Walviszang anatomisch verklaard

Met een haast menselijke blik kijkt de geschilderde bultrug je aan. De bultrug (Megaptera novaeangliae) behoort tot de groep baleinwalvissen (Mysticeti). Zoals de naam suggereert, hebben deze walvissen geen tanden maar baleinen; borstelachtige platen die plankton en kleine vissen uit de oceaan filteren.

’s Zomers vertoeven de bultruggen in de poolgebieden, om vervolgens te migreren naar de warme wateren rond de evenaar voor de geboorte van hun kalveren, zoals te zien is op de foto’s bij Polynesië. De oceaanreuzen staan ook bekend om hun zang, met lage tonen, die hen in staat stelt om zelfs in het donkere water over enorme afstanden te communiceren met hun soortgenoten en partners.

Illustratie Patricia Jaqueline Matic

Hoe produceren ze deze geluiden? Tot voor kort was dit onbekend. Een team van onderzoekers uit Denemarken en Oostenrijk heeft hier nu antwoord op. Het geluid ontstaat door een unieke geëvolueerde structuur in het strottenhoofd van de bultrug, schreven ze recent in Nature. Dit strottenhoofd is afgebeeld op de illustratie rechtsboven.

In het laboratorium simuleerden de onderzoekers het geluid van drie gestrande baleinwalvissen – een bultrug, een dwergvinvis en een noordse vinvis – door lucht door hun verse strottenhoofden te blazen. Metingen aan de luchtdruk, luchtstroom en geluiden gaven inzicht in de functie van het unieke strottenhoofd.

Baleinwalvissen hebben in tegenstelling tot de meeste zoogdieren geen stembanden. Bij de aanpassing aan het leven onder water is het strottenhoofd van de baleinwalvis geëvolueerd om verstikking onder water te voorkomen; er zijn geen stembanden meer aanwezig.

Foto AP

Traditionele stembanden zouden bij het in- en uitademen van 4.000 liter lucht, zoals de baleinwalvissen doen, in de weg zitten en de weerstand verhogen. In plaats van stembanden is er een U-vormige structuur die constant openstaat voor luchttoevoer. Deze structuur, geïllustreerd als het grijze gedeelte van het strottenhoofd, wordt tijdens het inademen tegen een intern ‘kussen’ van vet- en spierweefsel geduwd. Dit veroorzaakt trillingen in het vet, wat resulteert in de lage tonen.

De onderzoekers stippen wel een probleem aan. Baleinwalvissen leven tot 100 meter onder het zeeoppervlak. Het lawaai van schepen overstemt daar het frequentiegebied van de walvisgeluiden: 5 tot 300 Hz. Dit belemmert de communicatie tussen de walvissen, die essentieel is voor het paren en migreren.