Ze roffelen op trommels en pannen voor het Rotterdamse stadhuis. De demonstranten keren tegen het Rotterdamse woonbeleid dat zij niet sociaal vinden. Op een metersbrede banner staat: ‘Huizen voor mensen, niet voor winst’. En dat is in essentie hun kritiek. In Rotterdam wordt voor rijken gebouwd. Daklozen, bankslapers, studenten, starters, jonge en oudere mensen met een kleine beurs staan aan de kant. Voor de gewone Rotterdammer is steeds minder plaats, zegt Mustapha Eaisaouiyen, een van de initiatiefnemers.
Donderdag werd in de Rotterdamse raad gestemd over de nieuwe Woonvisie. Wethouder Chantal Zeegers (D66, Bouwen en Wonen) vertelt daarin namens het college wat er de komende zes jaar staat te gebeuren in Rotterdam op het gebied van wonen. Daarnaast bevat het ook een toekomstvisie tot 2040.
Er staan plannen in om de funderingsproblemen van Rotterdamse woningen die dreigen te verzakken aan te pakken. Ook moet er een flinke slag worden gemaakt met het isoleren en energiezuinig maken van huizen. En er zijn plannen om malafide huurbazen aan te pakken en het lastiger te maken om woningen te „verkameren” voor arbeidsmigranten. Daarover bestaat in de raad weinig discussie.
Veel discussie en onmin bestaat er over de vraag voor welke Rotterdammers nieuwe woningen gebouwd moeten worden, of door optoppen (verdieping op het dak) of woningdelen beschikbaar moeten komen.
Rotterdam wil 3.500 tot 4.000 nieuwe woningen per jaar bouwen, staat in de Woonvisie. Een kwart daarvan wordt sociale huur (huur tot 880 euro per maand) en veertig procent valt in het middensegement (huur tot 1.100 euro per maand).
Helft woningen is sociale huur
Een veel gehoord argument vóór die keuze is dat de helft van de circa 321.000 Rotterdamse woningen al sociale huur is. Bijna veertig procent van de Rotterdamse woningen is een sociale huurwoning van een corporatie. De overige ruim tien procent zijn particuliere verhuurders die een huur vragen tot maximaal 880 euro per maand. In de Woonvisie staat dat er gestreefd wordt het absolute aantal sociale huurwoningen voor de stad te behouden.
Lees ook
De sloop van een buurt die nog niet ‘op’ is
De coalitie richt zich daarmee vooral op woningen in het midden- en hogere segment, vinden oppositiepartijen. GroenLinks-raadslid Astrid Kockelkoren verwoordde wat veel oppositie partijen herhaalden. „Streven naar behoud? We hebben juist méér sociale huurwoningen nodig. PvdA-raadslid Co Engberts: „Zestig procent van de Rotterdamse huishoudens heeft recht op een sociale huurwoning.”
Het beleid van de Rotterdamse coalitie is al jaren gericht op het aantrekken van meer draagkrachtige Rotterdammers. In de vorige woonvisie (2016) werd daarom de sloop aangekondigd van flink wat sociale woningblokken, zoals de inmiddels beroemde Tweebosbuurt. Dit keer is de toon in dat opzicht wat milder. Maar meer dan een streven het absolute aantal sociale huurwoningen te behouden, zit er niet in.
Daklozen en bankslapers
Volgens de oppositie is ook die belofte in gevaar. Door onder meer waardestijging verdwijnen jaarlijks zo’n drieduizend woningen uit de sociale woningvoorraad, zegt Kockelkoren. En de stad bouwde er maar 897 sociale huurwoningen bij. „Dat is veel te weinig”, zegt ze. Tjalling Vonk (ChristenUnie): „We worden zo Dubai aan de Maas.”
De oppositie vindt ook dat de visie te weinig betekent voor daklozen. Tjalling Vonk (CU) citeert de Woonvisie. De gemeente wil zo min mogelijk daklozen in 2030. Slapper kan niet, vindt Vonk. Het doel moet volgens hem zijn: álle daklozen een huis.
En wat te denken van het beleid voor bankslapers? De gemeente schat dat in Rotterdam ongeveer 5.000 mensen bij vrienden of kennissen bivakkeren omdat ze (tijdelijk) geen huis hebben. In de komende vijf jaar wil de gemeente honderd plekken voor hen vinden. Veel te weinig, vindt Mieke Megawati Vlasblom (BIJ1): „In dat tempo zijn we in 2074 pas klaar!”
De VVD, sinds 2022 in een coalitie met Denk, D66 en Leefbaar Rotterdam, is juist blij met de Woonvisie. Eindelijk aandacht voor de middeninkomens, zegt Erik Verweij. De andere raadsleden wekken de indruk dat alleen mensen met een laag inkomen last hebben van de woningnood, vindt hij. Óók voor mensen met een middeninkomen is dat een probleem. En, zegt hij: „Geen stad in Nederland heeft een hoger aandeel sociale huurwoningen dan Rotterdam.”
Kockelkoren wijst hem erop dat hij vergeet te letten op de vráág naar sociale huurwoningen. In Rotterdam wonen meer mensen dan gemiddeld die op zoek zijn naar een sociale huurwoning. „Voor hen breek ik een lans.”
De raad ging donderdagavond akkoord met de Woonvisie met 26 stemmen voor, waaronder oppositiepartijen CDA en FVD, en 17 tegen.