Opinie | Parlementair kabinet is het verstandigst, zeker nu

Na de verkiezingen van 22 november 2023 bleek al snel dat het ook deze keer een hele opgave wordt om een nieuw kabinet te vormen. Weliswaar kunnen (centrum-)rechtse partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) aanspraak maken op een ruime meerderheid in de Tweede Kamer, maar de animo om een regeringscoalitie met de PVV van Geert Wilders te sluiten is gering.

De VVD nam al meteen afstand van zo’n coalitie door te zeggen slechts een gedoogrol voor een minderheidskabinet te ambiëren. Ook NSC wenste vervolgens een rechts kabinet slechts van een afstand te gedogen. Het een en ander zou betekenen dat zo’n minderheidskabinet feitelijk zou bestaan uit een smalle basis van PVV en BBB met gedoogsteun van de twee anderen, in de praktijk een onwerkbare optie.

Spraakverwarring

Bij het formatiedebat van woensdag 14 februari opperden vervolgens diverse fractievoorzitters het alternatief van een ‘extraparlementair kabinet’; eerder was die optie al door Omtzigt genoemd. Wat zo’n extraparlementair kabinet precies inhoudt, maakten de fractievoorzitters niet duidelijk. Voor zover ze er al nader op ingingen, gaven ze elk hun eigen vage omschrijving. Dit resulteerde in een Babylonische spraakverwarring. Informateur Putters gaat nu uitzoeken wat een extraparlementair kabinet is. Het formatiedebat was al met al een tamelijk gênante vertoning, niet best voor het vertrouwen in de politiek.

Het begrip ‘extraparlementair kabinet’ komt echter niet uit de lucht vallen. In een wat verder verleden heeft Nederland herhaaldelijk zo’n extraparlementair kabinet gekend. De term wordt van oudsher gebruikt voor een nieuw kabinet dat tot stand komt zonder intensieve bemoeienis van de fracties en hun voorzitters bij de vorming van een nieuwe regeringscoalitie.


Lees ook
Gedogen met een of meer partners, of toch extraparlementair? Opties voor de formatie

Fractievoorzitter Pieter Omtzigt (NSC) voorafgaand aan het debat over de formatie.

De term extraparlementair kabinet staat tegenover de term parlementair kabinet. Het is goed daarbij te beseffen dat voor elk kabinet in Nederland geldt dat het moet kunnen rekenen op voldoende steun van een parlementaire meerderheid. Ontbreekt die steun dan kan het kabinet al bij zijn eerste optreden in de Tweede Kamer worden weggestuurd. Dat overkwam voor het laatst het vijfde kabinet-Colijn (1939) dat buiten de Tweede Kamer om geformeerd was en daarop meteen werd afgestraft.

In de praktijk heeft zich sinds de jaren zestig van de 20ste eeuw de ontwikkeling voorgedaan dat de Kamerfracties en vooral hun fractievoorzitters zich intensief bemoeien met vorming van een nieuw kabinet. Zij sluiten een gedetailleerd regeerakkoord, maken afspraken over de portefeuilleverdeling en selecteren hun politieke representanten voor de ministersposten. Meestal nemen de politieke leiders van de regeringscoalitie zitting in het kabinet. Men spreekt dan naar goed Hollands formatiegebruik van de vorming van een parlementair kabinet.

Kabinet Den-Uyl

Maar er zijn ook andere opties uit een verder verleden. Wanneer fracties zo’n innige samenwerking om politieke redenen niet gewenst vinden, dan kunnen ze besluiten om geen regeerakkoord te sluiten en ook overigens de vorming van een nieuw kabinet grotendeels over te laten aan een formateur, die meestal de toekomstig premier is, die dan samen met een aantal kandidaat-ministers, afkomstig uit de partijen van de toekomstige regeringscoalitie, zelfstandig een eigen regeringsprogramma opstellen. Een aantal kabinetten vóór de Tweede Wereldoorlog kwam zo tot stand, maar ook het naoorlogse kabinet-De Quay (1959-1963) en met een beetje goede wil het kabinet-Den Uyl (1973-1977).

We zijn de afgelopen decennia in Nederland verknocht geraakt aan parlementaire kabinetten met gedetailleerde regeerakkoorden en een nauwe samenwerking tussen kabinet en regeringsfracties, maar het alternatief van een extraparlementair kabinet is dus niet denkbeeldig. Daarom valt de begripsverwarring de afgelopen week niet goed te verklaren. Men had zich best wat beter kunnen inlezen in het verschijnsel van de extraparlementaire kabinetten.

Het formatiedebat was al met al een tamelijk gênante vertoning

De vraag is echter of de vorming van zo’n extraparlementair kabinet verstandig is. Ten eerste kan betwijfeld worden of het wenselijk is dat mogelijk formateur en toekomstig premier Geert Wilders met een aantal ministerskandidaten zelfstandig een regeringsprogramma opstelt terwijl de fracties van het gekozen parlement buiten spel staan. Of is het de bedoeling dat de fractievoorzitters toch eerst programmatisch gaan onderhandelen? Maar wat is dan het verschil met de bestaande praktijk van een regulier parlementair kabinet? En hoe zit het met de keuze van de ministerskandidaten? Zijn partijen zoals de PVV en BBB in staat kandidaten voor te dragen die capabel genoeg zijn om zelfstandig een regeringsprogramma samen te stellen? Kortom, het is zeer de vraag of in de huidige politieke verhoudingen de vorming van een extraparlementair kabinet het overwegen waard is.

Nogal instabiel

Bovendien is het van belang te beseffen dat dergelijke extraparlementaire kabinetten doorgaans nogal instabiel zijn vanwege de gebrekkige samenwerking met de regeringsfracties in het parlement. Een kabinetscrisis dreigt al snel als er zo’n zwakke basis is om steun te verlenen aan het kabinet.

Om die reden is het raadzaam om in ieder geval in deze fase van de formatie nog niet terug te gaan naar de oude ‘extreme’ praktijk van extraparlementaire kabinetten. En overigens is het nogal zinloos te doen alsof een extraparlementair kabinet gevormd wordt, terwijl men eigenlijk een gewoon parlementair kabinet samenstelt. Dat leidt slechts tot nog meer spraakverwarring en onbegrip.

Het is goed daarbij te beseffen dat een parlementair kabinet ook kan rusten op een beknopt regeerakkoord, dat niet per se knellend is maar de fracties veel vrijheid en zelfstandigheid laat. En politieke leiders kunnen bij zo’n kabinet gerust in de Kamer blijven zitten.

Wellicht dat de vorming van een parlementair minderheidskabinet met alleen gedoogsteun van NSC dan toch op dit moment de meest reële eerste optie is.


Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’