Wat vindt NRC | Op Nederlandse fietspaden moet je wel kunnen blijven fietsen

Het Nederlandse fietspad verandert snel. Door de opkomst van de e-bike en zijn obese neefje de fatbike is het er merkbaar voller, onoverzichtelijker en gevaarlijker geworden. De elektrische fiets, vaak met dikke banden, vaak opgevoerd, heeft de plek ingenomen van de scooter, die niet meer overal op het fietspad mag en waarvoor wél een helmplicht geldt. De onderlinge snelheidsverschillen nemen toe.

Met gevolgen. Het aantal verkeersdoden stijgt de afgelopen jaren na decennia van daling weer en bereikte vorig jaar zelfs het hoogste aantal sinds 2008. Met name onder fietsers van 75 jaar en ouder steeg het aantal dodelijke verkeersslachtoffers hard, zo bleek uit cijfers van het CBS. Uit enquêtes onder stadsbewoners, zoals onlangs in Amsterdam, blijkt dat 70 procent van de inwoners zich zorgen maakt over de verkeersveiligheid, deels door de elektrische fietsen.

Fietspaden moeten wel fietsbaar blijven. Fietsen is Nederlands cultuurgoed en is daarnaast een belangrijke sleutel voor de noodzakelijke duurzame transitie. Groene, autoluwe, straten zijn in veel Nederlandse steden in opkomst, met gunstige effecten op bewoners en biodiversiteit, maar die ontwikkeling kan alleen doorgaan bij voldoende alternatieven voor de auto, waaronder de fiets. Ook buiten de Randstad staat een gebrek aan fietsopties schoon vervoer in de weg. E-bikes kunnen de actieradius van forenzen vergroten, en de ‘vervoersarmoede’ (deels) helpen oplossen die op steeds meer plekken een probleem is.

Fietsen is Nederlands cultuurgoed en een belangrijke sleutel voor de noodzakelijke duurzame transitie

Daarom moet de fatbike-overlast samenhangender en integraler worden aangepakt dan nu gebeurt. Er zijn her en der wel experimenten die zoden aan de dijk kunnen zetten, maar de aanpak is nog erg versnipperd. De eerste prioriteit zou moeten zijn om de wettelijke maximumsnelheid voor ondersteuning beter te handhaven. Die is 25 kilometer per uur, maar veel e-bikes en vooral veel fatbikes, zijn opgevoerd tot wel 50 kilometer per uur.

In sommige gemeentes heeft de politie sinds begin dit jaar een nieuw instrument in handen: een speciale ‘rollenbank’ om de maximale snelheid van e-bikes te checken. In zes Europese steden, waaronder Amsterdam, testen gemeentes een systeem dat de snelheid van elektrische fietsen op afstand kan beperken. Dat staat nog in de kinderschoenen, maar kan op termijn wellicht een oplossing bieden.

Ruimtelijke inrichting speelt ook een rol: op bredere fietspaden is er minder gevaar, er zijn in diverse steden ook experimenten met ‘rode straten’ waar de auto te gast is en dus meer ruimte is voor fietsen en e-bikes. Dat kan lang niet overal maar is op meer plekken het overwegen waard.

Ook van verkopers valt meer te verwachten. Vier grote Nederlandse fatbike-fabrikanten kondigden dinsdag aan dat ze meer gaan doen om het opvoeren tegen te gaan, bijvoorbeeld door een boycot van dealers die dat blijven aanbieden. Een begin, maar de houding van fabrikanten moet pro-actiever en niet alleen dienen om ‘fatbike-shaming’ te voorkomen.

En de landelijke politiek dan? Demissionair minister Mark Harbers (Infrastructuur, VVD) noemde eerder maatregelen als een rijbewijs, kenteken en leeftijdsgrens „ingewikkeld”. Hij legt de verantwoordelijkheid om kinderen wel of niet op e-bikes te laten fietsen vooral bij ouders. Op zich terecht, maar er rijden niet alleen kinderen op en gezien de groeiende problemen is het de vraag of het beroep op de eigen verantwoordelijkheid voldoende is. Het fietsbaar houden van Nederlandse fietspaden is een collectieve opgave.