Rotterdam is Europese koploper in cannabisgebruik – veel Nederlandse steden in top-5, ook met cocaïnegebruik

Het gebruik van cannabis in Rotterdam is het hoogste van 88 onderzochte Europese steden. En wat MDMA-gebruik betreft staat de stad op een tweede plaats.

Rotterdam valt daarmee in negatieve zin op in een vergelijkend onderzoek van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EMCDDA) naar drugsresten in rioolwater. Woensdag werden de resultaten gepubliceerd.

In het voorjaar van 2023 werden rioolwaterzuiveringen van Europese steden in 24 landen – van Kranj in Slovenië tot Rovaniemi in Finland – een week lang monsters genomen. Van zes drugs – meth, MDMA (de werkzame stof in ecstasypillen), cocaïne, amfetamine (speed), cannabis en ketamine – is vervolgens de concentratie in het afvalwater per duizend inwoners berekend. Zo kunnen steden van verschillende bevolkingsomvang met elkaar vergeleken worden. De steden doen mee op vrijwillige basis. In Nederland ging het dit jaar om Amsterdam, Rotterdam, Leeuwarden, Utrecht en Eindhoven.

In veel Europese steden nam het cocaïne- en MDMA-gebruik toe, merkt het EMCDDA op. De dip in middelengebruik van de coronapandemie is definitief verleden tijd.

Of ook in Rotterdam een toename is, kan niet gezegd worden. De stad deed voor het eerst mee, net als Leeuwarden, dat ook opvalt door hoge drugswaarden in het rioolwater. In Leeuwarden wordt de meeste speed van Nederland gebruikt: de stad staat op de vijfde plaats van de onderzochte steden. En er wordt minstens evenveel cannabis gerookt als in Amsterdam.

Een verklaring voor deze positie hebben onderzoekers niet. „Als je kijkt naar het demografische profiel van Leeuwarden is dat geen stad met veel studenten of toerisme”, zegt Trimbos-onderzoeker Laura Smit-Rigter, coördinator van het Drugs Informatie- en Monitoringssysteem. De gemeten drugsresten vallen op, zegt ze. „In Leeuwarden is het aan de hoge kant, ja.”

Burgemeester Sybrand Buma (CDA) van Leeuwarden reageerde afgelopen oktober geschrokken op de cijfers over het drugsgebruik in zijn stad. Tegen Omrop Fryslân zei hij: „Het zijn zaken die ik als burgemeester wel weet, maar als je alles onder elkaar ziet, zie je toch wel weer hoe serieus de situatie hier in Leeuwarden is.”

Europese top-5

Nederland blijft in de Europese context een grote gebruiker van drugs, hoewel het Trimbos Instituut „een voorzichtige stabilisatie” ziet in de hoeveelheid gebruikte drugs in de onderzochte steden. Voor vrijwel alle gemeten verdovende middelen, waaronder het vrijelijk verkrijgbare wiet, domineren Nederlandse steden nog altijd de top-5.

Foto Bram Petreaus

Alleen het gebruik van methamfetamine (meth) is lager. Die drug wordt volgens deskundigen weliswaar in Nederland geproduceerd, maar vooral gebruikt in landen in als Tsjechië, Duitsland en Slowakije. Wat speed betreft, staat dus alleen Leeuwarden in de top-5. Het gebruik lag in Rotterdam en Leeuwarden respectievelijk twee á bijna drie keer hoger dan in Amsterdam.

In Amsterdam werden wel meer cocaïneresten aangetroffen dan in het riool van Leeuwarden en Rotterdam. Maar de hoeveelheden doen niet veel voor elkaar onder. Alle drie de steden staan wat betreft cocaïnegebruik in de Europese top-5, na Tarragona (Spanje) en Antwerpen.

Puzzelstukje

Kan Amsterdam nog wel de drugshoofdstad van Nederland genoemd worden? Met zulke conclusies is Trimbos-onderzoeker Smit-Rigter voorzichtig: „Op basis van deze meting kan je zien dat Rotterdam een duidelijk grootstedelijk profiel heeft, net als Amsterdam en andere grote Europese steden. Daar hoort een bepaald drugsgebruik bij.”

Voor Smit-Rigter vormen de drugsresten in het afvalwater een van de puzzelstukjes van het drugsgebruik. „Deze cijfers vertellen iets over het totale verbruik. Ze zeggen niets over wie de gebruikers zijn of hoe vaak ze gebruiken. We weten ook niet of het toeristen, forenzen, of inwoners van die steden zijn.”

Thomas ter Laak, betrokken bij de rioolwatermetingen, merkt op dat er slechts een week lang gemeten is: „Omdat we een steekproef nemen van één week uit één jaar, moet je kleine verschillen tussen steden niet als een verschil aanmerken.”

„Voor een compleet beeld van het drugsgebruik in Nederlandse steden is verdiepend onderzoek nodig”, zegt ook Ton Nabben, onderzoeker en criminoloog gespecialiseerd in drugsgebruik onder uitgaanspubliek en risicojongeren. Nabben volgt de laatste ontwikkelingen in de drugsscenes voor onder andere Jellinek preventie en Verslavingskunde Nederland (VKN). Dat doet hij door gebruikers en insiders – barpersoneel, jongerenwerkers en uitsmijters – uit het nachtleven te interviewen.

Een logische verklaring voor de hoeveelheid drugsresten in de Rotterdamse riolen heeft hij niet direct. „Ik kan het niet plaatsen. Het roept eerder meer vragen op.”

