Het is nog geen twee weken na de positieve aanbeveling van de Amsterdamse gemeenteraad voor een tweede termijn van de burgemeester. Maar het is weer, net als in 2020 na de Black Lives Matter-demonstratie op de Dam: alle ballen op Femke Halsema. In de Tweede Kamer heeft de PVV het kabinet gevraagd haar herbenoeming te verhinderen. Op X wordt ze onder meer „hypocriete kut” genoemd, „nazi”, „moslimhoer”, „linkse teef” en „loeder”.
Aanleiding voor de ophef is het protest bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum, afgelopen zondag. De demonstratie op het Waterlooplein was gericht tegen de uitnodiging van de Israëlische president Isaac Herzog, en zijn uitlatingen naar aanleiding van de oorlog in Gaza, waar al meer dan 30.000 Palestijnen zijn gedood.
Bij deze demonstratie waren ongeveer 1.500 mensen aanwezig en de betoging verliep over het algemeen „goed en rustig”, aldus de politie. Enkele demonstranten klommen op politiebusjes en gooiden vuurwerk naar de politie. Die verrichte daarop twaalf aanhoudingen.
Lees ook
Protest doet genodigden bij opening Holocaustmuseum denken aan ‘oorlogsgebied’
De ophef gaat vooral over het boegeroep en gefluit tijdens de symbolische inzegening van het museum, en leuzen die zijn geschreeuwd. Op filmpjes die circuleren op X is een keer „Oprotten kankerzionisten” te horen. En ook eens: „Hamas is my brother”, een steunbetuiging aan de regering in Gaza die verantwoordelijk is voor de aanval op 7 oktober, waarbij 1.200 Israëliërs zijn gedood.
Genodigden van de opening zeiden zondag tegen NRC dat zij de demonstratie als „bedreigend” hadden ervaren. Holocaustoverlevende Rudie Cortissos, die het gebouw met zijn achterkleindochter mocht inzegenen, was door het protest „geraakt”, verklaarde Halsema via sociale media. Zij noemde dat „afschuwelijk en onrechtvaardig” en was maandag bij hem op bezoek gegaan om te zeggen „hoezeer het mij spijt en dat er voor antisemitisme nooit, maar dan ook nooit een excuus is”.
‘Een ware gotspe’
Maar dat haalde de angel niet uit de woede. De voornaamste kritiek op Halsema is dat zij demonstranten veel te dicht bij de genodigden van de opening heeft laten komen. „Het riekt naar een politieke actie van de extreem linkse burgemeester van Amsterdam. Onverantwoord”, schreef Geert Wilders op X. Caroline van der Plas, voorvrouw van BBB, kon zich goed vinden in een brief van de hoofdredacteur van het Nieuw Israëlietisch Weekblad, die „razend” is op Halsema. Demissionair justitieminister en VVD-leider Dilan Yesilgöz noemde het uitjouwen van de genodigden „een ware gotspe”. De Liberaal Joodse Gemeente moest denken aan de jaren dertig en eiste van Halsema een „diepgaande evaluatie”.
Donderdagavond stuurde Halsema een uitvoerige brief naar de gemeenteraad, en legde daarin namens de Amsterdamse driehoek verantwoording af voor het verloop van de opening. In zeven pagina’s gebruikt Halsema zes keer het woord pijn, of pijnlijk. Zo vindt ze het „pijnlijk dat overlevenden van de Holocaust en aanwezigen zijn geconfronteerd met de emoties en het geschreeuw van woedende demonstranten”.
Uit de brief blijkt dat de driehoek wel heeft getracht deze confrontatie te beperken. Zo is vooraf één demonstratie tegen de komst van Herzog verplaatst, om te voorkomen dat bezoekers direct langs demonstranten moesten lopen. Er zijn ook maatregelen genomen om het volume en het bereik van het versterkte geluid van de demonstratie op het Waterlooplein te beperken.
Uit de brief blijkt ook dat het pro-Palestijnse protest waarover het meest te doen is – vlakbij de ingang van het nieuwe museum – spontaan ontstond rond een vooraf aangemelde pro-Israëlische demonstratie om Herzog bij de ceremoniële opening te verwelkomen. Het stemt de burgemeester „verdrietig dat de [pro-Palestijnse] demonstranten dit belangrijke symbolische moment niet hebben gerespecteerd”. Maar volgens de driehoek waren er op dat moment geen gronden om in te grijpen. De situatie was niet wanordelijk of onveilig.
Demonstratierecht
Halsema beroept zich in de brief op het demonstratierecht. Een burgemeester mag zich niet bemoeien met de inhoud of de toon van een demonstratie. De wet schrijft verder voor dat een demonstratie moet worden toegestaan ‘binnen zicht- en gehoorafstand’ van het doel waartegen demonstranten zich richten. Uitingen die kwetsen of choqueren zijn daarbij toegestaan. Antisemitische uitlatingen zijn strafbaar, maar die hebben de politie en het Openbaar Ministerie niet geconstateerd, niet op de dag zelf, noch achteraf.
Halsema kon behalve op de wet ook steunen op demissionair premier Mark Rutte, die het na de aanval van Wilders voor haar opnam: „Eén ding is zeker: als het gaat om het handhaven van de openbare orde bedrijven onze burgemeesters geen politiek”, aldus Rutte. Koning Willem-Alexander sprak ook al verzachtende woorden. „We moeten niet vergeten dat na de bevrijding van Nederland het recht op demonstratie ook weer is teruggekomen.”
Maar dat recht staat nu wel weer ter discussie. In de Tweede Kamer stemde dinsdag een meerderheid in met een fundamenteel debat over ‘de ontwikkeling van het demonstratierecht in Nederland’, waarin vermoedelijk ook aandacht zal zijn voor de protestacties van Extinction Rebellion, boze boeren en Kick Out Zwarte Piet, waar in de Kamer al langer onvrede over bestaat.
De Amsterdamse burgemeester mengde zich donderdag via haar brief alvast in de landelijke discussie. Volgens Halsema „is de demonstratievrijheid een belangrijk ventiel voor emoties, protest en boosheid”.
Volgende week moet zij zich verantwoorden in de gemeenteraad, waar de lokale VVD-fractie een spoeddebat heeft aangevraagd.