Een proces met een „gitzwarte rand”. Zo refereerde de Amsterdamse rechtbank bij aanvang van het uitspreken van het vonnis inzake de strafzaak Marengo aan de drie moorden die tijdens de strafzaak zijn gepleegd op mensen uit de kring rond kroongetuige Nabil B.: zijn broer Reduan, zijn advocaat Derk Wiersum en zijn vertrouwenspersoon Peter R. de Vries.
De strafzaak gaat niet over hun dood, maar toch stond de rechtbank er nadrukkelijk bij stil. „Hun families moeten dierbaren missen. Derk Wiersum zal nooit plaatsnemen in de rechtszaal, Peter R. de Vries nooit meer op de perstribune. Dat geeft deze zaak een gitzwarte rand.”
Aan de nabestaanden van de zes slachtoffers waar Marengo in de kern om draait maakte de rechtbank een excuus omdat de strafzaak zo lang heeft geduurd. „Deze zaak was groot en complex en toch had het in vier jaar klaar moeten zijn.” Dat het er bijna zes zijn geworden door alle commotie om de zaak heen, doet daar volgens de rechtbank niet aan af. „Zes jaar wachten voor de nabestaanden is te lang gezien het grote verdriet dat hen is aangedaan.”
Effectieve terreur
Het leed van de slachtoffers komt volgens de rechtbank in hoge mate op het conto van hoofdverdachte Ridouan Taghi, de „enige en onbetwiste leider” van de criminele organisatie waar alle andere verdachten lid van waren. Naast het leidinggeven aan die criminele organisatie is hij veroordeeld voor vijf moorden, twee pogingen tot moord en meerdere voorbereidingen tot het plegen van moord. Voor één moord, die op Abderrahim Belhadj in 2016 in Amsterdam Zuid-Oost, is Taghi vrijgesproken bij gebrek aan bewijs.
Ondanks die vrijspraak is „de hoeveelheid leed die onder zijn leiding is aangericht nauwelijks voor te stellen”, aldus de rechtbank. „Geweld als middel om angst te jagen. Dergelijke terreur heeft een ontwrichtende werking op de samenleving en is heel effectief gebleken.”
Zelfs de nabestaanden van alle zes slachtoffers hebben uit angst geen gebruik gemaakt van hun spreekrecht tijdens de behandelingRechtbank Amsterdam
Die conclusie baseert de rechtbank op het feit dat bijna niemand tegen Taghi heeft durven te verklaren. „Zelfs de nabestaanden van alle zes slachtoffers hebben uit angst geen gebruik gemaakt van hun spreekrecht tijdens de behandeling.”
De rechtbank gaat er vanuit dat Taghi weer door zou gaan met angst zaaien als hij niet permanent wordt opgesloten. „Daarom is uit oogpunt van beveiliging van de maatschappij en vergelding voor het aangedane leed een levenslange gevangenisstraf gepast”, concludeert de Amsterdamse rechtbank.
Ook de stelling dat Taghi geen eerlijke proces heeft gehad omdat zijn advocaat Inez Weski vorig jaar april is aangehouden op verdenking van het lidmaatschap van de criminele organisatie van haar cliënt Taghi, heeft dat niet veranderd. „Weski heeft in pleidooi en in dupliek uitgebreid gereageerd op de beschuldigingen aan het adres van Taghi en daarnaast tal van verzoeken gedaan en verweren gevoerd. Dat was vrijwel klaar toen zij werd aangehouden.” Daarna hebben de nieuwe advocaten volgens de rechtbank voldoende tijd gehad om de laatste puntjes op de i te zetten.
Lees ook Hoe een wapenvondst in een opslagloods tot een geweldsexplosie leidde die de rechtsstaat deed wankelen
Kroongetuige Nabil B.
Volgens de rechtbank heeft Nabil B. een cruciale rol gehad in het onderzoek Marengo. „Dankzij zijn verklaringen zijn vijf moorden opgelost”, aldus de rechtbank. Ondanks zijn betrokkenheid bij twee liquidaties is de gevraagde strafvermindering voor hem gerechtvaardigd, concludeert de rechtbank die Nabil B. conform de eist van het OM 10 jaar celstraf heeft opgelegd. De rechtbank heeft ook meegewogen dat bij Nabil het vertrouwen is gewekt dat hij deze straf zou krijgen. Daartegen ingaan zou toekomstige kroongetuigen kunnen afschrikken en daar is geen maatschappelijk belang mee gediend, vindt de rechtbank.
