Terwijl de pers zich op dinsdagochtend 27 februari 2024 voorbereidt op het vonnis in de Marengozaak staat een man die Ricco wordt genoemd stilletjes te wachten in de bunker, de extra-beveiligde rechtbank in Amsterdam. Vrijwel niemand kent Ricco en dat wil hij graag zo houden: hij zit niet te wachten op aandacht. In de strafzaak die draait om Ridouan Taghi is hij de 17de verdachte: een kleine vis in een vijver met een paar hele grote haaien.
Ricco O. heeft een zwart tasje bij zich dat zojuist door de scan-straat van de beveiliging is getrokken. Meer dan een tandenborstel, wat ondergoed en een schone broek hebben de beveiligers niet gezien. Terwijl toegestroomde journalisten alvast afspraken maken met advocaten, persrechter en persofficier voor een reactie na de uitspraak van de rechtbank in de Marengozaak, staart Ricco even voor tien uur naar een witte muur. Hij wacht al ruim vijf jaar op dit moment. Het kwartiertje vertraging dat de bode zojuist heeft aangekondigd, duurt voor hem een eeuwigheid.
Ricco is in het najaar van 2018 aangehouden. Na iets meer dan vier maanden is zijn voorlopige hechtenis geschorst in afwachting van het proces en de uitspraak. Sindsdien beheerst de zaak zijn leven. Hij is „een piepkleine speler in dit proces”, hield zijn advocaat Max den Blanken de rechtbank eerder voor. „Maar voor Ricco is Marengo gigantisch groot.”
In de zomer van 2022, ruim anderhalf jaar geleden, heeft het Openbaar Ministerie bijna zes jaar cel geëist omdat hij lid zou zijn van de criminele organisatie van Taghi. Een groep van zeventien mannen die zich volgens het OM bezighield met het plegen van liquidaties. Als de rechtbank meegaat met die eis moet hij daarna waarschijnlijk meteen de cel in, vandaar die tas met spullen.
Koerier van de club
De strafzaak tegen Taghi draait om zijn rol bij zes moorden en een hele serie pogingen daartoe, van Ricco staat vast dat hij daar niet bij betrokken is geweest. Maar volgens het Openbaar Ministerie heeft hij wel een instrumentele rol gespeeld voor de organisatie van Taghi omdat hij als koerier zogeheten PGP-telefoons distribueerde waarmee andere verdachten communiceerden. Zelf gebruikte hij ook zo’n telefoon en uit berichten die hij stuurde, blijkt volgens het OM dat hij wist van de gewelddadige intenties van de groep.
Ricco heeft tijdens het proces veelal gezwegen. Maar zijn advocaat Max den Blanken stelt dat nergens uit blijkt dat hij wist van de moordplannen van Taghi. Dat hij contact heeft gehad met leden van de groep rond Taghi heeft Ricco’s advocaat tijdens de strafzaak niet ontkend. Ricco komt uit Vianen en kent een jongere broer van Taghi van de basisschool. Ze zijn jeugdvrienden.
Lees ook
kan onze rechtsstaat op tegen georganiseerde misdaad?
Dat Ricco hand- en spandiensten verleende voor de groep van Taghi, ontkent hij ook niet. En dan gaat het niet alleen om PGP-telefoons. „De politie concludeert in het dossier dat Ricco in april 2016 vermoedelijk handelt in hasj”, aldus Den Blanken tijdens zijn pleidooi. Die verdenking is met name gebaseerd op PGP-berichten, deels van Ricco zelf, in april 2016. Uit die berichten kan worden afgeleid dat er tussen Nieuwegein en Utrecht dagelijks één tot twee kilo hasj werd afgeleverd. Het geld dat voor die hasj moest worden betaald, werd apart opgehaald. Deze handel leidde dus tot vele autoritjes via de snelweg A2 waarbij Ricco in april 2016 als koerier betrokken was, aldus de politie. Als Ricco in het najaar van 2018 wordt aangehouden, is dat ook de beschuldiging: lidmaatschap van een criminele organisatie die zich onder andere met drugshandel bezighoudt.
