Robbert van Laer zat met zijn echtgenote in een sauna in het oosten van het land toen zijn telefoon oplichtte. Het was de app die is verbonden met hun deurbel, in Zoetermeer. Via de camera in de bel zag Van Laer zijn schoonvader voor de deur staan. Of hij even van hun toilet gebruik mocht maken. „Nee, dat gaat niet”, moest Van Laer hem meedelen. Elkaar zien en communiceren kan met de ‘slimme bel’, de deur op afstand openen niet.
„Via de camera konden we nog nét zien hoe hij achter een vuilnisbak in een leeg melkpak stond te plassen”, zegt Van Laer lachend, leunend op het onderste deel van zijn voordeur.
Van Laer, achter in de veertig, werkt „in de cybersecurity” bij een pensioenfonds in de buurt en noemt zichzelf een „echte computernerd” – gek op nieuwe gadgets. Dit is dan ook al zijn tweede, geavanceerdere ‘slimme deurbel’. Die maakt zijn leven makkelijker, zegt hij. „Als ik boven zit te werken en net in een call zit, kan ik pakketbezorgers instrueren.” Hij hoeft er zijn mond niet eens voor open te doen, laat hij zien. Zijn standaardantwoord heeft hij ingesproken: „Hallo, zou u het pakketje voor de deur willen zetten? Bedankt!”
Het zijn niet alleen early adopters als Van Laer die hier in de wijk Meerzicht voor een bel met camera- en spraakfunctie hebben gekozen. Ook de 70-jarige Roel Pieterman schafte er een aan. Toen hij een nieuwe deurbel nodig had besloot hij het eens met een slim exemplaar te proberen, vooral omdat het er een is die niet op batterijen werkt. „Dan hoef je die niet te vervangen.”
Voor leeftijdsgenoot Dineke Pardoen, die even verderop in de straat woont, was het drie jaar geleden het gevoel van veiligheid dat haar over de streep trok. „We kwamen in die tijd veel in Epe. Dan was het toch wel fijn om te weten wat er in de tussentijd rond ons huis gebeurde.”
Nergens in Nederland staan zoveel particuliere camera’s geregistreerd als in Zoetermeer, bleek afgelopen zomer uit documenten die VPNGids, een online platform voor een veilig internet, kreeg met een beroep op de Wet open overheid (Woo). Deze geregistreerde camera’s zijn overigens maar een fractie van het totaal, becijferde onderzoeksbureau Multiscope juni vorig jaar na onderzoek bij 5.000 Nederlandse huishoudens. Inmiddels zouden er volgens dit bedrijf 1,2 miljoen van dit type deurbellen in gebruik zijn. Het ‘touwtje uit de brievenbus’ waar oud-politicus Jan Terlouw acht jaar terug voor pleitte mocht dan tot de verbeelding spreken, in de praktijk kiezen Nederlanders steeds vaker voor surveillance dan voor nonchalance.
Niet te handhaven
Maken al die extra ogen buurten veiliger? Harde cijfers daarover ontbreken, maar in Goes vertelt Willem („achternaam is niet nodig”) in de Leliestraat hoe zijn camera onbedoeld de mannen vastlegde die iets verderop een inbraak pleegden. „Binnen drie minuten had ik het goede beeld gevonden”, zegt Willem. „Een paar jonge knullen, integraalhelm in de hand.” Met één druk op de knop stuurde hij de camerabeelden door naar de buren. Willem: „Daar waren ze blij mee.”
Het voorval bevestigt voor Willem dat hij er goed aan heeft gedaan zijn oude bel („zo’n tringeling”) te vervangen. Voor 40 euro per jaar kan hij alle beelden nog een maand na opname terughalen. Over de privacy van de onwetende voorbijgangers maakt hij zich niet druk. „Nee.” Hij is er naar eigen zeggen ook nooit op gewezen. „Al geloof ik wel dat er iets over stond in de gebruiksaanwijzing.”
