Opinie | Is al die aandacht voor euthanasie bij psychisch lijden wel gezond?

Euthanasie bij psychisch lijden is de afgelopen maanden veel in het nieuws. Als hoogtepunt (of zwaartepunt) de verdrietige uitzending vorig najaar van Khalid & Sophie over David Mulder (31), die vanwege zijn chronische depressies op een humane manier werd geëuthanaseerd. Tijdens die uitzending bekroop mij een zorgelijk gevoel. Is al die aandacht voor euthanasie in de psychiatrie wel gezond?

Binnen de psychiatrie, mijn beroepsgroep, lijken er twee polen te ontstaan: aan de ene kant een naar extremisme neigende club die euthanasie propageert en de praktijk bijna romantiseert, terwijl aan de andere kant een club bijzonder terughoudend of zelfs principieel tegen is. Daartussen zit de stille meerderheid die bijna niet wordt gehoord in dit debat.

Dat is jammer. Ik denk dat hun perspectief – ik stap even uit de stille meerderheid – belangrijk is. Als ik met mijn collega’s spreek over dit thema, vertellen zij dat zich niet prettig voelen om een euthanasiewens te beoordelen, laat staan uit te voeren.

Zelf heb ik inmiddels meerdere euthanasie-beoordelingen verricht, en ze zijn zwaar, intens en ingewikkeld. Dat is niet alleen omdat het bijzonder complex is om überhaupt een uitspraak te doen over zoiets subjectiefs als uitzichtloos of ondraaglijk bij een groep patiënten met ernstige psychiatrische klachten. Nog belangrijker is dat wij, psychiaters, in de kern van onze identiteit behandelaren zijn. Ons werk bestaat veelal uit behandelen; behandelen van suïcidale gedachten, contact maken, perspectief en hoop bieden. In onze opleiding hebben we technieken geleerd om met wanhoop en teleurstellingen om te gaan die inherent zijn aan het leven met een psychiatrische stoornis en samen met onze patiënten te zoeken (en te vinden) hoe een waardig leven vorm te geven. Dat zijn essentiële kenmerken die ons vak zo mooi, waardevol, uitdagend en soms zwaar maken. Een euthanasie-beoordeling doen om een einde aan iemands leven te maken voelt daarmee contra-intuïtief.

Psychiaters (en andere hulpverleners) zien dit als geen ander, maar hun bezwaren worden regelmatig weggewuifd, zowel in de spreekkamer als in de media; vaak wordt er juist gepleit voor het doen van meer beoordelingen, zoals onlangs in De Volkskrant. Dit terwijl we de zorgen serieus moeten nemen. Bovendien zijn zelfs psychiaters vaak onbewust onbekwaam in het daadwerkelijk begrijpen van een dergelijk complex verzoek. Bedenk maar eens hoe moeilijk een doodswens los is te zien van een depressie waar suïcidale gedachten onderdeel zijn van het klinische beeld en onderdeel moeten zijn van een behandeling. Het is daarom begrijpelijk dat veel van mijn collega’s zich beperken tot het behandelen van patiënten. Bovendien zijn patiënten logischerwijs gekleurd in hun verzoek; want als je wanhopig bent, zie je ook geen perspectief meer en lijkt de dood soms de enige uitweg. En hoe gek ook, hetzelfde geldt voor psychiaters. Soms worden we door de wanhoop en het lijden van onze patiënten meegenomen en voelt het, deels ingegeven door behandelwanhoop en gebrek aan perspectief, alsof we falen. Immers, onze patiënt wordt, na een langdurige behandeling met passie en toewijding, maar niet beter.

Het Werther-effect

De huidige wachtlijstproblemen in de ggz zijn daarbij een indirect obstakel, zeker als je beseft dat minder dan 10 procent van de euthanasieverzoeken daadwerkelijk wordt gehonoreerd. De overgrote meerderheid van de patiënten die zich aanmelden voldoet niet aan de criteria (70 procent) of trekt zich terug (20 procent). Collega’s zullen sneller kiezen om iemand te behandelen dan iemand te beoordelen voor euthanasie. En net als veel collega’s durf ik dit bijna niet op te schrijven, uit angst dat sommige collega’s deze opvatting fundamenteel niet accepteren of bagatelliseren.

Dat breng me bij een tweede zorg. Ik vrees dat al die aandacht op radio en tv het probleem alleen maar groter maakt. Het zogeheten Werther-effect, genoemd naar de beroemde roman Die Leiden des jungen Werther (1775) van Goethe die leidde tot een golf van zelfdodingen. Het Werther-effect beschrijft de mogelijke besmettelijkheid van suïcides en onderzoek bevestigt dat spreken over suïcides in de media besmettelijk kan zijn.

Het is dan niet onlogisch dat dit ook geldt voor euthanasie bij psychisch lijden. Zoals een patiënte me vertelde dat ze door al die aandacht zelf ook weer somberder werd en meer ging nadenken aan euthanasie. Terwijl zij en haar lotgenoten misschien veel meer baat zouden hebben bij een behandeling dan een euthanasiebeoordeling.

Mijn conclusie: de aandacht die er nu is, zal waarschijnlijk meer euthanasieverlangens opwekken. Dat is geen goede zaak. Het is daarom essentieel dat we goed onderzoek moeten doen naar welk effect berichtgeving in de media heeft op onze patiënten, hoe we over dit thema praten in de media en hoe een eventuele euthanasie-epidemie in onze samenleving voorkomen kan worden.

Tot die tijd hoop ik dat de media voorzichtig, gedoseerd en genuanceerd over dit thema zullen berichten en dat we respectvol, veilig en verdraagzaam binnen onze beroepsgroep en met patiënten en naasten over dit thema kunnen praten.

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon: 113, 0800-0113, www.113.nl.


Lees ook
‘Geen euthanasie verlenen is ook een besluit met zware gevolgen’

Beslissen op de grens van leven en dood