Corruptie bij de politie? Daar hebben cadetten in Guatemala nog nooit van gehoord

In Guatemala is de politie niet je beste vriend. Eerder is ze een steekmug. Una mordida (letterlijk ‘een beet’) heet de steekpenning die agenten op elke straathoek aan burgers kunnen vragen. Dienders bijten al bij de kleinste overtredingen – of je die nu daadwerkelijk hebt begaan, of niet. Van een genegeerd stopbord tot een blaastest: wie gestoken wordt, moet met wat briefgeld een echte bekeuring of aanhouding afkopen.

Sommige agenten worden tot deze clandestiene belastingheffing gedwongen door corrupte superieuren. In het beste geval gebruiken die het smeergeld nog nuttig, om de benzinetank van de patrouillewagens te vullen, bijvoorbeeld. Andere agenten houden het zelf en spekken er hun (vaak karige) salaris mee. Eindresultaat is dat de gemiddelde Guatemalteek de politie bekijkt met een mengeling van vrees en walging.

Ondanks dat slechte imago melden zich bij de nationale politieacademie elk jaar veel meer geïnteresseerden dan dat er opleidingsplaatsen zijn. Vorig jaar waren er ruim 11.000 aanmeldingen voor 1.290 plekken, vertelt adjunct-chef Leydi Bautista op de groene en uitgestrekte academie in het noorden van Guatemala-Stad. Een streng lichamelijk, psychologisch en theoretisch staatsexamen bepaalt elk jaar wie er cadet mag worden.

Tientallen van deze gelukkigen marcheren deze ochtend in vier strakke rijen over de kazerneachtige campus. In gesteven donkerblauw uniform en op opgepoetste kistjes gaan ze van klaslokaal naar kantine naar barak. Aan hun riem een replica van hun toekomstige dienstwapen, om alvast aan het gewicht te wennen.

In elf maanden wordt deze lichting klaargestoomd tot junior agent. Wie in die tijd fysiek uit vorm raakt, niet tijdig terugkeert van weekendverlof of zwanger raakt, moet meteen weg. De baan is echter zo begeerd dat zulke uitval zeldzaam is, zegt officier Bautista. „Het jaar is al bijna over en er zijn pas dertig studenten gestopt.” (van de bijna 1.300 eerstejaars).

Studenten van de nationale politie academie in Guatemala-Stad tijdens een training.
Foto Luis Echeverria

Kladderadatsch

Wie wil er nu agent worden in een land als Guatemala? Straatbendes zijn de baas in sommige stadswijken en drugscriminelen heersen over delen van het platteland. Dat geldt voor veel meer landen in Latijns-Amerika – een regio waar slechts 8 procent van de wereldbevolking woont, maar 40 procent van alle mondiale moorden worden gepleegd. In Guatemala maakten vredesakkoorden in 1996 op papier een einde aan 36 jaar burgeroorlog, maar de strijdende partijen maakten deels een doorstart als delinquenten.

De 25 studenten van de politieacademie die de enquête van NRC invullen, voelen zich echter relatief veilig. De politiestudenten zijn allemaal geboren in de jaren na de vredesakkoorden en tonen zich niet erg bevreesd voor nieuwe oorlog of intern conflict. Veel vaker kruisen ze aan ‘ongeregeldheden’ te vrezen. Vorig jaar was een zeer bewogen verkiezingsjaar en burgers gingen wekenlang de straat op om de verkiezingsuitslag (een links anti-corruptiekandidaat won verrassend) te verdedigen tegen sabotage door de zittende machthebbers.

Onveiligheid ervaren de cadetten zelf niet zozeer op straat, in het openbaar vervoer of ’s nachts, maar in de economie, en dan vooral op de arbeidsmarkt. Banen zijn schaars en bijna altijd tijdelijk. „Zelfs een gemiddeld diploma volstaat niet meer om werk te vinden”, klaagt een ondervraagde 24-jarige student.

Studenten van de nationale politie-academie in Guatemala-Stad bij de lunch.
Foto Luis Echeverria

Ook de inflatie van de laatste jaren baart velen zorgen. Zo worden „alle boodschappen duurder”, schrijft een jongeman van 22. Een klasgenoot ziet dat „sommige mensen moeten stelen omdat ze door gebrek aan werk hun gezin niet kunnen voeden zoals het hoort”. Dat leidt tot meer criminaliteit, ziet een ander: „Ik maak me zorgen dat door de prijsstijgingen het geweld toeneemt, omdat mensen zonder werk thuis toch eten op tafel willen kunnen zetten.”

Onveiligheid ervaren de cadetten zelf niet zozeer op straat of ’s nachts, maar in de economie, en dan vooral op de arbeidsmarkt

Guatemala wordt regelmatig getroffen door aardbevingen, droogtes, orkanen en ook de coronapandemie sloeg er hard toe. Maar gevraagd naar negatieve toekomstscenario’s is de economie de grotere zorg. Gevraagd wat ze het meest waarschijnlijk achten voor hun land, vinken de studenten ‘economische ineenstorting’ veel vaker aan dan natuurramp, klimaatrampen of een nieuwe pandemie. Ook in hun eigen leven vrezen ze sterker de gevolgen van zo’n economische kladderadatsch meer dan andere tegenslagen.