Bovendien zal Nabil B. de rest van zijn leven over zijn schouder moeten kijkenRechtbank Amsterdam
Nabil B. is volgens de rechtbank betrouwbaar gebleken en zijn verklaringen worden op belangrijke onderdelen gedragen door ander bewijs, zoals ontsleutelde berichten van andere verdachten. Verder spelen persoonlijke omstandigheden een grote rol. Hij is niet alleen geconfronteerd met drie doden in zijn directe omgeving, door de dreiging heeft hij weinig contact met zijn familie hetgeen zijn detentie zwaar maakt. „Bovendien zal hij de rest van zijn leven over zijn schouder moeten kijken.”
Veel lagere straffen
Naast Taghi hebben ook zijn rechterhand Saïd Razzouki en Mario R. levenslang gehad. Bij de laatste speelt mee dat hij al veroordeeld is voor het lidmaatschap van een criminele organisatie in de zaak rond een grote wapenvondst in Nieuwegein in 2015. Ondanks de harde toon tegen alle andere verdachten die allemaal hun rol hadden in „goed georganiseerde organisatie” die afrekende met „vijanden of verraders die koste wat kost dood moesten”, zijn de straffen op de drie veroordelingen voor levenslang en die voor kroongetuige Nabil B. na allemaal lager uitgevallen. Drie andere verdachten tegen wie het Openbaar Ministerie ook levenslang heeft geëist, legt de rechtbank lagere straffen op. Mohammed Razzouki, de jongere broer van Saïd, krijgt 27 jaar opgelegd en uitvoerder Aschraf B. ruim 29 jaar.
Ridouan Taghi (46) kreeg als „enige en onbetwiste leider” van de criminele organisatie levenslang opgelegd.Saïd Razzouki (51) wordt niet beschouwd als leider van de criminele organisatie en was volgens de rechtbank ook niet happig op escalerend geweld. Wel had hij een persoonlijk motief bij een liquidatie en was hij betrokken bij een poging tot en vier voorbereidingen op liquidaties. Gelet op die feiten acht de rechtbank levenslang passend.Mario R. krijgt levenslang voor betrokkenheid bij twee liquidaties, voorbereidingshandelingen en lidmaatschap van een criminele organisatie. Meegewogen wordt dat hij al werd veroordeeld voor betrokkenheid bij een wapenvangst in 2015.
Tekeningen: Aloys Oosterwijk
De grootste verrassing is de straf voor Mao R., de broer van Mario en de naaste adviseur en vertrouweling van Taghi. In plaats van de geëiste straf van levenslang krijgt hij ruim 15 jaar opgelegd. Het verschil zit in het feit dat de rechtbank zijn betrokkenheid bij twee voltooide moorden niet bewezen acht.
Ook de andere verdachten krijgen allemaal lagere straffen dan geëist. Dat komt voor een deel omdat ze vanwege de lange duur een klein beetje strafkorting krijgen maar vooral omdat de rechtbank veel minder bewezen verklaart dan het OM bepleitte. Aan de 11 verdachten waartegen geen levenslang was geëist legde de rechtbank ruim 116 jaar straf op, aanzienlijk minder dan de eis van ruim 200 jaar celstraf. Toch is het OM volgens een woordvoerder tevreden omdat „alle verdachten” zijn veroordeeld. „Ondanks alles heeft het recht zijn loop gehad.”
Enkele maanden geleden was Siete Hamminga in Kyiv om over de levering van radarsystemen te spreken die vijandelijke Russische drones tijdig moeten opmerken. Even later zag hij op internet video’s van het Oekraiense slagveld, vertelt de topman van drone-detectiebedrijf Robin Radar in zijn werkkamer in Den Haag-Ypenburg. Wat hij op de filmpjes zag, doordrong hem van de toegevoegde waarde van zijn product: radarschermen die tientallen kilometers ver kunnen ‘kijken’.
