Een weduwnaar van tegen de negentig was terminaal ziek en de huisarts stelde voor dat hij naar een hospice zou gaan. Er was plaats voor hem in Den Haag. Den Haag? Moest hij naar Den Haag? Hoe ziek hij ook was, dat wilde hij niet. Hij was geboren in Nootdorp, hij had zijn leven geleefd in Nootdorp, hij zou sterven in Nootdorp. „En zo is het gegaan”, zegt de vrouw die het me vertelt. „Hij was een echte Nootdorper, dus is hij gestorven in Nootdorp.” Zelf is ze begin zestig en ze vindt het altijd lastig als mensen haar vragen of zij een echte Nootdorpse is, want dan moet ze bekennen dat ze geboren is in Voorburg. „Woningnood”, zegt ze. „Mijn ouders hebben drie jaar in Voorburg gewoond en toen konden ze pas terug.”
Een middeleeuws kerkje waarvan alleen de toren nog staat, daaromheen wat oude huisjes. En dááromheen: uitgestrekte nieuwbouwwijken op wat voorheen land van boeren en tuinders was. In 1945 woonden er een paar honderd mensen, in 1991 waren het er vijfduizend, nu zijn het er 19.000. Nootdorp ligt midden in wat bestuurlijk Metropoolregio Rotterdam Den Haag heet. Denk de A4, de A12 en de A13 er nog even bij en je hebt het plaatje.
Bijna een derde van de Nootdorpers heeft bij de verkiezingen in november 2023 op de PVV gestemd, meer nog dan in de plaatsen om Nootdorp heen – Pijnacker, Zoetermeer, Rijswijk – waar de PVV ook de grootste is geworden. De vrouw die tot haar verdriet in Voorburg is geboren heeft op „hoe heet ze ook alweer, die Turkse” gestemd. Het had net zo goed Wilders kunnen zijn. Ze kan niet goed uitleggen waarom, maar in de paar uur dat ik met haar en haar man zit te praten begin ik een idee te krijgen.
En nee, het gaat ze niet om de nieuwkomers. Veel van die 19.000 mensen in Nootdorp zijn niet eens nieuwkomers. Het zijn de kinderen en kindskinderen van Nootdorpers die in Nootdorp zijn gebleven. Daarbij, deze vrouw en deze man hebben niets tegen nieuwkomers zolang ze geen troep maken, niet hun hand ophouden en hard werken, zoals zij altijd hebben gedaan. Op hun twaalfde bollenpellen en aardappelen sjouwen, later een eigen zaak, tot ze niet meer konden door kapotte knieën en een kapotte rug. Waar gaat het wel over? Ik denk: in een wereld die sneller verandert dan valt bij te benen, klampen ze zich vast aan wie ze zijn: een Nootdorper. Gaat Yesilgöz of Wilders hen helpen? Vinden ze een grappige vraag. Politici die hen helpen? Dat zou wat zijn.
Dan nog dit. Zaterdag vroeg ik aan voorbijgangers in het winkelcentrum van Nootdorp, de Parade, wat ze van de politiek vonden nu er nog steeds geen regering is. Een van hen, een vrouw van begin dertig, fiets aan de hand, zoontje in het zitje, begon over Omtzigt: „Dat weglopen, wie doet dat nou? Dan ben je niet goed opgevoed.”
Bezuinigingen bij toezichthouders op Amerikaanse geheime diensten als de CIA, FBI en NSA.
De benoeming van Trump-loyalisten als Tulsi Gabbard, John Ratcliffe, en Kash Patel in de top van diezelfde diensten.
Een toezichtscommissie in het Congres die meebuigt met de politieke wensen van de president en zijn staf in het Witte Huis.
Er zijn vertrouwenwekkender signalen geweest over misschien wel de machtigste inlichtingendiensten ter wereld en hun inbedding in democratie en rechtsstaat. De stormachtige ontwikkelingen van het laatste halfjaar roepen ook binnen de Nederlandse inlichtingenwereld vragen op over dé hoeksteen van het werk van de AIVD en de MIVD: de decennialange en vaak zeer intensieve samenwerking met de Amerikaanse collega’s. Wordt die beïnvloed door de Trump-troubles, en zo ja, op welke manier? En hoe gevaarlijk is dat?
Na een kleine reis door de geschiedenis van een sowieso geregeld turbulente relatie, en gesprekken met twee oud-inlichtingenmedewerkers die zelf nauw met de VS samenwerkten, luidt de slotsom: verwijdering tussen Amerikaanse en Nederlandse diensten lijkt onontkoombaar, waardoor de kans navenant groter wordt dat bedreigingen van westerse belangen niet tijdig worden opgemerkt. Nederlandse diensten kunnen intussen slechts doen wat ze volgens de wet altijd al geacht worden te doen: zorgvuldig, en waar nodig omzichtig omgaan met hun Amerikaanse contacten. „Een beetje zoals twee vrijende egeltjes”, zoals Pieter Cobelens het uitdrukt.