Pillenelectoraat

„Op de HBO’s en universiteiten zit het pillenelectoraat”, zegt Nabben. Studenten en feesttoeristen gebruiken speed en MDMA relatief vaak tijdens het uitgaan. „Ecstasy-gebruikers in de stad zijn naar verhouding vaak theoretisch opgeleid.” De hoge Rotterdamse waarden zijn daarom des te opvallender, suggereert hij, omdat er in Amsterdam veel meer studenten zijn dan in Rotterdam en ook het nachtleven uitgebreider is.


Blowen komt daarentegen relatief vaker voor in verschillende lagen van de bevolking – dat de cannabisresten in riolen elkaar niet veel ontlopen is dus niet zo gek, zegt Nabben. „Die leefstijl is in Amsterdam niet heel anders dan in Rotterdam of Leeuwarden. Je kunt na je werk naar de coffeeshop om met een blowtje even lekker te ontspannen.” Dat laat zich tegelijkertijd moeilijk rijmen met het relatief kleine aantal coffeeshops in Rotterdam en Leeuwarden vergeleken met Amsterdam, waar ook nog een substantiële groep Europeanen komt blowen.

Het cocaïnegebruik typeren is lastiger, stelt de onderzoeker. De drug wordt veel gebruikt in het nachtleven, maar ook tijdens het werk.

Spiegel van de samenleving

Thomas ter Laak doet al ruim tien jaar onderzoek naar drugsresten bij wateronderzoeksinstituut KWR, de uitvoerder van de afvalwatermetingen in Nederland. KWR noemt het riool „de spiegel van de samenleving”. De cijfers van Rotterdam en Leeuwarden verrassen Ter Laak niet.


Lees ook
‘De Antwerpse haven wordt overspoeld door Nederlandse drugscriminelen’, zegt OM-baas Franky De Keyzer

Franky De Keyzer bij het justitiepaleis van Antwerpen. De Keyzer:  „België straft pittig. Je krijgt  vrij snel zeven, acht, negen jaar voor drugsdelicten.”

Van iedere rioolwaterzuivering is bekend hoeveel huishoudens erop aangesloten zijn, waardoor onderzoekers het verbruik per inwoner kunnen uitrekenen. Met cijfers over de zuiverheid van de drug en de straatwaarde kan vervolgens een gooi gedaan worden naar de marktomvang van bepaalde drugs. In 2021 rekende KWR de drugsvrachten in het Rotterdamse rioolwater al om in een dagelijks kostenplaatje: voor cocaïne ging het om zo’n zeven ton per week.

Lozingen van drugs of afval verstoren soms de metingen in de riolen, vertelt Ter Laak. Vaak worden dan andere bijproducten in het water gedetecteerd, zodat het monster uitgesloten kan worden van verdere analyse. Of het gaat dan ineens om hoeveelheden drugs die logischerwijs niet te verklaren zijn. In Eindhoven lukte het dit jaar niet om tot een betrouwbare meting te komen van MDMA door de verstorende lozingen. „In 2018 zagen we bijvoorbeeld twintig kilo MDMA langskomen op één dag. Als je dat terugrekent naar het aantal inwoners van de regio Eindhoven, zou iedereen van jong tot oud een pil moeten hebben genomen.”

Nietsontziend

In Leeuwarden gaat het hoge drugsgebruik hand in hand met ondermijnende criminaliteit, blijkt uit een recent rapport. De onderzoekers, onder wie ondermijningsexpert Pieter Tops, stellen dat het drugsgebruik er „min of meer” genormaliseerd is. Ze wijzen op de rol die de provinciehoofdstad speelt in het doorvoeren van drugs – over het spoor, de weg en het water – richting Duitsland en Scandinavië, waar veel vraag is naar Nederlandse drugs. Het relatief grote buitengebied biedt kansen – een verlaten boerderij, een leegstaande schuur – voor criminelen.

Burgemeester Buma van Leeuwarden noemde het drugsgebruik in zijn stad „zeer fors” en wees in een brief aan de gemeenteraad op „de illegale en nietsontziende wereld” die achter het drugsgebruik schuilgaat.

In de stad is de drugshandel zichtbaar in het Leeuwarder straatbeeld, schrijven Tops en zijn collega’s. „In een groot deel van de stad opereren en/of wonen dealers, hetgeen drugsverslaafden aantrekt; en omgekeerd trekken verslaafden weer dealers aan. […] Criminele groepen (ook uit het ‘zware’ segment) zijn vanuit de Randstad naar deze wijken getrokken.”

Hoewel niet alle steden onderzocht zijn, vindt Smit-Rigter de cijfers waardevol. „Het rioolwateronderzoek vertelt ons waar interventies nodig zijn”, zegt ze. „Om te zorgen dat experimenteel gebruik van cocaïne niet verandert in verslaving, kunnen we op basis van deze relatief snel beschikbare cijfers nader onderzoek doen en ingrijpen.” Anders is het Trimbos afhankelijk van bijvoorbeeld cijfers van drugstestservices of hulpvragen bij GGD’s. Ze hoopt op meer rioolwateronderzoek vanuit gemeenten, zodat het drugsgebruik door de tijd gevolgd kan worden, óók in Europese context. „Dan kan de puzzel helemaal gelegd worden.”

Dit verhaal kwam tot stand in samenwerking met het Europese Urban Journalism Network.