De glasvezelkabels die aan razendsnel afwikkelende spoelen onder de Russische drones hangen waarmee Oekrainse doelen worden bestookt, moeten de kamikaze-machines immuun maken voor stoorzenders van de Oekraïners. Op hun beurt halen de Oekraïners de bekabelde drones neer met eigen drones. Dat kan echter alleen als de Russische kamikazes tijdig zijn opgemerkt met detectiesystemen zoals die van Hamminga’s bedrijf.
Fabriekshal van Robin Radar in Den Haag. Foto Roger Cremers
Robin Radar doet volop mee aan de innovatierace tussen Oekraïne en Rusland. Zo ontwikkelde het bedrijf onlangs snel verplaatsbare radarsystemen die daardoor minder kwetsbaar zijn voor Russische aanvallen op zulke installaties. Met circa 70 miljoen euro omzet (twee jaar geleden nog 12 miljoen) is het bedrijf een van de snelle groeiers binnen de Nederlandse defensie-industrie. Zijn producten vinden hun weg naar Oekraïne, maar ook naar de Verenigde Staten voor bijvoorbeeld grensbewaking.
Fabriekshallen
„De oorlog wordt gevoerd aan het front, maar gewonnen in fabriekshallen”, is in defensiekringen inmiddels een gevleugelde uitspraak. Demissionair minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) verwijst geregeld naar de zware inspanning van de Amerikaanse oorlogsindustrie tussen 1940 en 1945 die het Westen een beslissend voordeel gaf ten opzichte van nazi-Duitsland. NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte organiseerde daarom in de marge van de top afgelopen week een bijeenkomst met defensiebedrijven.
In dezelfde sector van de defensie-industrie zijn er echter ook de nodige aarzelingen over de uitvoering van het nieuwe evangelie. Het staat niet alleen in contrast met de forse bezuinigingen op de krijgsmacht van de laatste dertig jaar. Veel van de infrastructuur die noodzakelijk is voor snelle opschaling van de defensie-industrie zoals de scheepsbouw, nodig voor transporten, of chipproductie verdween naar Oost-Azië (China, Zuid-Korea, Japan, Taiwan). De wereldwijde jacht op koper – vanwege haar snelle geleiding cruciaal voor electronica in wapensystemen – laat Brussel over aan China. Ook dat bedreigt de productie van wapensystemen in het Westen, maar ook die van munitie (kogelhulzen).
En dan zijn er de uitdagingen bij de vormgeving van de nieuwe relatie tussen het ministerie van Defensie en bedrijven. Er is een andere manier van samenwerken nodig stelt de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV), de brancheorganisatie voor defensiebedrijven. Directeur Hans Huigen: „Ze willen allebei wel, maar voor echt doorpakken en versnellen is meer nodig dan alleen de goede wil. Bedrijven hebben meer zekerheid nodig.” Dat betekent volgens hem werken „met langjarige contracten” en ook het sneller op papier zetten van afspraken tussen bedrijven en Defensie.
Je hebt een bovendepartementale aanpak nodig zoals in de coronatijd
Huigen stelt dat betere afspraken over (voor)financiering een oplossing kunnen zijn om de benodigde investeringen in opschaling te kunnen doen. „Zoals in de bouw ook gebeurt: bij elke afgeronde fase wordt een deel betaald. Zolang dat soort processen niet verandert, houden [het ministerie van] Defensie en het bedrijfsleven elkaar in een greep.”
Leidende positie
Hans Büthker is al net zo ongeduldig. Hij is topman van Neways uit het Noord-Brabantse Son (omzet 2023: 642 miljoen euro; 3.000 werknemers), een bedrijf dat elektronische modules maakt voor onder meer chipmachines van ASML en bekabeling voor bijvoorbeeld drones. Büthker zegt „geïntegreerd leiderschap” te missen bij de overheid, oftewel sturing vanuit de verschillende ministeries gezamenlijk.
„We hebben niemand die zegt: we gaan een leidende positie verwerven bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld drones. En dat doen we door de handen ineen te slaan en gewoon te starten met het maken van duizend drones per week of per dag.” Hij pauzeert even. „Ondertussen lopen landen als Duitsland en Frankrijk, waar dat wel gebeurt bij hun defensiebedrijven, al mijlen voor op ons. Je hebt een bovendepartementale aanpak nodig zoals in de Covid-tijd.”