Voor de oud-MIVD-chef (2006-2011) staat één ding vast: wat er nu gebeurt in de VS, is anders dan anders en gaat veel verder dan de daar gebruikelijke wisseling van de wacht in ambtenarij en krijgsmacht. „De huidige president van de VS is een beetje bezig de democratie uit te hollen”, zegt Cobelens. „Als dat in Nederland was gebeurd, zou dat voor mij aanleiding zijn geweest om als diensthoofd af te treden. Een democratie heeft, gezien de ingrijpende bevoegdheden van de diensten, fatsoenlijke waarborgen nodig om machtsmisbruik te voorkomen en te zorgen dat er goede informatie komt. Anders kun je als dienst niet werken.”
Professionaliteit en neutraliteit
Hugo Vijver werkte zo’n vijftien jaar samen met Amerikaanse inlichtingenmedewerkers. Vanaf 2005 gebeurde dat in het Caribisch gebied. Voor de AIVD moest hij inschatten hoe serieus de dreiging was van Venezuela en diens dictator Hugo Chávez richting de Antillen. Chávez maakte in die jaren toespelingen op een eventuele aanval op Aruba, Bonaire of Curaçao . Dat wekte niet alleen de zorg van Den Haag maar ook die van Washington. Vijver: „De Antillen zijn de achtertuin van de VS. Die hebben er grote economische belangen en een legerbasis op Curaçao.”
Aan de gewonnen professionaliteit en neutraliteit wordt nu weer afbreuk gedaan
Vijver viel de professionaliteit op van de Amerikanen, en de politieke neutraliteit van de inlichtingenwereld die zowel Democratische als Republikeinse regeringen kon bedienen. De kwaliteiten waren mede het resultaat van ingrijpende hervormingen, volgend op de schandalen rond de CIA. Die was in de jaren zeventig en tachtig betrokken bij coups zoals die in 1973 tegen de democratisch gekozen president Salvador Allende in Chili. Ook waren harde lessen getrokken uit het niet zien aankomen van de verwoestende aanval van Al-Qaida-terroristen op het World Trade Center in New York en het Pentagon nabij Washington.
Het hoofdkantoor van de AIVD in Zoetermeer. Foto Remko de Waal/ANP
Aan de gewonnen professionaliteit en neutraliteit „wordt nu weer afbreuk gedaan”, zegt Vijver. „Het kan niet anders dan dat de ontwikkelingen van de laatste tijd gevolgen hebben, of snel gaan hebben voor de samenwerking met onze diensten.”
Sinds 2018 zijn AIVD en MIVD verplicht hun samenwerking met andere diensten te toetsen op belangrijke zaken als professionaliteit en rechtsstatelijke waarborgen. „Dat zal nu gebeuren, of is al gebeurd”, stelt Vijver. In de wet staat immers dat deze weging ‘periodiek’ moet geschieden, én ‘als daar aanleiding toe bestaat’. „Naar buiten toe wordt over het resultaat daarvan niets medegedeeld.”
In sneltreinvaart somt de oud-analist, nu publicist, de meest zorgelijke ontwikkelingen op. Qua professionaliteit en kwaliteit noemt Vijver de invloed van het aanbod van de regering-Trump aan alle medewerkers van de CIA om met een premie te vertrekken. Het aanbod was bedoeld als bezuiniging én zuivering. „Voor wie de lijn van Trump niet bevalt, is het nú tijd om te vertrekken”, zei CIA-baas John Ratcliffe. Wie precies van het aanbod gebruik maakte, weet Vijver niet. „Maar de ervaring leert dat de besten daarvan gebruik maken, en dat dit dus een braindrain tot gevolg heeft.”
Dan de onzorgvuldigheid waarmee Trump en de zijnen omgingen met staatsgeheim materiaal, of geheime gesprekken. De president nam na zijn vertrek uit het Witte Huis in 2021 veel staatsgeheim materiaal mee naar zijn privé-domein in Mar-a-Lago en werd daarvoor aangeklaagd. Tulsi Gabbard, de huidige inlichtingenchef (Director of National Intelligence) sprak in januari 2017 privé met de Syrische leider Bashar al-Assad waarbij alleen een Russische tolk in de buurt was. Defensieminister Pete Hegseth liet in maart van dit jaar een journalist van The Atlantic en familieleden meekijken in een appgroep waar een Amerikaanse luchtaanval op de Houthi’s in Jemen werd voorbereid.
En tot slot: de neutraliteit van de diensten, of liever, het gebrek eraan, aldus Vijver. „Tulsi Gabbard die eerst had gezegd dat het Iraans atoomprogramma geen dreiging voor Amerikaanse belangen inhield, maar dat inslikte toen Trump haar openlijk corrigeerde.” Maar ook: de manier waarop de FBI nu wordt betrokken bij het aanklagen van iedereen bij het overheidsapparaat die betrokken was bij de rechtsvervolging van de mensen die het Capitool bestormden, op 6 januari 2021. En ook oud-president Barack Obama is inmiddels in het vizier van de Trump-getrouwen. Volgens Gabbard en minister van Justitie Pam Bondi zouden de Democraten onwettige acties hebben opgezet om Trump in verband te brengen met Rusland. „Dat heeft alles heeft veel weg”, zegt Vijver „van een heksenjacht waarbij de neutraliteit van de diensten verdwijnt. Medewerkers van Nederlandse diensten zullen een en ander ongetwijfeld opmerken en volgen.”