‘Geina bloedheeeettt’
Maar dat verandert een jaar later als drugshandel wordt geschrapt als oogmerk van de organisatie. Door die beslissing kan Ricco niet meer worden vervolgd voor zijn betrokkenheid bij drugshandel voor de groep van Taghi. Volgens Den Blanken is het gevolg dat het berichtenverkeer van Ricco daarom door het OM bewust in een andere context wordt gezet: wetenschap over geweldsdelicten.
In april 2016, als Ricco rijdt als drugskoerier, wordt in IJsselstein Samir Erraghib vermoord. Een gebeurtenis die ook opduikt in de berichten die Ricco heeft verstuurd. Zo appt hij vier uur na de moord aan Taghi’s jongere broer dat „heel geina bloedheeeettt is” omdat er zowel in IJsselstein als in Nieuwegein (Geina) vanwege de liquidatie veel politie op de been is. En zo zijn er nog een paar berichten waarvan de vraag is wat die betekenen en waarom Ricco ze stuurt.
Het OM concludeert op basis van dit soort berichten dat Ricco moet hebben geweten dat de mensen met wie hij werkte ook betrokken waren bij dit onderwereldgeweld. Waarom appt hij anders dat „Geina bloedheet is”? Maar zijn advocaat Den Blanken stelt dat deze berichten moeten worden gezien in de context van de hasjhandel. Zo appt Ricco ook: „Ik zeg het expres voor het geval je hier mensen hebt bewegen.” In zijn pleidooi betoogde Den Blanken dat dit bericht past in het patroon van de hasjtransacties waarbij Ricco betrokken is. Dat het iets te maken zou hebben met moord, blijkt volgens Den Blanken nergens uit. Hij bepleitte vrijspraak voor zijn cliënt.
De kroongetuige
Toch oordeelde de rechtbank afgelopen dinsdag dat Ricco wel een „cruciaal onderdeel” is geweest van de moordorganisatie van Taghi. Al viel de straf veel lager uit: geen 6 jaar maar 1 jaar en negen maanden. In het uitgesproken vonnis komen de PGP-berichten niet te sprake. De rechtbank baseert zich onder andere op een uitspraak van kroongetuige Nabil B. „We weten allemaal wat hij doet, maar wij zelf overleggen niks met hem. Hij is het vriendje van de jongste broer van Taghi en die koopt telefoons en doet dingetjes. Maar het blijft natuurlijk niet bij telefoons. Op een gegeven moment, als de nood hoog is, dan worden natuurlijk ook andere dingen gevraagd.”
Mede op basis van die uitspraak concludeert de rechtbank dat Ricco moet hebben geweten van de moordzucht van de groep van Taghi en wordt hij veroordeeld. Het is een opvallende conclusie omdat Nabil B. deze uitspraak heeft genuanceerd op een vraag van de rechtbank zelf. „Of ik iets weet over andere dingen die Ricco in deze zaak heeft gedaan dan telefoons leveren? Nee, niet met betrekking tot moord.”
Mede op basis van het antwoord op de vraag van de rechtbank bepleitte Advocaat Den Blanken vrijspraak. Dat de rechtbank anders heeft geoordeeld komt wel vaker voor bij kleinere verdachten in grote strafzaken, zeggen andere advocaten. Wegens de heftigheid van de feiten worden kleine verdachte meegezogen en vallen straffen vaak hoger uit. Zeker als blijkt, zoals in het geval van Ricco, dat een verdachte de hoofdverdachte kent. Daarom wordt vaak geprobeerd om de zaak van een kleine vis af te splitsen van de hoofdzaak.
Ondanks zijn veroordeling verlaat Ricco dinsdagochtend de rechtbank met zijn tas via de voordeur. Hij mag een eventueel hoger beroep in vrijheid afwachten van de rechtbank. Of dat er van komt, is de vraag. Advocaat Den Blanken wil niet ingaan op het oordeel van de rechter. „Ik moet het vonnis nog bespreken met cliënt.”