Het kan ook anders, roept Büthker in herinnering. Na de gewelddadige inval van Rusland in Oekraïne in 2022 stelde de Nederlandse overheid een fonds van 100 miljoen euro beschikbaar dat de levering en productie van defensiematerieel in Nederland voorfinancierde. „Toen ging alles een stuk sneller.” En veel eerder, zo’n twintig jaar geleden, stelde Nederland een programma op voor deelname aan de F-35, het huidige Amerikaanse gevechtsvliegtuig waarvoor het Nederlandse bedrijfsleven veel onderdelen ontwikkelde. „Waarom kunnen zulke dingen nu niet?”, vraagt hij zich af.
Betere toegang tot financiering
In zijn werkkamer in Ypenburg gaat Siete Hamminga er nog eens goed voor zitten. Ja, hij kent alle verhalen over trage opschaling. Hij wil echter niet klagen over de overheid, maar een genuanceerd verhaal houden, zo maakt hij duidelijk. Hem hoor je (nog) niet over een tekort aan grondstoffen, chips of personeel. „Vorig jaar solliciteerden meer dan vierduizend mensen bij Robin Radar.”
Geld is evenmin het grootste probleem, met twee krachtige financiers achter zich: Robin Radar haalde tien jaar geleden pensioenfonds ABP aan boord en recent de Nederlandse investeringsmaatschappij Parcom Capital (eigenaar van Hema). Luisterende oren bij de overheid zijn er in overvloed. „Ik spreek met de Commandant der Strijdkrachten, en mocht een keer bij de koning aan tafel zitten”, zegt Hamminga, vaak gekleed in onberispelijk pak met oranje stropdas en dito pochet („Voor mijn Holland gevoel”).
Maar, zegt hij er achteraan: „Het is nu belangrijk om alle, op zichzelf juiste woorden, in gerichte daden om te zetten. Onze productie-opschaling kan beter, bruter. Er moeten met name meer langetermijnopdrachten komen.” Dat kan volgens hem door marktconforme financieringsregels van de kant van de overheid. Ook gewenst: „Sámen met het ministerie van Defensie werken aan toekomstbestendige producten, en niet vóór Defensie werken.”
Ter illustratie van de onzekerheden waarmee bedrijven als het zijne te maken kunnen krijgen, vertelt Hamminga wat er in de ochtend van 3 juni gebeurde. De topman verslikte zich die dag bijna in zijn ochtendkoffie. Op zijn telefoon zag hij dat PVV-leider Geert Wilders zijn steun aan het kabinet-Schoof had ingetrokken. „Daar gaan mijn afspraken met Defensie”, flitste het door zijn hoofd. Beide partijen stonden namelijk op het punt een overeenkomst te tekenen die een eind moest maken aan een uiterst onzekere periode.
Robin Radar in Den Haag. Foto Roger Cremers
Eerder had Robin Radar de vlucht naar voren gekozen. De onderneming had alvast de bouw van zo’n veertig radarsystemen in gang gezet en voorgefinancierd, alleen op basis van een offerte-aanvraag, maar zonder een opdrachtbevestiging binnen te hebben. Hamminga had er wel een beetje wakker van gelegen, maar hij moest wel, vond hij. Defensie financiert vooraf hooguit vijf ton omdat de overheid van de wetgever niet te veel risico mag lopen; het is een beperkt bedrag vergeleken met de tientallen miljoenen euro’s die met de investering gemoeid waren, aldus Hamminga. „Dat gaat heel anders dan op de commerciële markt waar je al twee derde van je geld binnen hebt voordat je het product hebt geleverd.”
Het gaat heel anders dan op de commerciële markt, waar je al tweederde van je geld binnen hebt voordat je het product hebt geleverd
Defensie kan alleen grotere bedragen vooruitbetalen, als daar een bankgarantie tegenover staat. „Maar”, legt Hamminga uit, „dat betekent dat inkomende geldstromen door diezelfde bank worden bevroren. Die kunnen dus niet worden gebruikt voor het inkopen van de benodigde materialen en onderdelen.”