De diepgewortelde instelling van AIVD- en MIVD-medewerkers is sowieso altijd: ‘We vertrouwen eigenlijk niemand’
Continuïteit
Zorgen genoeg dus. Maar wat dit betekent voor het dagelijks werk van de Nederlandse inlichtingendiensten en hun samenwerking met de VS, is veel moeilijker te achterhalen. Sinds de toezichthouder op de Nederlandse diensten (CTIVD) over die samenwerking begon te schrijven (vanaf 2006), kwam één thema vaak terug: dat van grote continuïteit in de relatie. Dat kwam niet alleen door de voor de hand liggende, enorme gezamenlijke veiligheidsbelangen. Het is nu eenmaal veel gemakkelijker, schreef de CTIVD, om nieuwe kandidaten voor samenwerking met AIVD en MIVD te toetsen op criteria zoals professionaliteit en rechtsstatelijkheid, dan samenwerking met oude vertrouwde bondgenoten op andere leest te schoeien. „Het toetsen van een dienst bij aanvang van een samenwerking is relatief overzichtelijk”, schreef de toezichthouder in 2018. „Het is echter lastiger om bestaande samenwerkingen periodiek te herijken, mede doordat er sprake is van vertrouwensrelaties, afhankelijkheden en operationele verwevenheid.”
Daar komt nog iets anders bij, vertelt oud-MIVD-chef Cobelens. De diepgewortelde instelling van AIVD- en MIVD-medewerkers is sowieso altijd: „We vertrouwen eigenlijk niemand.” Gegevens, tips, inlichtingen: er wordt informatie gedeeld als dat strikt noodzakelijk is (het need to know-principe). Dat geldt binnen het gebouw van de AIVD in Zoetermeer en de Frederikkazerne in Den Haag (MIVD), en al helemaal in het contact met medewerkers van andere landen, zegt hij. „Ook die van de VS.”
De observatie van Cobelens sluit aan bij wat historicus Cees Wiebes in 2016 schreef in zijn boek Samen met de CIA (2016): „Er is zelden sprake van bevriende diensten. (…) De Nederlandse diensten moeten zich omzichtig begeven in het internationale speelveld.” Daarbij kwamen de Nederlanders ook regelmatig tegenover de VS te staan. Al in de jaren vijftig werd de CIA ervan beschuldigd activiteiten op Nederlandse bodem uit te voeren, dit buiten medeweten van Nederlandse diensten om.
Een halve eeuw later, in 2005, kwam het om die reden zelfs tot de uitwijzing door Nederland van de CIA-chef in ons land, nota bene op aandringen van de AIVD. CIA-agenten hadden buiten de dienst om geprobeerd afluisterapparatuur te plaatsen in het huis van een Nederlandse zakenman die ook al afgeluisterd werd door de AIVD.
Zodra Amerikanen merken dat Nederlanders minder scheutig worden met delen van belangrijke inlichtingen – wat voor de hand ligt – gaan er meteen telefoontjes naar Den Haag
Harde les van 9/11
Ook in tijden van botsingen waren de gemeenschappelijke belangen van CIA en AIVD om het Westen gezamenlijk te beschermen tegen bijvoorbeeld Russische invloed of jihadistische dreigingen veel zwaarwegender, stelt Vijver. Daardoor zullen volgens hem (nog) geen grote veranderingen optreden. Bovendien zijn de Amerikaanse diensten niet de gemakkelijkste in de omgang, zegt hij uit eigen ervaring, wat intimiderend werkt op bondgenoten en daarmee snelle veranderingen afremt. „Amerikaanse diensten gaan, meer nog dan andere, uit van het principe: Voor wat, hoort wat. Zodra ze merken dat Nederlanders minder scheutig worden met het delen van belangrijke inlichtingen – wat voor de hand ligt – gaan er meteen telefoontjes naar Den Haag. De Amerikanen zullen sterk reageren en zelf ook minder delen.”
Het hoofdkwartier van de MIVD op het terrein van de Frederikkazerne in Den Haag. Foto Laurens van Putten/ANP
Daar wordt niemand beter van, concludeert Vijver. „Want dan krijg je een gevaarlijke spiraal naar beneden. De kern van het inlichtingenwerk is juist om te proberen de juiste puzzelstukjes naast elkaar te leggen. Dat was bijvoorbeeld de harde les van 11 september. Toen bleek dat allerlei diensten in de aanloop naar de aanslagen langs elkaar heen hadden gewerkt.”
Ondanks de historische kracht van de samenwerking zit er onmiskenbaar verandering in de lucht, denken oud-MIVD-chef Cobelens en voormalig AIVD-analist Vijver. Het kan bijvoorbeeld gaan om het voorzichtiger worden bij het delen van informatie over politiek gevoelige onderwerpen als het atoomprogramma van Iran of kennis over Rusland en Oekraïne, landen waar Nederlandse diensten vanouds ook bronnen hebben.
