Het zoemt al een paar weken rond in de Europese hoofdsteden: de mogelijkheid van oorlog met Rusland. Nu de Russen oprukken in de Donbas en de westerse steun aan Oekraïne hapert, spreken regeringsleiders en topmilitairen steeds vaker over het scenario dat een aantal jaren geleden niemand voor mogelijk had gehouden: een directe confrontatie met de Russische Federatie.
Ook in de Tweede Kamer wordt er donderdag openlijk over gepraat, tijdens de eerste van drie rondetafelgesprekken met binnen- en buitenlandse experts onder de veelzeggende titel „Militaire dreiging Europa”. Een van de eerste sprekers heeft een alarmerende boodschap. Er zijn onvoldoende NAVO-troepen in de Baltische Staten om een Russische aanval richting de Oostzee te pareren, zo schrijft Sandor Fabian van het Britse Royal United Services Institute (RUSI) in de ‘position paper’ die hij voor de gelegenheid heeft geschreven.
„We zitten in een gevaarlijke situatie”, zegt Volt-fractieleider Laurens Dassen – initiatiefnemer van de gesprekken. „Als je ziet hoe Poetin aan het huishouden is, de oorlogstaal die hij uitslaat, dan staat het allerminst vast dat hij stopt bij Oekraïne.
„Maar tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen en bij de formatie is het geen moment over onze veiligheid gegaan. Ik vind dat onbegrijpelijk.”
Elders in Europa woedt de discussie intussen volop. Vorige week zei de Franse president Emmanuel Macron dat het Westen het zenden van troepen naar Oekraïne niet moet uitsluiten. Zowel de Duitse kanselier Olaf Scholz als premier Mark Rutte reageerden afwijzend, maar dinsdag herhaalde Macron zijn boodschap: „We komen op een moment in onze Europese geschiedenis dat we niet laf mogen zijn.”
Onderlinge verdeeldheid
De onderlinge verdeeldheid doet Volt-leider Dassen gruwen: „Ziehier de zwakte van Europa: één land roept iets, de andere landen gaan dat corrigeren. Terwijl Europa juist eenheid zou moeten uitstralen. Poetin lacht zich een slag in de rondte.”
De Volt-leider windt zich ook op over het Oekraïne-standpunt van de grootste partij in de Tweede Kamer. Dassen hecht weinig geloof aan de toezegging van PVV-leider Geert Wilders dat hij bereid is in te stemmen met steun aan Oekraïne. „Er wordt nu gezegd dat Wilders is gedraaid. Maar als jij onze vrijheid en veiligheid ziet als onderhandelingsruimte bij een kabinetsformatie, dan heb je je prioriteiten niet op orde. Vergeet niet dat na de uitspraak van Wilders de PVV in de Eerste Kamer tegen het Europese steunpakket voor Oekraïne heeft gestemd. Dus laten we nou niet doen alsof Wilders van gedachten is veranderd, want dat is gewoon niet zo. Wilders gokt met onze veiligheid – levensgevaarlijk. En ik vind het dus ook onbestaanbaar dat partijen als VVD en NSC niet veel duidelijker communiceren dat zoiets een no-go is.”
Lees ook
De westerse coalitie achter Oekraïne worstelt met haar beloften
In het verleden was de nationale defensie vooral een onderwerp voor rechts, maar inmiddels speelt het links-liberale contingent in de Kamer een voortrekkersrol – ook het Groen-Links-smaldeel in de samenwerking met de PvdA. „Veiligheid wordt vaak gezien als een rechts thema, maar dat is oude politiek”, zegt Dassen. „Het is het fundament van onze samenleving, alleen zo bouw je een bloeiende economie en een verzorgingsstaat op. Bij rechts heerst nog vaak de opvatting dat we vanuit Nederland alles zelf wel kunnen oplossen. Maar dat is niet langer realistisch. Alle grote vraagstukken vragen om een Europese oplossing, en veiligheid is daar absoluut eentje van.”
Dassen is daarom kritisch op het initiatief van Kamerleden Gijs Tuinman (BBB) en Derk Boswijk (CDA) om weer munitie in Nederland te produceren. „Een goed initiatief, maar hup, het moet weer in Nederland. Dat is precies wat we níét moeten doen. In Tsjechië hebben ze munitiefabrieken, en daar moeten we dus als Europa in investeren. In Nederland kunnen we ons dan toeleggen op het bouwen van fregatten.”
Lees ook
Brussel wil dat EU-landen meer en slimmer investeren in een Europese defensie
Deze week maakte de Europese Commissie bekend 1,5 miljard euro uit te trekken voor het stimuleren van de Europese defensie-industrie. Volt-leider Dassen ziet vooral kansen in het bundelen van de vraag, zoals het Duitse initiatief voor de gezamenlijke inkoop van nieuwe Leopard-tanks. Niet dat Volt een voorstander is van de aanschaf van tanks voor de Nederlandse landmacht. „We moeten goed luisteren naar het veld, en volgens mij is commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim niet overtuigd.”
Breuklijnen
Het maakt duidelijk waar de breuklijnen lopen tussen links en rechts in de Kamer. D66, PvdA-GroenLinks en Volt dromen van „taakspecialisatie” (waarbij Nederland zich bijvoorbeeld toelegt op de marine) binnen een sterk Europees leger. Rechts wil onder geen beding tornen aan de leidende rol van de NAVO. Dassen ziet een zelfstandige Europese krijgsmacht voor zich: een „Europese pilaar” binnen de NAVO, met een eigen commandostructuur en een Europese minister van Defensie. „Natuurlijk hebben we dat niet meteen geregeld, maar daar moeten we wel naar toe werken.”
Anna van Zoest, directeur van de Atlantische Commissie, zal het er donderdag niet mee eens zijn. In haar position paper schrijft Van Zoest dat de Europese landen eerst maar eens moeten doen wat ze hebben beloofd: 2 procent van het bnp uitgeven aan Defensie.
Daar is Laurens Dassen het dan weer roerend mee eens. Volt heeft zich, samen met CDA en VVD aangesloten bij een initiatief van de SGP om de 2-procentsnorm wettelijk vast te leggen. „Ik hoop dat andere progressieve partijen als D66 en GroenLinks-PvdA zich daar achter willen scharen.”
De Volt-leider rekent voor: nog 244 dagen, en dan kan Donald Trump – de man die openlijk filosofeert over een Amerikaanse exit uit de NAVO – voor de tweede keer gekozen worden als president. „We moeten als Europa verantwoordelijk willen zijn voor onze eigen veiligheid. Het goede nieuws is: dat kunnen we ook.”