De gok van Robin Radar pakte goed uit. Kort na de val van het kabinet-Schoof werden toch de nodige handtekeningen gezet voor de miljoenenorder. Niettemin tekende de episode volgens de ondernemer een van de vele onzekerheden die verklaren waarom de productie van defensiematerieel niet „bruut genoeg” stijgt. De snelle veranderingen op zowel het nationale als wereldtoneel, en de stroomlijning van veel grotere productieprocessen komen daar nog eens bij.
Samenwerken met VDL
Het Brabantse Neways werkt al jaren voor defensiebedrijven maar deed dat op relatief kleine schaal. Met de toegenomen aandacht voor het onderwerp zag het bedrijf een kans om haar aandeel in deze industrie te vergroten. Neways verwacht dit jaar al voor 30 tot 50 miljoen euro aan opdrachten binnen te halen en hoopt de komende jaren „honderden miljoenen euro’s” aan inkomsten te genereren met de defensietak.
Een van de partijen waar Neways mee praat is industrieconcern VDL. De lege hallen van het voormalige NedCar in het Limburgse Born gaan als productielocatie voor defensie fungeren. Ook Neways profiteert ervan. Büthker. „Als je gaat opschalen moet je clusters hebben waar productie samenkomt, het liefst met flink wat oppervlakte om verder uit te breiden.”
Maar schaalvergroting vergt wel een andere manier van denken, benadrukt de Neways-topman. „De overheid moet bereid zijn risico te nemen en geld uit te geven zonder bonnetje voor elk detail. Tempo maken. Dat vindt het Ministerie van Financiën dan weer moeilijk.”
Geërgerd
Niet alleen bij bedrijven is er ongeduld over de traagheid bij Defensie. De Tweede Kamer toonde zich dit voorjaar geërgerd over het feit dat het ministerie een kritisch rapport met veel aanbevelingen om de verhouding tussen Defensie en bedrijfsleven te verbeteren, bijna een jaar in een la had laten liggen. Het laatste Kameroverleg met beide bewindslieden op Defensie – 11 juni – verliep in een geprikkelde sfeer. ,, Ik heb frustratie”, zette CDA-Kamerlid Derk Boskwijk de toon. „Waarom gaat de opschaling van de Nederlandse en Europese defensieindustrie zo ontzettend traag?” En: „Waar blijft de munitiefabriek die volgens de industrie binnen twee jaar gerealiseerd kan worden”, vroeg PVV-Kamerlid Joeri Pool.
Fabriekshal van Robin Radar in Den Haag. Foto Roger Cremers
Ook was er in het Kameroverleg veel te doen om misschien wel het lelijkste bedrag uit de defensiebegroting: de ongeveer 3,3 miljard euro die vorig jaar op de plank was blijven liggen. Terwijl de NAVO, bewindslieden en topgeneraals dagelijks alarm slaan over de Russische dreiging, blijkt de overheid er niet in te slagen het beschikbare geld om te zetten in opdrachten voor de defensieindustrie. Minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) was niet blij. Hoe kon hij collega-ministers van Zorg en Onderwijs ervan overtuigen te bezuinigen als er bij defensie miljarden onaangeroerd bleven?
Brekelmans en Tuinman verdedigden zich in de Kamer door te verwijzen naar de bijna-verdubbeling van de omzet van de Nederlandse defensie-industrie: van circa 5 miljard euro in 2022 naar 9 miljard in 2024. Verder beloofden ze verbetering bij de interne huishouding (beheer, planning). Het gaat hier echter om taaie problemen waar het ministerie van Defensie al jaren haar tanden op stuk bijt.
De Algemene Rekenkamer schreef vorig jaar in haar onderzoek naar de huishouding van het ministerie in 2023: „We constateren dat er in de periode 2018–2023 vaak meer is begroot dan gerealiseerd aan uitgaven en verplichtingen. […] 63 procent van de investeringsprojecten is vertraagd”. Ook in het laatste onderzoek, dat in mei werd gepubliceerd, zag de Rekenkamer veel tekortkomingen bij het ministerie.