Eigen satellieten
Beide inlichtingenexperts noemen daarnaast technologie als domein waar de veranderingen in de relatie tussen de diensten zichtbaar zullen worden. Ze wijzen op de investeringen die de krijgsmacht van Nederland op dit moment doet in eigen satellieten, drones en andere verkenningsmiddelen. „Dit is cruciaal voor het verwerven van eigen inlichtingen, los van de VS”, zegt Vijver.
Daarnaast is Cobelens al acht jaar bezig met een commercieel programma voor Nederland en Europese partners om data op eigen servers en andere digitale opslagruimtes op te slaan. Aanvankelijk gebeurde dat onder de vlag van betere beveiliging tegen Russische hackers en criminele bendes.
Inmiddels is daar ook het politieke doel van ‘strategische autonomie’ bijgekomen, zegt Cobelens. Met andere woorden, minder afhankelijkheid van Amerikaanse clouddiensten. „Het streven naar versteviging van de eigen digitale infrastructuur stond in het vorige verkiezingsprogramma van de VVD uit 2023”, zegt Cobelens; hij schreef er zelf aan mee. De betreffende paragraaf is in het nieuwe verkiezingsprogramma aangescherpt, bleek afgelopen zaterdag. De VVD wil „dat Nederland en Europa minder afhankelijk worden van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra”. Ook bepleit de partij „een sterke Europese samenwerking op het gebied van cyberveiligheid en inlichtingen”. De liberalen streven naar een Europese hoogwaardige inlichtingengemeenschap (Europese ‘Five Eyes’) zonder de VS.
Lees ook
MIVD: overheid en bedrijven moeten meer data delen om Nederland te verdedigen tegen cyberdreiging
De Amerikaanse trans man Elliot Hefty (37), uit Kentucky, legt zijn telefoon op het houten keukentafeltje in het asielzoekerscentrum in Ter Apel. „Kijk”, zegt Hefty en toont een foto van een flyer ondertekend door de Ku Klux Klan. ‘Go away or get deported!’ staat er in dikke zwarte letters op de flyer die een aantal maanden geleden op de voordeur van Hefty werd geplakt. „We waren de enigen in onze straat die zo’n briefje kregen.”
Hefty zit met landgenoten en trans personen Jane Arc (47, software ontwikkelaar) en Veronica Clifford Carlos (28, beeldend kunstenaar) in een gehorig keukentje in het ‘pinkhouse’ in het azc van Ter Apel, het grootste asielzoekerscentrum van Nederland. Het pinkhouse is een gebouwtje achter op het terrein, bedoeld voor tientallen migranten die op grond van hun seksuele geaardheid en gender asiel aanvragen. Het keukenraam kijkt uit op een hek met prikkeldraad en een slootje. Daarachter begint het Groningse boerenland.
Elliot Hefty op het parkeerterrein van het azc bij Ter Apel. Foto Sake Elzinga
Arc en Clifford Carlos (allebei uit Californië) en Hefty hebben elkaar leren kennen in Ter Apel. Ze vroegen afzonderlijk van elkaar asiel aan, omdat ze zich in de Verenigde Staten niet meer veilig voelen. Sinds de beëdiging van president Trump begin dit jaar zijn er wetten ingevoerd waardoor de overheid nog maar twee seksen erkent: ‘X’ is geen categorie meer. De financiering van transgenderzorg is voor jongeren opgeschort. En transgender jongens en meisjes mogen niet meer meedoen aan sportwedstrijden in de categorie van het gender waarmee ze zich identificeren.
Er was gebeld dat er een man in de vrouwenkleedkamer rondliep
Ook eist de regering-Trump van onderzoeksinstituten dat zij termen als ‘transgender’, ‘gender’ ‘transseksueel’, ‘lhbti’ en ‘non-binair’ schrappen uit hun onderzoeken. Verschillende onderzoeksorganisaties haalden duizenden pagina’s offline en verwijderden de termen. Met deze woorden wordt, volgens Trump, geprobeerd „de biologische realiteit van sekse te ondermijnen”.
Asielaanvragen
De Nederlands belangenorganisatie LGBT Asylum Support staat sinds Trump is aangesteld circa twintig Amerikaanse trans personen bij die een asielaanvraag hebben lopen. In eerdere jaren kwam dit niet voor, volgens de organisatie. Arc en Hefty kwamen eenmaal in Nederland in contact met LGBT Asylum, Clifford Carlos al voor vertrek uit de VS.
Volgens de immigratiedienst IND hebben de eerste helft van dit jaar 33 Amerikanen een asielaanvraag ingediend. In de jaren ervoor schommelde het aantal tussen de vijf en achttien. Volgens de IND „valt niet met zekerheid te zeggen” dat de toename verband houdt met aangescherpte wetten in de VS. LGBT Asylum Support is na de inauguratie van Trump benaderd door vijftig trans personen uit de VS en dit kwam „overduidelijk” door de aangescherpte wetgeving, volgens de belangenorganisatie.
Al tijdens zijn verkiezingscampagne bleek dat Trump het voorzien had op transgender personen. Hij wilde de „transgendergekte uit onze scholen bannen en mannen uit de vrouwensport weren”. Want, uit peilingen bleek dat Amerikanen vonden dat rechten voor trans personen waren doorgeschoten.