Privacywetgeving schrijft voor dat het filmen van de openbare weg verboden is en dat een camera alleen activiteit vlak voor de eigen deur mag vastleggen.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kan bij klachten over privacyschendingen ter plekke een onderzoek instellen, maar heeft daarvoor niet de benodigde menskracht, zei de dienst vorige week in de Volkskrant. „Best gek,” zegt Lotte Houwing van digitale-burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom. Als de overheid zelf een camera wil plaatsen moet eerst de politie en vervolgens de burgemeester uitgebreid motiveren waarom deze specifieke inbreuk op burgerlijke vrijheden gerechtvaardigd is. „Maar burgers kunnen probleemloos een camera naast hun deur hangen.”
De overheid lijkt vooralsnog niet al te gemotiveerd om burgers aan te spreken op mogelijke privacyschendingen. „Maar waarom zouden ze ook”, zegt Houwing. „Het heeft voor hen alleen maar voordelen.” De politie moedigt mensen juist aan hun beelden te delen, met het project Camera in Beeld, een online platform waar burgers hun camera’s kunnen registreren. Bij een misdrijf kan de politie zo eenvoudig zien welke camerabeelden ze kunnen vorderen.
Ook aan de Leiwater in Zoetermeer kregen verschillende bewoners politiemensen aan de deur. Die waren naarstig op zoek naar camerabeelden van een auto zonder nummerbord die in de straat geparkeerd stond. „Maar onze camera kwam net niet ver genoeg”, herinnert Dineke Pardoen zich.
Foto’s Bram Petraeus
Meldingen
Met de deurbelcamera kunnen Nederlanders overal ter wereld hun eigen fort bewaken. Maar: ook elkaar. Dat blijkt als Melanie Lemmering in de opening van haar voordeur in Zoetermeer de loftrompet steekt over haar deurbel. Ze zag met haar man vanaf hun vakantieadres in Zuid-Frankrijk een man voor de deur staan. Hun geavanceerde camera, die alleen aanslaat op mensen en niet op (huis)dieren, toonde hoe de man met een schop in de weer was in hun tuin. „Hij kwam glasvezel aanleggen, zei hij.” Maar daar wisten ze niets van, vertelt ze. „Toen konden we hem duidelijk maken dat we daar niet van waren gediend.”
Dan mengt zich plots iemand in het interview, via de speakerfunctie van de bel: „Ik wil weten wat jullie komen doen.” De vrouw verstart en belt haar man om een toelichting te geven. „Hij wil graag weten wat er allemaal gebeurt”, zegt ze nadat ze weer heeft opgehangen. „Zo is hij nu eenmaal.”
Het gebeurt vaker dat haar man zich via de bel mengt in haar gesprekken, vertelt ze. „Dan ziet hij op zijn werk dat ik hier met een vriendin sta te kletsen en dan zegt hij: ‘Jullie staan wel te tutten zeg. Kunnen jullie niet even in de gang gaan staan praten?’”
Of ze zich beperkt voelt in haar vrijheid? Nee hoor. En als ze het gras in de voortuin maait, zet ze het apparaat gewoon even uit. „Anders wordt hij op zijn werk gek van de meldingen.”
Bij het AMS-instituut, op het marineterrein in Amsterdam-Oost, wordt nagedacht over ‘verantwoordelijke stedelijke digitalisering’. Programmamanager Thijs Turèl vertelt dat hij daarbij vooral let op hoe overheden en bedrijven de publieke ruimte overnemen, maar de digitale deurbel kan er ook wat van. De afgelopen drie jaar liep hij telkens in dezelfde tijd van het jaar door zijn buurt in Amsterdam. Vorig jaar stelde hij vast dat het aantal deurbellen met camera’s opnieuw verdubbeld is. Hij laat het zien op een kaart waarop hij alle bewuste woningen heeft gemarkeerd. Op zijn oproep in de groepsapp van de buurt om het daar eens over te hebben bleef het overwegend stil. Turèl: „We zoeken nog een datum.”
Gratis schuifjes
De bedrijven achter de digitale deurbel ontwierpen deze aanvankelijk voor de Amerikaanse suburbs, waar de afstanden tussen de woningen vaak groot is. Heel anders dan in het dichtbevolkte Nederland. Turèl: „Het is hier op veel plekken haast onmogelijk de openbare weg níét in beeld te krijgen.” Om te laten zien dat het ook minder ingrijpend kan, ontwikkelde hij met ontwerpers The Incredible Machine, een rode plastic schuif die je om een videodeurbel kunt plaatsen. Het is een ingreep om het apparaat te laten doen wat het moet doen: laten zien wie er aanbelt – en niet meer. „Alleen het deel dat je echt in beeld wilt hebben wordt zo vastgelegd.”
