Bam, bam!, galmt het door sporthal Kindercampus Zuidas, als de krav maga-training van lhbti-sportvereniging Tijgertje begonnen is. De ongeveer twintig aanwezigen oefenen in tweetallen; de één houdt een stootkussen vast terwijl de ander daar hard op in slaat. Klappen worden met vlakke hand uitgedeeld, zijn snel en onsierlijk. Als instructeur Sharon van Dongeren (44) en haar collega op het punt staan om nieuwe oefeningen te demonstreren, maakt de groep vlug een kringetje om hen heen.
Krav maga is een zelfverdedigingskunst die midden vorige eeuw werd ontwikkeld in Israël. Het uitgangspunt van deze discipline: hoe verweer je je het beste bij agressie. „We leren deelnemers simpele en doeltreffende stoten. Voor poespas is tijdens een echte aanval ook geen tijd. In de gymzaal trainen we met realistische scenario’s, we geven aanwezigen bijvoorbeeld mee hoe je uit wurggrepen ontsnapt of veel voorkomende stoten blokkeert”, vertelt Van Dongeren. „Een echte vechtsport met kampioenschappen, winnaars of verliezers, is het niet.”
In Nederland zijn er 66 krav maga-clubs die erkend worden door de nationale bond. Tijgertje is de enige vereniging met een focus op lhbti’ers. Tijgertje organiseert door heel het land krav maga-cursussen. In Amsterdam bijvoorbeeld, verzorgt de vereniging tussen september en juni wekelijks een training. Volgens Van Dongeren is er voor deze bijeenkomsten steeds meer animo. „Dat is verontrustend”, zucht ze. „Het zou mooi zijn als ik hier niet meer hoefde te staan.”
Aangiften van geweld
Uit gegevens van het opiniepanel van EenVandaag blijkt dat queerpersonen zich in toenemende mate onveilig voelen. Zo neemt ruim de helft van de ondervraagde lhbti’ers meer negatieve reacties waar tegenover hun gemeenschap dan voorgaande jaren. Niet alleen op straat, ook op het internet stuiten ze op onvriendelijke signalen.
Lhbti’ers doen daarnaast vaker aangifte van geweld, bedreiging en andere vormen van intimidatie. Volgens de Rijksoverheid ging het in 2020 om ongeveer 2.300 aangiftes, twee jaar later groeide dit aantal naar 2.654.
„Voor ik met krav maga begon, voelde ik me als homo steeds onveiliger in de stad”, zegt Jan Pieter de Lugt (50), programmacoördinator en deelnemer aan deze trainingen, nadat hij zijn zweetsnorretje droog heeft geveegd. „Ik werd bijvoorbeeld geïntimideerd als ik ’s nachts een man zoende op straat of als ik uit een gaybar stapte. Dan waren er groepjes jongens van een jaar of vijfentwintig die hun ogen toeknepen en vervelende dingen riepen. Ze hadden een slok op, denk ik, hoop ik. Er ontstond een klimaat dat me bang maakte. Ik wilde mezelf kunnen verdedigen als mij iets overkwam.”
Tegelijk voelt het alsof hij krav maga niet alleen voor zichzelf doet, zegt hij. „Als ik zie dat een ander wordt lastiggevallen, durf ik nu in te grijpen. Vroeger had ik daar de moed niet voor. Ik zou uitwijken en bang zijn voor de confrontatie. Ik ben zelfverzekerder. Het voelt goed om te kunnen bijdragen aan de veiligheid van een ander.”
Niet levensecht
Ties de Bresser (58) zet zijn bril stevig op zijn neusbrug voordat hij begint aan zijn oefening. Rond Ties’ bovenlijf knellen de armen van zijn sparringpartner, die achter hem staat. Vervolgens knijpt De Bresser in de hand van zijn trainingsmaatje. Hij schudt zijn heupen en duikt soepeltjes onder de oksel van zijn ‘aanvaller’ door. Als hij zich eenmaal heeft losgewurmd uit de greep, speelt er een glimlach om zijn lippen.
„Het is fijn om hier met andere lhbti’ers te zijn. Ik voel me veilig. Je weet namelijk zeker dat niemand je gek aan zal kijken vanwege je seksuele geaardheid of gender”, geeft De Bresser, een transman, aan. „Daarnaast hebben veel mensen hier te maken gehad met agressie en nare ervaringen. In dat opzicht hebben we veel gemeen. We kunnen het er met elkaar over hebben en leed delen. Een queervereniging heeft absoluut meerwaarde.”
De Bresser vertelt dat hij in het verleden zowel seksueel misbruikt als fysiek mishandeld is. „Hoewel krav maga me ook fit houdt, ben ik vooral gaan meetrainen omdat ik weerbaarder wilde worden. Toen ik vroeger werd toegetakeld, klapte ik dicht. Ik kon me niet verzetten en bevroor. Ik was een makkelijk slachtoffer”, zegt De Bresser. „Door alle oefeningen hier weet ik in principe wat ik moet doen.”
Toch, hij noemt de trainingen realistisch, niet levensecht. „Niemand hier is er op uit om me te verwonden. Misschien raak ik, wanneer ik daadwerkelijk word aangevallen wel weer in paniek”, zegt hij. „Hoe goed de technieken dan uit de verf komen weet ik niet. En hopelijk hoef ik daar nooit achter te komen.”
Juul Kienhuis (18) kijkt naar de rest van de groep, die grotendeels uit transpirerende mannen van middelbare leeftijd bestaat. Kienhuis vertelt, in tegenstelling tot veel andere deelnemers van de training, nooit fysiek te zijn aangevallen. „Ik ken sommige van hun verhalen. Het is heftig, ik ben blij dat het mij nog nooit overkomen is” zegt Kienhuis. „Ik ben ook nog maar jong, misschien maak ik het later mee.”
Door het internet werd Kienhuis zich ervan bewust dat er veel queerhaat is. „Nieuwssites staan vol met berichten over queers die mishandeld worden, op sociale media zag ik dat transpersonen vaak werden uitgescholden. Het was iedere keer schrikken. Toch raakte ik niet echt bang. Ik realiseerde me alleen wel dat er mensen zijn die niet het beste voor hebben met queerpersonen, met mij. Je weet maar nooit wie je tegenkomt op straat; voor mij is krav maga een soort voorzorgsmaatregel.”