Jane Michelle Arc met haar hondje Noah. Foto Sake Elzinga
Voor de tweede termijn van Trump was het ook al onveilig voor trans mensen, benadrukken Arc, Hefty en Clifford Carlos. Arc was een triatlonner en trainde tientallen uren per week; ze was dagelijks in de sportschool te vinden. Tot in 2022 in de kleedkamer van de sportschool een agent onverwachts haar ID-kaart vroeg. De politieman bleek te zijn getipt, zegt Arc. „Er was gebeld dat er een man in de vrouwenkleedkamer rondliep.” De agent sloeg Arc in de boeien, zegt ze. Hij liet haar uiteindelijk gaan toen ze haar paspoort toonde. „In mijn paspoort staat dat ik een vrouw ben.”
Maar Arcs paspoort verloopt over minder dan een jaar. Ze vreest dat ze in haar nieuwe paspoort wordt teruggezet naar haar geboortegeslacht – man. „Als ik dan weer gecontroleerd word in de kleedkamer ga ik de gevangenis in.”
Omslagpunt
Hefty merkte tijdens zijn werk, voor een organisatie die voedsel en medische hulp verstrekt aan arme gezinnen, dat de herverkiezing van Trump een omslagpunt was. Hij en collega trans personen werden voor hun gevoel gedegradeerd naar „niet zichtbare plekken” op het kantoor, zoals de klantenservice. En Clifford Carlos, die zich identificeert als vrouw, vluchtte toen de overheid haar in haar paspoort uiteindelijk toch als man registreerde, terwijl ze bij andere instellingen al langer als vrouw geregistreerd staat.
Op Schiphol vroegen ze alle drie politiek asiel aan. Veronica Clifford Carlos reisde met haar vader. Die ging na een paar dagen weer terug naar de Verenigde Staten, zegt ze. Jane Arc nam haar witte hondje Noa mee, die Arcs medicijnen tegen epilepsie om haar nekje meedraagt. Alle drie waren nog nooit in Nederland geweest, zeggen ze, maar lazen online dat de rechten van trans personen er goed beschermd worden.
Het leven in een asielzoekerscentrum valt mee, zeggen ze. Ze delen de bovenverdieping van het huisje met lhbti+-ers uit Colombia, Iran en Koeweit. Op de begane grond wonen Oegandezen, Nigerianen en Ghanezen, die wegens hun seksuele geaardheid asiel hebben aangevraagd in Nederland. Hun dagen slijten ze vooral op het terrein van het asielzoekerscentrum, en soms erbuiten.
Ik besef nu hoe slecht ik het had
Veronica Clifford Carlos: „Ik loop naar Ter Apel, ga met de bus naar Emmen, met de trein naar Groningen. Ik groet mensen en zeg ‘goedemorgen’. Ik besef nu hoe slecht ik het had.” Jane Arc gaat voor behandeling van haar migraine om de paar weken naar Hoogeveen. „Het is een bevrijding hier te zijn.” Samen roken Cliffford Carlos en Arc af en toe een joint.
Onveilig
Het COA-personeel is vaak vriendelijk en behulpzaam, en beveiligers en politieagenten zijn begripvol, zeggen ze. Clifford Carlos: „In de VS leer je bang te zijn voor de politie, hier hoeft dat niet.”
Toch is het asielzoekerscentrum soms ook onveilig. Als Hefty in het gras gaat zitten, vertelt hij, roepen moeders hun kinderen bij zich. En, voegt hij toe, staren mannen hem aan.
Clifford Carlos werd door een onbekende bewoner in de buurt van het washok bij haar borsten gegrepen. Opvangorganisatie COA kon hier weinig tegen doen, volgens haar, omdat het buiten het zicht van de camera’s gebeurde. Na aandringen door LGBT Asylum Support kreeg ze een plekje in het huis voor lhbti+-ers.
Veronica Clifford Carlos in Heerlen. Foto Chris Keulen
Er wordt gejoeld voor het pinkhouse. Clifford Carlos kijkt naar buiten. Lhbti+-asielzoekers uit Oeganda, Nigeria en Sierra Leone sprinten op een man op sandalen af. „Daar zul je Sandro hebben”, zegt Clifford Carlos. Sandro Kortekaas van LGBT Asylum Support is een bekendheid in de lhbti+-gemeenschap van asielzoekers, hij ondersteunt ze al jaren tijdens de asielprocedure.
De Afrikaanse queer asielzoekers maken om de beurt een selfie met Kortekaas. „De selfies zijn voor hun asieldossier”, legt Hefty uit: „Door op de foto te gaan met Sandro willen ze de IND laten zien dat ze actief zijn in de gay gemeenschap.”
Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken paste nadat Trump opnieuw president werd haar reisadvies naar de Verenigde Staten aan, speciaal voor de lhbti+ gemeenschap. Die moet, volgens het ministerie, in de VS rekening houden met wetten die afwijken van wat in Nederland geldt, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheidszorg.