Over de wensen van het bedrijfsleven omtrent meer voorfinanciering door de overheid, waren beide demissionaire bewindslieden tijdens het Kameroverleg van 11 juni weinig concreet. Wel verwachtte Brekelmans meer ruimte om langetermijncontracten te kunnen afsluiten als de beloofde miljarden daadwerkelijk in de boeken van Defensie zijn verwerkt.
Lees ook
Vijf procent lijkt nu al heilig: wat zijn de gevolgen?
In zijn werkkamer in Den Haag-Ypenburg schikt topman Siete Hamminga zijn oranje stropdas nog eens. De vraag aan hem luidt of het ministerie van Defensie genoeg in huis heeft om de omslag van bezuinigings- naar aanvalsmachine goed te kunnen maken. Het blijft lang stil. „Dat zal nog moeten blijken.”
De Portugese aanvaller Diogo Jota van de Engelse voetbalclub Liverpool is in de nacht van woensdag op donderdag omgekomen bij een auto-ongeluk in Zamora, een provincie in het noordwesten van Spanje. Dat melden Spaanse media. Diogo Jota trouwde tien dagen geleden met zijn vrouw, met wie hij drie kinderen heeft.
De 28-jarige voetballer zat in de auto met zijn jongere broer André, die eveneens profvoetballer was, op het tweede niveau van Portugal. Beiden kwamen om het leven toen de Lamborghini door een klapband van de weg raakte en in brand vloog.
De Portugese voetbalbond schrijft in een verklaring „volledig gesloopt” te zijn door het „tragische ongeluk”. „Nog meer dan een fantastische speler […] was Diogo Jota een buitengewoon persoon, gerespecteerd door al zijn teamgenoten en tegenstanders, met een aanstekende lach, en een begrip in zijn gemeenschap.”
Veertig doelpunten
Jota kwam de afgelopen vier seizoenen uit voor Liverpool, waar de ijverige aanvaller in vier seizoenen veertig Premier League-goals maakte — soms als linksbuiten, soms als spits. Onder Arne Slot won hij, samen met Virgil van Dijk en Ryan Gravenberch, afgelopen seizoen voor het eerst in zijn carrière de Premier League. Daarvoor speelde hij voor de Wolves, FC Porto, Atlético Madrid en Paços de Ferreira.
Jota kwam ook 49 keer uit voor het Portugese nationale elftal. Daarmee won hij twee keer de Nations League.
Vanavond is het zover: de verloofden Magdalena Eriksson en Pernille Harder staan samen op het veld, tegenover elkaar. De een speelt voor Zweden, de ander voor Denemarken. Ze vormen al meer dan tien jaar een paar.
In het mannenvoetbal wordt vaak lang en uitgebreid stilgestaan bij broers die tegen elkaar spelen, maar dat is klein bier vergeleken met wat er op dit EK voor vrouwen gebeurt. Niks broers, geliefden! Neem Viviane Miedema (Nl) en Beth Mead (Eng). Ook zij kunnen met enig geluk nog tegenover elkaar komen te staan.
Of moet ik schrijven: met enig ongeluk? Want hoe gaat dat als je elkaar, in voetbaltermen, vooral „veel pijn wilt doen”? Wat app je elkaar ‘s morgens vanuit verschillende spelershotels? „Succes”? Of: „Sterf!” Geef je een geliefde zelfvertrouwen of kom je met een vernuftige poging haar uit het veld te slaan, tenminste voor die dag?
Dit fenomeen illustreert nog eens het grootste verschil met de mannen: niet de wijze waarop spelers een hoekschop nemen of de buitenspelval hanteren, maar de eerlijkheid over eigen seksuele geaardheid. Het aantal spelers dat bij het afgelopen EK voor mannen publiekelijk uit de kast was? Nul. Bij dit EK voor vrouwen? Bijna 20 procent: 73 van de 368 deelnemende spelers. Pubquiz: hoeveel bij Oranje? Antwoord: 8. (Bron: Outsports.com)
En vanavond dus Harder versus Eriksson. Voor gelijkheid binnen de relatie zou het goed zijn als Denemarken wint, want de laatste keer dat het tegen Zweden speelde was vernederend. In Solna, Zweden, werd het 6-1. Zeg dan maar dat het „leuk” is om tegen je liefde te spelen.