen.
Huis Van Ravesteyn. Prins Hendriklaan 112, Utrecht. Geopend: do & vr 11-15 u. Info: www.hendrickdekeyser.nl/museumbezoek/huis-van-ravesteyn-utrecht