De eerste asielaanvragen zijn afgewezen omdat de VS, volgens het ministerie en immigratiedienst IND, nog steeds veilig is
De eerste asielaanvragen van Clifford Carlos en Hefty zijn inmiddels afgewezen omdat de Verenigde Staten, volgens het ministerie en immigratiedienst IND, nog steeds veilig is. De IND baseert zich hiervoor op het ‘ambtsbericht over de VS’ van Buitenlandse Zaken. Hefty is inmiddels verplaatst naar de ‘uitzetlocatie’ op het terrein en Clifford Carlos verhuist deze week naar het opvangcentrum in Heerlen. Hefty en Clifford Carlos zijn in beroep tegen het besluit van de immigratiedienst.
Oude informatie
Het IND-oordeel is gebaseerd op oude informatie, vinden Hefty, Clifford Carlos en Kortekaas, die inmiddels ook in het keukentje staat. „Die informatie stamt nog uit de tijd voor Trumps’ eerste termijn uit 2016”, volgens Kortekaas. Hij heeft daarom deze maand een brief geschreven aan demissionair minister David van Weel (Asiel en Migratie, VVD) waarin hij stelt dat Nederland het „inhumane en discriminerende beleid” van Trump negeert. In een reactie op de brief schrijft de directeur Migratiebeleid van het ministerie van Justitie weliswaar dat de „ontwikkelingen” in de VS „zorgwekkend” zijn voor trans personen, maar dat er „geen gegronde vrees” is voor „vervolging. Voor een „herbeoordeling” van de VS „als veilig land van herkomst”, is volgens het ministerie nu geen aanleiding.
Maar dat klopt volgens Arc, Clifford Carlos en Hefty niet. Clifford Carlos: „Ik vrees het moment dat de persoon die me fagot [mietje] noemt een pistool trekt en me neerschiet.” Haar advocaat vindt dat ze een goede zaak heeft, zegt Clifford Carlos. Kortekaas knikt.
Arc wacht ondertussen op een uitnodiging met de immigratiedienst, voor haar eerste gesprek. Medewerkers van Vluchtelingenwerk Nederland zeggen dat ze haar medische dossier op orde moet maken, maar wat ze daarmee bedoelen blijft vaag, zegt ze. „Trans personen zijn medisch goed gedocumenteerd: elk stapje wordt bijgehouden.” Maar haar dossier beslaat „tienduizenden pagina’s”, zegt Arc. „Ik heb geen idee welke documenten relevant zijn voor de IND.”
Arc, Hefty en Clifford Carlos maken mogelijk ook als ‘hoogopgeleide migrant’ of ondernemer kans op papieren in Nederland zonder politiek asiel aan te vragen, maar dat vinden ze nu niet de juiste route. „Ik word achtervolgd door mijn buren en door de overheid en loop gevaar in mijn eigen land”, zegt Jane Arc. „Dat is een goede reden voor politiek asiel.”
Terug naar de Verenigde Staten willen ze alle drie niet. Hefty: „In Amerika heb ik geen huis, geen werk en geen gezondheidszorg – de publieke gezondheidszorg voor trans personen is onbetaalbaar geworden.” Eind 2024 betaalde Hefty nog 16 dollar voor zijn pillen, zegt hij, een paar maanden later was dat gestegen naar 180 dollar.
„Hé”, zegt Sandro Kortekaas „dat is een goed voorbeeld voor mijn speech op de pride, lekker concreet.”
Als Clifford Carlos uiteindelijk niet meer in beroep kan, zal ze Nederland verlaten, zegt ze. Een leven onder de radar, zonder papieren, wil ze niet. Ze verhuist dan misschien naar de Filipijnen. Daar woont familie van haar.
Lees ook
Amerikaanse transgenders vrezen nieuwe regels: ‘We worden uitgewist’
Stap voor stap schuifelt de tachtigjarige Sien Sukhraj aan de arm van haar man vooruit. Heel vlot gaat het niet, maar het gáát. „We hoeven niet te rennen, hoor.” De twee lopen al tien jaar lang regelmatig een rondje van één à twee uur met de wandelgroep van Frank Kanhai (62), want „goed voor de gezondheid en je komt onder de mensen”, zegt Sukhraj. Haar man heeft dementie, wat de sociale activiteiten soms beperkt.
Haar man was „zijn volwassen leven lang” diabeet, vertelt Sukhraj. Toen ze tien jaar geleden begonnen met wandelen, ging het al snel veel beter met hem: meer energie, minder pijn in de gewrichten. „We gingen samen bloed laten prikken en de dokter zei: de diabetes is verdwenen”, vertelt ze. „Ik hoorde het in Keulen donderen. Toen begon ik te begrijpen hoe belangrijk lopen is. Ook al loop je achteraan.”
De twee zijn Hindostaans-Surinaams, net als de andere wandelaars deze vrijdag in Den Haag. In die gemeenschap komt diabetes type 2 veel vaker voor dan onder autochtone Nederlanders. Voor mensen boven de vijftig jaar oud is het risico zo’n vijf keer groter, voor mensen onder de vijftig zelfs tot tien keer groter. Ook in de Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse gemeenschappen komt diabetes vaker voor. Dat heeft te maken met zowel leefstijl als erfelijkheid.
De medailles die bij iedere wandeling uitgereikt worden, hangen de Sukhrajs thuis aan de deurklink. „Dan horen we de inbrekers aankomen.” Wandelaar Asha Boejharat-Soekhoe (61) heeft thuis een mand „met wel honderd medailles van Frank” liggen.
