Waarom er geen vrouw op de lijst van best betaalde sporters staat

Dit jaar gaat de omzet in professionele vrouwensport wereldwijd naar verwachting voor het eerst de 1 miljard dollar overschrijden. Hoe komt het dan dat vrouwen in de absolute top zoveel minder verdienen dan mannen?


Foto Jessica Hill/AP

History is about to be made”, schreef de Kansas City Soccer Journal onlangs. De afgelopen anderhalf jaar werd in die Amerikaanse stad het eerste sportstadion voor vrouwen gebouwd. Kosten: 117 miljoen dollar (ruim 108 miljoen euro). Aantal zitplaatsen: 11.500. Opening:16 maart.

Niet langer hoeft Kansas City Current, een team uit de hoogste Amerikaanse voetbalcompetitie, de NWSL, faciliteiten te delen met honkballers en voetbalmannen. „De belangrijkste investering voor de toekomst van onze sport”, noemde NWSL-topvrouw Jessica Berman de bouw van het complex.

Het voorbeeld staat niet op zichzelf: er wordt steeds meer in vrouwensport geïnvesteerd. Vooral in de Verenigde Staten, maar ook daarbuiten. Zo beschreef ik eerder hoe de Zuid-Koreaanse zakenvrouw Michele Kang in twee jaar tijd drie vrouwenvoetbalteams in drie landen kocht. Deels uit idealisme, maar ook omdat zij er op termijn goed geld aan denkt te verdienen.

Vorig jaar werd door investeerders 35 miljoen dollar (ruim 32 miljoen euro) ingelegd voor een nieuwe Amerikaanse volleybalcompetitie. Onder anderen actrice Amy Schumer, basketballer Jayson Tatum en oud-tennisster Billie Jean King zagen het als een goede investering. Als ruim 92.000 bezoekers afkomen op een volleybalwedstrijd tussen twee universiteitsteams, zoals vorige zomer in Nebraska, dan staat er iets groots te gebeuren, moeten zij hebben gedacht. Nooit eerder trok een vrouwensportwedstrijd zoveel bekijks.

Een ander voorbeeld is het Seattle Storm Center for Basketball Performance dat in de VS wordt gebouwd, een ultramoderne trainingsfaciliteit voor speelsters uit de WNBA, de basketbalcompetitie voor vrouwen. Investeringskosten: 64 miljoen dollar (ruim 59 miljoen euro). „Een ruimte waar meisjes en vrouwen geen bijzaak zijn, zelfs geen hoofdpersoon, maar het hele verhaal”, valt te lezen op de website van architect ZGF.

‘Na het historische WK [voetbal] zijn er in 2024 meer sponsors geïnteresseerd in vrouwensport’, kopte het internationale persbureau Reuters. Nog geen tiende van het geld dat bedrijven in sportsponsoring steken gaat naar vrouwensport, blijkt uit onderzoek van Sports Innovation Lab, maar met de Olympische Spelen van Parijs in aantocht is er sprake van een voorzichtige kentering. Voor het eerst komen daar evenveel mannen als vrouwen uit en dat is reden voor veel sponsoren om de bakens te verzetten. Niet voor niets voorspelde Deloitte dat de jaarlijkse mondiale omzet in professionele vrouwensport dit jaar voor het eerst de 1 miljard dollar (920 miljoen euro) gaat overschrijden.

Je zou verwachten dat met die investeringsdrift ook de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke topsporters kleiner wordt, maar dat is niet het geval. Het digitale platform Sportico brengt elk jaar een top-100 uit. In de laatste editie (over 2023) staat geen enkele vrouw. Met 21 miljoen euro aan prijzengeld en commerciële activiteiten kwam de best betaalde vrouw, tennisster Coco Gauff, niet in de buurt van hekkensluiter Derek Carr. De American-footballspeler verdiende 30 miljoen.

De paar vrouwen die de lijst eerder wél haalden (nooit meer dan drie per editie) zijn allemaal (oud)-tennissters: Maria Sjarapova, Serena Williams, Li Na en Naomi Osaka. Osaka haalde in 2021 een vijftiende plaats met een recordbedrag van 51 miljoen euro. Door een lange afwezigheid (ze werd moeder en had enige tijd last van mentale problemen) verdween ze uit de lijst.

„De commercialisering van de vrouwensport zit nog in de beginfase”, zegt Conrad Wiacek, hoofd sportanalyse en consulting van het Britse GlobalData. Tennis is een uitzondering, zegt hij. De Women’s Tennis Association (WTA) bestaat al meer dan een halve eeuw en op grandslams is het prijzengeld voor mannen en vrouwen al vele jaren gelijk. „Hoe anders is dat bij het voetbal en basketbal, waar pas de afgelopen jaren flinke stappen zijn gezet.”

„Mannensporten zorgen voor flinke inkomsten uit mediarechten, die doorwerken in de salarissen van spelers”, zegt Wiacek. „Geen enkele vrouwencompetitie sloot mediadeals ter waarde van die in het American football of basketbal voor mannen in de VS en de Engelse Premier League.”

Dat mediadeals niet zaligmakend zijn, blijkt overigens uit de tv-deal die onlangs werd gesloten tussen sportzender ESPN en Eredivisie Media & Marketing (EMM). De clubs en de aandeelhouders van EMM mogen vanaf seizoen 2025/26 vijf jaar lang 135 miljoen verdelen, maar de Azerion Vrouwen Eredivisie eet niet mee uit de ruif. „Financiële discriminatie”, betoogde Anton Jansen op de opiniepagina van NRC.

De loonkloof is een kwestie van economie, zegt de Amerikaanse sportconsultant Bob Dorfman. „Het grote geld – en dus de hoogste salarissen – gaat naar sporters in sporten met het grootste publiek, en dat zijn de teamsporten voor mannen: American football, basketbal, honkbal. De teamsporten voor vrouwen maken nu een inhaalslag, maar die kunnen mannensporten niet bijbenen als het om live-bezoek, sponsorovereenkomsten, uitzendrechten en kijkcijfers gaat.”

Op de vraag wat ervoor nodig is om die kloof te dichten, zegt Dorfman: „Verlichte teameigenaren en creatieve sponsoren en uitzendpartners. Maar vooral de steun van fans die ervan overtuigd zijn dat vrouwensport nét zo aantrekkelijk en de moeite waard is als mannensport.”

Een „kortetermijnfenomeen” noemt Wiacek de huidige loonkloof. Naarmate vrouwensport populairder wordt, zullen sponsoren en mediabedrijven met meer geld en middelen over de brug komen. Maar het kan nog wel twee generaties duren voor je van echte gelijkheid kan spreken, verwacht hij. „Het is goed lessen te trekken uit de commercialisering van mannensporten, maar uiteindelijk moeten sportvrouwen zélf hun fanbase vergroten en meer aandacht zien te genereren.”

Ruud Koning, bijzonder hoogleraar sporteconomie aan de universiteit van Groningen, denkt dat daar creativiteit en geluk bij komen kijken. En we moeten ons vooral niet blindstaren op traditionele sporten, zegt hij. „Neem de jonge, populaire sport padel. Als je met een sterke mix-competitie komt en gaat streamen op Netflix, dan kan het veel sneller gaan dan twee generaties.”