Private beveiligers

Het verklaart waarom een baan als agent zo geliefd is. Vanwege het uniform, maar vooral het vaste contract: bij de overheid, voor het leven en met een prima pensioen na dertig dienstjaren. Te midden van alle geweld en economische onzekerheid is juist dat veiligheid. Een lot uit de loterij. „Mijn plek bij de Nationale Politie zal iets goeds zijn voor ons economische leven”, schrijft een 21-jarige studente.

Die zekerheid is een groot contrast met de precaire situatie van, bijvoorbeeld, de private beveiligers die overal banken, benzinestations, bedrijven en de betere buurten bewaken. Voor elke agent telt Guatemala drie particuliere beveiligers. Zij dragen doorgaans geen blauwe maar meestal zandgele of beige uniforms. Ze draaien lange diensten, verveeld leunend tegen de deurpost of gevel die ze beveiligen, met hun dubbelloopsgeweer diagonaal over de borst.

Een neef van politieacademiestudent Esther Alvaradón heeft zo’n beveiligingsbaantje, vertelt ze. Niet alleen verdient hij minder dan zij straks als agent, hij moet daar ook nog eens veel langer voor werken. „Hij moet tot wel vijftien dagen op rij werken en heeft dan maar twee dagen vrij, voordat hij weer opnieuw verwacht wordt. Ik moet straks soms ook acht dagen op rij werken, maar mag er dan ook acht compenseren.”

Voor Esther Alvaradón is de zekerheid van een politiebaan erg aantrekkelijk.
„Nu ik hier zelf een vuurwapen leer dragen, begrijp ik veel beter dat het geen speelgoed is”, zegt politieacademiestudent Roxana Álvarado.

Foto’s Luis Echeverria

Ook haar klasgenoot Roxana Álvarado ziet dat deze wachters het een stuk slechter hebben, vertelt ze. ,,Nu ik hier zelf een vuurwapen leer dragen, begrijp ik veel beter dat het geen speelgoed is. Je moet er in opgeleid worden, want als je niet weet hoe je het juist gebruikt, wil je niet weten wat er allemaal kan gebeuren.”

Corruptie

De politiecadetten noemen de wijdverspreide corruptie in hun land zelfs ook regelmatig in de enquêtes. Maar dan niet die binnen het korps waar ze over een aantal maanden deel van zullen uitmaken, maar de corruptie binnen de politieke klasse. Vraag ze specifiek naar de praktijk van de ‘mordidas’ en ze kijken je – met de instructeur binnen gehoorafstand – zo glazig mogelijk aan.

De politieke corruptie is ook een groeiend probleem in het land. Volgens het jaarlijkse onderzoek van Transparency International is ze in – in de ogen van Guatemalteken zelf – onder de vorige drie regeringen toegenomen. „De staat heeft geen institutionele middelen om hier tegen te vechten, omdat ook het Openbaar Ministerie en de magistratuur gecorrumpeerd zijn en de corrupte elites beschermen en degenen die zich er tegen uitspreken vervolgen”, aldus de gezaghebbende ngo in haar laatste jaarverslag over 2023.

De welhaast onuitroeibare corruptie, schrijft één student, „is een kwaad dat alle burgers raakt”. Een ander spreekt op zijn enquêteformulier liever over „enkele corruptiegevallen, zoals in elk land”. Weer een ander is juist bezorgd dat de ‘betogingen’, die vorig jaar gericht waren tegen de electorale inmenging door het corrupte OM en de oude politieke klasse, „het land in een economische crisis kunnen storten”.

Student Orlando Achila ziet een ander verband: „De laatste paar jaar zijn democratische processen een paar keer in gevaar geweest”, schrijft hij eufemistisch. „Maar het volk is hier tegen in opstand gekomen bij vreedzame betogingen”. Natuurlijk, vervolgt hij, „is het zorgelijk dat corruptie de instituties besmet, maar ik houd hoop en we blijven onze strijd voeren door ons professioneel en ethisch te scholen.”

Natuurlijk, zegt Orlando Archila, „is het zorgelijk dat corruptie de instituties besmet, maar ik houd hoop en we blijven onze strijd voeren door ons professioneel en ethisch te scholen.”
Foto Luis Echeverria

In een interview erkent Achila later wel voorzichtig dat corruptie ook de politie aanvreet en dat „de georganiseerde misdaad soms zakendoet met autoriteiten”. Maar, zegt hij: „Ik beschouw het persoonlijk niet als optie dat te tolereren. En natuurlijk heb ik er wel eens over nagedacht dat dit ook mij kan overkomen. Dat ik in die situatie beland.”

Maar Achila is overtuigd dat hij zijn rug recht zal kunnen houden als zijn commissaris hem mocht opdragen ook mordidas te gaan heffen. „De waarden die we hier ingeprent krijgen en die ik ook vanuit thuis meekreeg, maken dat ik daar niet in mee zal gaan” en somt die waarden dan op: „Loyaliteit, discipline, eer”.