Ze is vandaag alleen gekomen, maar vaak neemt ze een kind of kleinkind mee. Geen van hen heeft diabetes, en zijzelf ook niet, maar het zit wel in de familie. „Dus moeten we goed in beweging blijven en probeer ik mijn kinderen en kleinkinderen vanaf jonge leeftijd te stimuleren, door te wandelen met nana [opa] Frank.”
Genetische aanleg
Bij mensen met een Hindostaanse afkomst – nazaten van contractarbeiders uit India – hangt de erfelijkheid mogelijk samen met het koloniale verleden. Volgens de thrifty gene-hypothese hebben afstammelingen van mensen die te maken hadden met hongersnoden een hoger risico op diabetes. Hun lichamen zouden efficiënter vet zijn gaan opslaan om beter om te kunnen gaan met schaarste – maar daar in tijden van overvloed juist nadeel van ondervinden. In India woedden van de achttiende tot en met de twintigste eeuw grote hongersnoden, grotendeels veroorzaakt of verergerd door het beleid van de toenmalige Britse heersers.
Dat kan invloed hebben gehad op de genetische aanleg, maar ook op de epigenetica: een soort aan/uit-knoppen van de genen, legt Mary Nicolaou uit. Zij is onderzoeker aan het Amsterdam UMC en een van de projectleiders van de grootste Europese studie naar etnische diversiteit in gezondheid en gezondheidszorg (Helius). Ze doet in dat kader veel onderzoek naar diabetes.
„Verandering in de genetische aanleg is minder waarschijnlijk, omdat zoiets doorgaans duizenden jaren duurt”, zegt Nicolaou. Veranderingen in epigenetica gaan sneller. „Als je moeder tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld ondervoed is, heeft dat dan al invloed op jouw eitjes die later bevrucht worden. En dus niet alleen op jou, maar ook op je kinderen.”
fOTO oLIVIER mIDDENDORP
Witte wandelgroepen
De leefstijlfactor bij type 2 maakt dat er een stigma op rust: type 2? Dan moet je gewoon gezonder eten. Zo simpel is het dus niet. Bovendien, zegt Nicolaou: „Leefstijl is vaak het gevolg van de omstandigheden waarin mensen leven. Wij zien in ons onderzoek dat factoren als discriminatie, armoede en chronische stress daar veel invloed op hebben.”
„Uit onderzoek blijkt dat tot 25 procent van de etnische verschillen in depressie is toe te schrijven aan ervaren discriminatie. Uit ander onderzoek blijkt dat chronische stress, bijvoorbeeld door discriminatie en levensomstandigheden, iets doet met je leefstijl én je lichaam.”
De Bas van de Goor Foundation – een stichting van voormalig professioneel volleyballer Bas van de Goor, zelf diabeet – richt zich al jaren op diabetespreventie en verbetering van de kwaliteit van leven voor diabetespatiënten, onder meer met wandelgroepen. Dat doet de stichting in samenwerking met farmaceut Novo Nordisk, bekend van diabetesmedicijn Ozempic. Maar mensen met het hoogste risico op diabetes (bepaalde groepen met een migratieachtergrond) wisten ze niet te bereiken. „Kort gezegd: we waren witte wandelgroepen”, zegt Van de Goor, die deze vrijdag meeloopt in Den Haag.
Dus gingen Sophie Rijntjes en Younes Bouadi, projectleiders van de wandelgroepen bij Novo Nordisk, op zoek naar manieren om die groepen wél te bereiken. Bij de Turkse welzijnsorganisatie DSB zagen zij hoe sleutelfiguren uit bepaalde gemeenschappen mensen veel beter op de been krijgen dan reguliere instanties zoals de gemeente of de huisarts. Zij gingen op zoek naar bekende personen binnen gemeenschappen – zoals Frank Kanhai.
Dat dat wél werkt, heeft alles te maken met vertrouwen en vertrouwdheid, volgens Kanhai. „Omdat ik op de mensen lijk. Ze noemen me neef, oom, nana.”
Na de wandeling is er altijd een samenzijn in het Nationaal Archief, waar Kanhai vijf dagen in de week werkt. Het Nationaal Archief was bereid hem één dag in de week te detacheren bij de stichting, zodat hij de wandelgroepen die dag – betaald door de stichting – kan organiseren. Bij dat samenzijn is er ook iets te eten en te drinken.
Dat maakt zijn wandelingen zo’n succes, denkt Kanhai. „Veel mensen komen in eerste instantie voor het sociale aspect, de gezondheid is bijzaak.” Ja, zegt Van de Goor, daarom lukte het ons niet: „Wij legden de nadruk op de gezondheid, via formele zorginstanties.” En in formele instanties, zegt Kanhai, hebben veel mensen met een migratieachtergrond nou eenmaal minder vertrouwen. „Niet zonder reden.”
