Zijn vrouwen echt betere leiders?

Recensie

Lees-, kijk-, of luistertips van de economieredactie Julia Boorstin laat in When Women Lead vele kwesties rond vrouwelijke ondernemers onberoerd.

En dan, halverwege het boek, komt het bekende onderzoek van McKinsey aan bod. Dat onderzoek, naar leiders in de financiële crisis van 2008, wordt wel eens aangehaald om te stellen dat er met meer vrouwelijke leidinggevenden helemaal geen financiële crisis zou zijn geweest. Uit de studie van het consultancykantoor bleek dat kleine banken en financiële instellingen met een vrouwelijke baas tijdens de crash van 2008 minder risico liepen failliet te gaan.

Zijn vrouwen inderdaad betere leiders? Die vraag klinkt door in het hele boek van de Amerikaanse journalist Julia Boorstin. Voor When Women Lead: What They Achieve, Why They Succeed and How We Can Learn from Them interviewde ze meer dan honderd vrouwelijke ondernemers die allen een succesvolle start-up (lees: met een miljoenenomzet) opzetten of er inmiddels de baas zijn. Boorstin kwam veel van die vrouwen tegen tijdens haar werk voor de Amerikaanse tv-zender CNBC. Daar doet ze al jaren verslag over het Amerikaanse bedrijfsleven, in het bijzonder de techsector.

Het viel Boorstin op dat de laatste jaren ineens veel meer vrouwen wisten door te dringen tot topfuncties in Silicon Valley. Tegelijkertijd zag ze veel vrouwen tegen obstakels aan lopen die er voor hun mannelijke collega’s helemaal niet zijn, zoals seksisme. Ook Boorstin zelf kreeg er in haar werk regelmatig mee te maken, schrijft ze. Zoals die keer dat ze door een mannelijke voorlichter terecht werd gewezen omdat ze te mean zou zijn geweest tijdens een interview.

Dat bracht haar tot dit boek, dat ze begint met een ontnuchterende constatering. Want hoewel Boorstin verandering waarneemt, is er in Silicon Valley nog veel ongelijkheid. Durf-investeerders steken nog altijd nauwelijks geld in start-ups van vrouwen, geld dat nodig is om een goed idee daadwerkelijk tot bedrijf te ontwikkelen. Van het kapitaal dat de investeerders onder start-ups verdeelden, ging in 2021 slechts 2 procent naar bedrijven van vrouwelijke ondernemers. Zij haalden bovendien slechts 6,5 procent van de investeringsdeals binnen. Voor zwarte vrouwen of vrouwen met een Latijns-Amerikaanse achtergrond zijn de cijfers nog droeviger. Van het door durfinvesteerders geïnvesteerde kapitaal kwam in 2020 slechts 0,43 procent bij hen terecht.

Lastig uitgangspunt

Toch is het niet de achterstelling waar Boorstin nadruk op legt. In haar boek staan louter verhalen van vrouwen die, soms tegen de verwachtingen in, zakelijk succes wisten te behalen. Zoals Toyin Ajayi, die gezondheidsplatform Cityblock Health oprichtte. Of Melissa Hanna, die met haar platform Mahmee kersverse ouders zorg en ondersteuning biedt. In het boek komen ook bekende ondernemers aan bod, zoals de actrice Gwyneth Paltrow. Zij bouwde naast haar acteercarrière met Goop aan een wellness-imperium.

Wat valt van die voorbeelden te leren? Boorstin heeft een lastig uitgangspunt gekozen: ze wil zich eigenlijk niet al te veel op de ongelijkheid tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers richten, maar op hoe deze vrouwen succesvol wisten te worden. Tegelijkertijd zijn alle ondernemers die aan bod komen ergens tegenaan gelopen, in meer of mindere mate, juist vanwege hun vrouw-zijn.

Ze wil geen systeemkritiek uiten, zegt Boorstin. Maar na ruim vierhonderd pagina’s ondernemersverhalen beklijft de indruk dat er veel mis is met wie het wel en niet kan ‘maken’ in Silicon Valley – het systeem dus. De ondernemers moesten soms tientallen investeerders langs voor hun idee serieus werd genomen, ze werden door mannen in hun sector onderschat, of ze trokken alleen de aandacht van investeerders als ze een man hun pitch lieten doen.

Boorstin richt zich liever op de kwaliteiten die de vrouwen tot hun zakelijk succes brachten. Veel vrouwelijke bazen blijken zeer empathisch, kunnen goed luisteren, schatten risico’s goed in. Vaak beter dan hun mannelijke evenknieën, blijkt uit allerlei onderzoek dat Boorstin erbij haalt. Door die leiderschapskwaliteiten presteren de bedrijven vaak ook beter, blijkt uit weer andere onderzoeken die Boorstin opdist.

Zijn vrouwen dan intrinsiek betere wezens, zoals ook de ‘met-vrouwelijke-leiders-geen-financiële-crisis’-aanhangers lijken te stellen? Nee, zo ver gaat Boorstin niet, al scheert ze soms rakelings langs die stelling. Die leiderschapskwaliteiten hebben vrouwen zich eigen gemaakt, niet zelden omdat ze nu eenmaal vrouw zijn in een samenleving waar vrouw-zijn je op achterstand kan zetten. En waarin je je dus wel moet aanpassen om serieus genomen te worden.

Dat dit gedrag aangeleerd is, betekent dus ook dat mannen ‘feminiene’ leiderschapskwaliteiten kunnen ontwikkelen (of al hebben), zegt Boorstin. Maar mannelijke ondernemers die met een dergelijke leiderschapsstijl succes wisten te behalen, komen in haar boek niet aan bod.

Jammer is dat Boorstin een nogal nauwe definitie van emancipatie lijkt voor te staan, namelijk dat emancipatie gelijkstaat aan het maken van carrière. Aan het zijn van een topvrouw. Het past naadloos in het boardroom-feminisme dat ook Sheryl Sandberg, voormalig topvrouw van Facebook, aanhangt. In haar boek Lean In schreef ze dat vrouwen zich luider moeten uitspreken om een plek aan de bestuurstafel te bemachtigen. Beiden hebben er weinig oog voor dat veel vrouwen überhaupt niet in de positie zijn om ook maar na te denken over een topfunctie.

En zo laat Boorstin meer kwesties liggen. Is Gwyneth Paltrow, zonder iets af te willen doen aan haar prestaties, echt een toonbeeld van emancipatie, als zij het óók dankzij haar vele privileges – haar ouders zijn bijvoorbeeld twee bekende acteurs – zo ver wist te schoppen? En is het daadwerkelijk te vieren als emancipatoir succes dat een commercieel platform moest worden opgericht voor goede kraam- en ouderzorg, wat ook gewoon een publieke voorziening kan zijn?

Boorstin schreef de topvrouwvariant van het rags to riches-verhaal: hoe een ‘gewone sterveling’ zich opwerkt tot succesvol, rijk, persoon. Niet heel inspirerend, wel heel Amerikaans.