Column | NSC-lid Tineke Timmerman wil iets zeggen, dat mag niet

Tineke Timmerman, 49 jaar, ict’er uit Amsterdam, staat op. Ze wil iets zeggen. Het tweede ledenavondje van NSC over de kabinetsformatie, donderdagavond in Van der Valk Hotel Breukelen, is bijna voorbij. Zo’n honderd NSC’ers hebben in groepjes bij elkaar gezeten en vragen bedacht voor Pieter Omtzigt, de partij heeft er daarna zelf een paar uitgekozen. De eerste is net voorgelezen – ‘Kunt u in één zin zeggen voor wie NSC er is? ’ – en Omtzigt heeft een lang antwoord gegeven. Tineke Timmerman roept: „Mag ik..” Het was háár vraag, en dit is niet één zin. Maar ze mag niet. De ‘eventmanager’ van NSC, die al de hele avond langs de tafels loopt, gebaart dat ze moet gaan zitten.

Net als op een NSC-avond in Zwolle, anderhalve week geleden, zeggen Omtzigt en partijvoorzitter Bert van Boggelen tegen de zaal hoe bijzonder het is dat zij de leden bijpraten over de formatie. De VVD en BBB doen dat niet, de PVV heeft alleen het lid Geert Wilders.

De leden zitten aan ronde tafels, samen met Kamerleden van NSC. Achter in de zaal, achter een zwart lint, staan journalisten. Het is niet de bedoeling dat zij horen wat aan tafel wordt gezegd. En ook dat kun je bijzonder noemen. Bij het CDA kon je als journalist ook meeluisteren toen steeds minder leden zin hadden in Wopke Hoekstra als leider. Bij de VVD toen bleek hoe verdeeld die partij is over samenwerken met de PVV. Bij de ChristenUnie, toen leden woedend waren over plannen van Rutte IV tegen migratie.

Alleen de PVV zette journalisten bij elkaar en hield ze op afstand, op hun verkiezingsavond in november. Ook al in 2016, toen Wilders optrad in het Libelle Nieuwscafé, in café Dudok in Den Haag. Net als in de campagne van Donald Trump stonden journalisten in een vak, afgezet met linten. „Daar staan ze”, zei Wilders net als Trump. „Vreselijke mensen.” De Libelle-lezeressen hadden gelachen en geklapt.

NSC-voorzitter Bert van Boggelen zegt in Breukelen, na afloop, dat ze die afzetting hadden bedacht omdat veel journalisten zich hadden aangemeld voor het avondje in Zwolle, bijna dertig. Het bestuur was bezorgd, zegt hij. De leden moesten „vrijuit” kunnen praten. Maar als de PVV het ook zo doet, en verder niemand: „Dat lint, dat doen we niet meer.”

Tineke Timmerman zegt later dat ze zich „terechtgewezen” had gevoeld toen ze moest gaan zitten. Maar dat ze het ook snapte. „Veel mensen komen hier omdat ze gedesillusioneerd zijn over de overheid. Daar willen ze aandacht voor.” Zelf is ze oprichter van de actiegroep Boze Ouders, die vindt dat er toezicht moet komen op de Wet passend onderwijs. Ze denkt dat iedereen zijn eigen onderwerp zal gaan „promoten” als je microfoons neerzet in de zaal, of journalisten laat meeluisteren aan tafel.

Al ging het háár om NSC. „We moeten kunnen zeggen voor wie we er zijn, ja. Met één slogan. Niet met zo’n lang verhaal.”