Anneke Levelt-Sengers (1929-2024)

Dat Anneke Levelt in 1947 natuurkunde ging studeren aan de Universiteit van Amsterdam was niet en wél bijzonder. Niet, omdat het paste bij het gezin waarin ze opgroeide: haar vader was gepromoveerd scheikundige, haar moeder had natuurkunde gestudeerd. Wél, omdat ze de oudste was in dat gezin met tien kinderen waarin veel was gebeurd. Er was een zusje met polio, een broertje met tuberculose en vader Levelt had tijdens de oorlog als gijzelaar in concentratiekamp Buchenwald gezeten. Toch hoefde Anneke niet thuis te blijven om in het huishouden te helpen zoals de omgeving allicht verwachtte. Zij mocht studeren; eerst met een kleine overheidsbeurs, daarna met een bijbaan als docent.

Wie kon destijds vermoeden wat voor formidabele carrière Levelt in de Verenigde Staten zou opbouwen? In 1958 verdedigde ze haar proefschrift over de thermodynamische eigenschappen van vloeibaar en gasvormig argon, met Teun Michels en Jan de Boer van het Van der Waalslaboratorium in Amsterdam als promotoren. Daarna moet zij tijdens een periode als postdoc in Wisconsin al hebben gezien wat de VS haar te bieden hadden. Niet voor niets solliciteerde zij in 1963, tijdelijk terug bij het Van der Waalslab, naar een baan bij wat nu het National Institute for Standards and Technology (NIST) heet. Jan Sengers, de studiegenoot met wie zij in 1962 was getrouwd, deed dat ook en tot hun geluk werden ze allebei aangenomen bij dat NIST in Maryland: in Nederland had Levelt-Sengers als getrouwde vrouw nooit bij zo’n overheidsinstituut mogen werken.

Stoomturbines

Met NIST-collega’s onderzocht Levelt-Sengers uiteenlopende thermodynamische eigenschappen van (vaak voor de industrie belangrijke) vloeistoffen en vloeistofmengsels. Ze legde een database aan voor de eigenschappen van water en stoom, waarvan niet alleen de wetenschap profiteerde, maar ook de elektriciteitsindustrie met zijn stoomturbines. Zo raakte ze bovendien betrokken bij de International Association for the Properties of Water and Steam (IAWP) die wereldwijd de industriële stoom- en waterstandaarden bewaakte. Veertien jaar lang reisde ze als Amerikaanse IAPWS-afgevaardigde, en tussen 1991-1992 als IAPWS-voorzitter, de wereld over. Het leverde haar in de Sovjet-Unie de bijnaam ‘the most thermodynamic woman in the world’ op. In de VS was ze tijdens de uitreiking van de WISE-prijs in 1985 al ‘the most outstanding woman in federal science and engineering’ genoemd.

Hoe anders was dat in Nederland. Toen Jan Sengers in 1974 een jaar lang visiting professor aan de TU Delft (destijds TH Delft) was, kon Levelt-Sengers slechts met moeite een werkplek bemachtigen: een ‘werkkamer voor gasten’ bij de UvA. En voorafgaand aan een lezing die ze dat jaar bij een Nederlandse universiteit gaf, kreeg ze al snel de vraag of ze kinderen had. „Ja, vier”, antwoordde ze. „Wat doet u dan hier?”, vroeg haar gastheer.

Rolmodel

Mede wegens zulke ervaringen lieten Levelt en Sengers zich in 1975 bij terugkeer in de VS tot Amerikaan naturaliseren, vertelde Sengers in 2021 in natuurkundetijdschrift NTvN. Levelt-Sengers zette in dat nieuwe vaderland zo’n 150 publicaties op haar naam. Ze ontving vele onderscheidingen (in 1992 uiteindelijk ook een eredoctoraat aan de TU Delft) en werd een rolmodel voor jonge vrouwelijke wetenschappers.

Nadat haar in 2003 een L’Oréal-UNESCO for Women in Science Award was toebedeeld, gebruikte Levelt-Sengers haar aanzien en positie zelfs helemaal om andere vrouwen vooruit te helpen. Zo analyseerde ze in 2006 met de Indiase onderzoeker Manju Sharma in een spraakmakend rapport hoe de negentig Academies van Wetenschappen wereldwijd vrouwelijke wetenschappers kunnen ondersteunen en ruimte kunnen geven. Tot 2016 was ze bovendien de energieke voorzitter van de werkgroep Women for Science van het InterAmerican Network of Academies of Sciences (IANAS).

Levelt-Sengers, die al enkele jaren in een verpleeghuis verbleef, overleed vorige week, daags voor haar 95e verjaardag.