Column | En toen werd het ergere steeds erger

Mijn man zei meteen: „Nou, dat is een politieke keuze” en daarna werd het een keukendispuut, hij met argumenten in de weer, ik met pannen en allebei. Ik zei dat de president was uitgenodigd, niet premier Netanyahu, en dat ik het onvoorstelbaar zou vinden het Holocaustmuseum te openen zonder Israëlische vertegenwoordiging. Het land is niet in het luchtledige gesticht – zoals wel gebeurde met zoveel landen op het Afrikaanse continent – het was toch echt de Shoah die het laatste zetje gaf.

Ik was trouwens bezig spek uit te bakken, niet erg koosjer, en man draagt van moederzijde de naam Coutinho, dat is Portugees-joods, maar, zegt hij „daar deden we niet aan”. Ondertussen wel rillen als er schaaldieren op tafel verschijnen, maar dat heet gewoon ‘treef’ in het Surinaams; dat eet je niet. Maar ‘treef’ komt wel degelijk van ‘treife’, de oude spijswetten, en die afkeer wordt generaties lang doorgegeven, ook als je er niet meer aan ‘doet’.

Tijdens de Europese Jodenmoord bestond Israël niet als soeverein land. Had het wel bestaan, dan was de Holocaust minder gruwelijk geweest.

Gaza: ik kan niets verzinnen waarom de aanhoudende bombardementen van het Israëlische leger te verontschuldigen zijn. Ja, Hamas begon, en daarna werd het ergere nog veel erger. Heb ik liever een strijder van Hamas in mijn achtertuin (die ik trouwens niet heb) dan een Israëlische? Ik kies voor de Israëliër, want als homo heb je dan nog een kans op overleven. Maar president Herzog van Israël uitnodigen voor de opening van het Holocaustmuseum, is dat wijs?

De afspraken zijn gemaakt vóór 7 oktober, voor de inval van Hamas. Maar afspraken kun je afzeggen. Altijd pijnlijk, soms nodig. Die president doet de genocide van Nederlandse Joden niet per se eer aan.

Ik begrijp waarom iedere Nederlandse Jood zich in bochten wringt om de connectie met Israël te bagatelliseren. Zo zou het moeten zijn, je bent Jood in het land van herkomst, en verder kunnen ze de pot op. Maar dat lukt niet.

„Geen spek”, roept mijn man nog, en kijk, dat lukt wel.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.