Een proef waarbij de schuifjes gratis werden uitgedeeld aan digitale-deurbelbezitters, was geen succes. „Het is kennelijk gewoon te leuk om via een camera je omgeving in de gaten te houden”, verzucht hij. „Zeker de abonnementen, waar bijvoorbeeld ook technologie in zit om bekenden snel te herkennen, maken het tot een aantrekkelijk, bijna verslavend product.”
Foto’s Bram Petraeus
Tegenover tevreden eigenaren staan de zorgen van buren zónder digitale bel, stelt Turèl. „Die reageerden wel positief toen we langs de deuren gingen om onze rode schuif uit te delen.” Met hen zou óók rekening gehouden moeten worden, stelt hij. Een enquête van de gemeente Amsterdam liet zien dat 17 procent van de Amsterdammers zich stoort aan deurbellen met camera’s. Turèl: „Dat vind ik nog best veel, als je bedenkt dat lang niet iedereen zich hier al van bewust is. Slechts 11 procent van de ondervraagden toont zich onverdeeld enthousiast.”
Ook Lotte Houwing van Bits of Freedom wijst op het feit dat de camera’s anderen dan de eigenaren en hun visite in beeld brengen. „Eigenlijk zouden je buren dus de gebruiksvoorwaarden moeten doornemen en accepteren. Want zij zijn degenen die het meest in beeld komen. Nu zijn ze afhankelijk van hoe hun buren met die gegevens omgaan.”
Het punt is bovendien dat wat voor de één veilig voelt, voor de ander juist het tegenovergestelde van veilig kan zijn. Ze vindt dat mensen eigenlijk per straat in gesprek zouden moeten over het thema veiligheid. „Dan blijkt algauw dat er andere, low tech oplossingen zijn die veel minder ingrijpend zijn, maar wel ieders gevoel van veiligheid vergroten. Denk aan betere straatverlichting, of een buurtfeest, waardoor je de gezichten van je buren leert kennen.”
Roel Pieterman in Zoetermeer noemt zichzelf een privacy-bewuste burger die zich flink kan ergeren aan camera’s in de publieke ruimte. Zijn eigen camera filmt wel tot vijftig meter de straat in, zo laat hij zien. „Daarom heb ik de gevoeligheid van de sensor zo dicht mogelijk bij mijn huis afgesteld en sla ik de beelden niet langer dan 30 minuten op. Aan abonnementen begin ik niet.”
Superhandig
Moeten eigenaren niet, zoals Pieterman, gewoon leren verantwoord om te gaan met deze nieuwe technologie? Houwing: „Ja, dat zou mooi zijn. Maar bijna 90 procent van de bij de politie geregistreerde camera’s filmt de openbare weg.” En om al die individuen nu weer te gaan beboeten, dat moet je misschien óók niet willen, zegt ze. „Waarom stellen we geen eisen aan de producten die hier de markt op moeten? Je kunt de instellingen toch begrenzen tot het niveau dat we hier acceptabel vinden?”
In de Kamperfoeliestraat in Goes denkt Sandra van der Linde er het hare van. Nadat er verschillende keren ’s nachts bij het jonge gezin was aangebeld, schafte haar man („Hij houdt graag alles in de gaten”) de camerabel aan. „Sindsdien is het rustig.”
Maar met hervonden rust was het snel gedaan toen ze de bijbehorende app installeerde. De gevoelige bewegingssensor maakte melding van iedere voorbijganger: „Er staat iemand bij je voor de deur.” Van der Linde: „Ik werd er helemaal gek van.” De camera signaleerde niet alleen bezoekers bij de voordeur maar ook alle passanten, gemiddeld „tientallen” per dag.
De app heeft ze direct verwijderd, de camera blijft. „Zo kan ik aan een bezorger vragen of hij het pakketje met nieuwe schoenen even onder het afdak legt”, zegt ze. „Superhandig.”