In Kanhai, daarentegen, is volop vertrouwen. Omdat hij de mensen ként, zeggen hij en de deelnemers, en weet wie hij op welke manier kan bereiken. Het echtpaar Sukhraj, bijvoorbeeld, stuurt hij spraakberichten via WhatsApp. Die beginnen steevast met: „Tante, pakt u even pen en papier…”, gevolgd door een opsomming van aanstaande wandelingen, heel rustig verteld, zodat ‘tante’ (ze zijn geen familie) mee kan schrijven. Anderen bereikt hij via Facebookgroepen of door ze te bellen.
Ook onderzoeker Nicolaou zegt dat het in preventieprojecten essentieel is „kennis te hebben van verschillende culturen, eetpatronen en leefomstandigheden”. „Veel standaardadviezen zijn gericht op gemiddelde Nederlandse voedingspatronen. Het is belangrijk dat het advies aansluit bij wat mensen kennen. Als gezondheidswetenschapper spoor ik mensen aan mee te doen met leefstijlprogramma’s vanuit gezondheidsoverwegingen. Maar als iemand meedoet omdat het gezellig is, is dat net zo goed geslaagd.”
De wandelingen van Kanhai laten volgens haar zien dat je als organisatie „gewoon beter je best moet doen om sommige groepen te bereiken” en dat het dan best lukt. Er zijn de laatste jaren talloze projecten opgezet waaruit dat blijkt, volgens haar. Het probleem is alleen dat die tijdelijk zijn. „Dan is het project klaar, het geld op en raakt het in de vergetelheid.” Zo heeft ze zelf tien jaar geleden samen met Hindostaanse Nederlanders een receptenboek gemaakt met gezonde Hindostaanse gerechten. „Die waren een succes, maar worden niet meer verspreid.”
Ambassadeurs
Zorgverzekeraars vinden het al moeilijk te investeren in structurele preventie, zegt Nicolaou, laat staan zulke gerichte preventie. Ook de financiering van de wandelgroepen is tijdelijk. Het project kreeg in 2022 een vierjarige subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dus nog één jaar te gaan. „De voortzetting van veel wandelgroepen is onzeker, helemaal in het huidige politieke klimaat”, zegt projectleider Rijntjes.
Kanhai heeft verschillende ‘wandel-ambassadeurs’, zoals de 19-jarige Brighton Manniesing, die in een kleurig bloesje en met een petje en zonnebril tegen de zon meeloopt. Via sociale media probeert hij mensen over te halen mee te doen – op TikTok worden sommige van zijn video’s ruim 40.000 keer bekeken, laat hij op zijn telefoon zien – en tijdens de wandelingen maakt hij praatjes met de mensen. „Ik sluit vriendschappen met jong en oud, dat motiveert de mensen te blijven komen.” Manniesing heeft een verstandelijke beperking, maar dat betekent niet dat hij niet kan bijdragen aan de maatschappij, zegt hij. „Hiermee laat ik zien dat deze jongen ook belangrijk is voor de samenleving.”
De vriendschappen zijn ook reden voor Kamla Bandhoe (69), op zwarte Crocs, om mee te lopen. Én de gezondheid natuurlijk. „Als je niet genoeg beweegt, ga je uitdijen.” Ze heeft diabetes en loopt daarom met zoveel mogelijk wandelingen mee. „Ik houd het via Facebook goed in de gaten. Iedereen kent Frank op het internet.”
FOTO oLIVIER mIDDENDORP
Vandaag – een vroege vrijdagmiddag – zijn er 65 mensen aanwezig. „Geen gekke opkomst”, zegt Kanhai, maar in het weekend komen er soms wel 150. Naar de speciale themawandelingen die hij regelmatig organiseert, zoals recent de Anton de Kom-wandeling of de Nelson Mandela-wandeling, komen tot wel 300 mensen. Tijdens die wandelingen gaat de groep bijvoorbeeld langs standbeelden of relevante plekken in de stad, en wordt over de geschiedenis verteld. „Die wandelingen vind ik het leukst”, zegt Maltie Bhawanie (53), die sinds ze meedoet ondanks haar diabetes is afgevallen, minder spierpijn heeft en meer energie. „Het maakt het leven leuker.”
Bij de nazit in het Nationaal Archief wordt koolhydraat- en suikerarm brood geserveerd. Op Moederdag was er koolhydraat- en suikerarme roti. „Hoe smaakte dat?”, vraagt projectleider Bouadi. Héérlijk, krijgt hij te horen. Van de zomer organiseert hij met Kanhai een kookworkshop voor de wandelaars waarin ze de gezondere roti zelf leren maken. „Want roti afpakken van Hindostanen, dat gaat je niet lukken”, zegt Kanhai.
Lekkernijen laten staan is zo makkelijk nog niet, zegt de tachtigjarige Sukhraj. „We snoepen hoor, vreselijk. Rijstebrij met suiker, rozijnen en kaneel, héérlijk. Maar het moet niet alledaags worden. En als je maar genoeg loopt, kun je dat lekker blijven eten.” Het echtpaar is inmiddels dusdanig achteropgeraakt dat de groep uit zicht is. Maar niet voor lang: daar komt Kanhai alweer aangelopen, om de twee de goede kant op te leiden. „Zie je wel, Frank wacht op iedereen.”
Lees ook
Diabetes type 2 is om te keren, maar het is lastig om dit vol te houden