De president van Mexico laat tegenover de buitenlands pers zijn slechtste kant zien

Een boze president die het telefoonnummer van een journalist publiek maakt, omdat die hem al te lastige vragen stelde. De boze president is die van Mexico, López Obrador. De journalist in kwestie is van The New York Times.

Het was zowel onwerkelijk als weinig verrassend: Andrés Manuel López Obrador, die in zijn dagelijkse persconferentie uithaalde naar de pers die het waagde zijn functioneren en verleden door een kritische blik te bekijken. AMLO, zoals de afkorting van de president luidt, doet dit vaker. Maar met het direct delen van het telefoonnummer van The New York Times-correspondent Natalie Kitroeff werd een nieuw dieptepunt bereikt.

De Amerikaanse krant schreef hoe de VS jarenlang onderzoek deden naar ontmoetingen die de politieke bondgenoten van de president zouden hebben gehad met leiders van drugskartels in aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2018, die AMLO zou winnen. Ook zouden kartelleiders geld hebben betaald om vrijgelaten te worden uit de gevangenis. Zoals journalistiek hoor-en-wederhoor betaamt, stuurde The New York Times een lijst vragen naar de president.

Het was die lijst vragen met het nummer van de correspondent erbij die AMLO donderdag publiekelijk deelde tijdens zijn mañanera, een dagelijks perspraatje dat de president steeds vaker gebruikt om de nationale en internationale pers aan te vallen. The New York Times was een „vod”, en had het recht niet om hem te onderzoeken. Hun onderzoek was „een belediging voor Mexico”.

Een „zorgwekkende en onacceptabele tactiek van een wereldleider, in een tijd waarin het aantal bedreigingen tegen journalisten toeneemt”, reageerde The New York Times, die vervolgens het onderzoek publiceerde – zonder wederhoor. Het Witte Huis ontkende de Mexicaanse president te hebben onderzocht, maar zei de actie jegens de correspondent af te keuren. YouTube heeft de persconferentie van zijn kanalen gehaald. En de Mexicaanse versie van de Autoriteit Persoonsgegeven is een onderzoek gestart om te kijken of de privacywet geschonden was door de president.

De ophef lijkt López Obrador, in de laatste maanden van zijn presidentschap en nog steeds onverminderd populair, weinig te doen. „Dan verandert ze haar telefoonnummer toch?”, zei de president een dag later tegen een kritische Mexicaanse journalist. De gegevens van de journalist die hem bevroeg, lagen enkele uren later ook op straat.

Mexico is het gevaarlijkste land voor journalisten ter wereld – landen in oorlog daargelaten. Volgens data van het Committee to Protect Journalists (CPJ) kwamen sinds 2018 55 journalisten om. Vaak ging het om journalisten die schreven over drugsgeweld, het onderwerp dat werd onderzocht door The New York Times. De president lijkt er zich niet druk over te maken. Wie kritisch over de regering schrijft, wordt „hypocriet” of „marionet” van het grote geld genoemd.

Data van journalisten in Mexico lijken onbeschermd: in januari werden persoonsgegevens, inclusief adressen en paspoortkopieën, van honderden journalisten van overheidscomputers gestolen. De regering beloofde een onderzoek. Zoals bij de vele moorden op journalisten afgelopen jaren, is niet duidelijk wat „een onderzoek” inhoudt en wanneer en of er recht wordt gesproken. En wie dat aan de kaak stelt, kan door de president, met afstand de machtigste man van Mexico, publiekelijk afgemaakt worden.