De dood van Aleksej Navalny, die lang oppositie voerde tegen Poetin, heeft zijn vrienden en westerse politici geschokt. Maar het was te voorspellen. Drie jaar geleden schreef ik al over Navalny dat de kans dat hij een levenslange gevangenisstraf zou krijgen veel groter was dan dat hij ooit president van Rusland zou worden. En als ik vandaag zie hoe stilletjes de Russische samenleving deze uitkomst accepteert, ga ik verder en zeg ik dat geen enkele soort oppositie nog kans maakt in Rusland. Dit zegt denk ik veel over het huidige Rusland, waar de opvolger van Vladimir Poetin altijd weer Vladimir Poetin zal zijn – tot de dood hem van zijn trouwe onderdanen scheidt.
Ik voorspelde in 2013 al dat we hierop voorbereid moesten zijn – maar het lijkt me nu tijd om uit te leggen waarom Rusland de westerse democratie heeft verworpen ten faveure van een autocratisch presidentschap voor het leven, en wat er later in de 21ste eeuw misschien nog zal gebeuren als het land volgens veel analisten en beleidsmakers klaar is voor een nieuwe golf van veranderingen.
Volgens mij hebben president Poetin en zijn ploeg het geluk gehad om te regeren over een heel specifiek land en waren zij tegelijkertijd geraffineerd genoeg om het land zodanig te regeren dat aan de meeste eigenaardigheden tegemoet werd gekomen.
Wat het eerste betreft, moet worden opgemerkt dat de Russische geschiedenis al draait om de hang naar gebiedsuitbreiding en imperiale ambities sinds de vestiging van Moskovië als imperium, nog voordat dit tot het Rusland van nu was geworden. Het land is gewend om met sterke arm geregeerd te worden, want de onderdrukking van het eigen volk door de overheid is al eeuwenlang gebruikelijk.
Tegelijk wordt het land al eeuwenlang gevoed door het gevoel uniek te zijn – religieus, cultureel, ideologisch en militair – en dit is stevig versmolten met zijn identiteit. Vanaf de stichting van het moderne Rusland in de 16de eeuw stoelde het economisch op het gebruik van zijn enorme natuurlijke hulpbronnen en daardoor heeft het recht van de centrale overheid om de rijkdom van het land te herverdelen nooit ter discussie gestaan. Door dit alles was het sterk gecentraliseerde politieke stelsel voor Rusland niet alleen heel natuurlijk, maar ging de ‘Staat’ daardoor in elk mogelijk opzicht boven het volk. Door de staat te roemen, hebben de huidige Russische leiders deze monarchale betekenis van macht eenvoudigweg opgelegd.
‘Patriotten’ en ‘paria’s’
Wat het tweede betreft, zou ik zeggen dat de ploeg van president Poetin volmaakt gebruik heeft gemaakt van de tijd dat hij aan de macht was (toen een oligarch in 2003 opmerkte ‘dat jullie ploeg wel heel lang lijkt te blijven’, antwoordde een van Poetins naaste assistenten: ‘Je vergist je – wij blijven voor altijd’) voor een soepele omvorming van de Russische samenleving.
In de jaren na 2000 veranderden ze langzaam maar geleidelijk het sociale stelsel, waarbij de economische vrijheid voor politieke expressie werd ingeruild. Daarna volgden ze hun ‘nieuwe koers’ naar nationaal gebruik, waarbij eerbied voor wet- en regelgeving werd uitgedragen, maar tegelijkertijd massale uitzonderingen golden en zakendoen en publieke dienstverlening hand in hand gingen, iets wat voor de Russen heel gebruikelijk leek. De autoriteiten wisten het gewone volk te paaien met enorme verhogingen van de pensioenen en sociale uitgaven, waardoor voor het eerst in de geschiedenis het gevoel ontstond dat het volk fatsoenlijk meedeelde in de rijkdommen van het land. En ten slotte spraken Poetin en zijn ploeg veel duidelijker en helderder met hun volk dan de liberale oppositie – pas na dit alles schakelde het Kremlin gaandeweg over op de haattaal en werden de harde scheidslijnen tussen de ‘patriotten’ en de ‘paria’s’ getrokken.
Bovendien heeft het Kremlin meesterlijk gebruik gemaakt van de pro-staatpropaganda die door het Russische volk werd omarmd. Al in 2010 stelde ik dat het Rusland van de jaren na 2000 in niets leek op de Sovjet-Unie van de jaren zeventig – de opbouw van de nieuwe autoritaire orde ging zonder het Sovjet-verbod op informatie (het internet is nog altijd goeddeels gratis en het is betrekkelijk eenvoudig om toegang te krijgen tot bronnen die ‘onvriendelijk’ voor het Kremlin zijn) en zonder de afgesloten Sovjet-grenzen (zelfs in oorlogstijd kunnen de Russen zonder veel problemen uit hun land weg). De herinvoering van een grotendeels autoritair systeem in een land waar mensen persoonlijke vrijheid hadden en bij meerdere verkiezingen op verschillende kandidaten mochten stemmen, was een ongelooflijke prestatie van de Kremlin-leiding waarin de westerse analisten zich grondig zouden moeten verdiepen.
Stabiliteit boven alles
Ik wil hier nog aan toevoegen dat Poetin in feite zo’n tien jaar – vanaf zijn annexatie van de Krim – heeft besteed aan een verandering van de prioriteiten van de Rus: de zogeheten ‘Krim-consensus’ stelde in het hoofd van mensen de geopolitieke en ideologische aspecten boven de economische. Dit werd de basis waarop Rusland zonder zichtbare politieke onvrede tien jaar westerse sancties en economische stagnatie kon overleven en het land klaar was om nog sterkere druk van buitenaf te ondergaan toen president Poetin zijn brutale Oekraïense avontuur aanging.
Lees ook
Hoe Vladimir Poetin langzaam maar zeker een despoot werd
Rusland lijkt inmiddels geen mondiale supermacht meer, maar eerder een land dat grenst aan het verenigde Europa en het machtige China
De kracht van Poetins bewind steunt naar mijn mening op het ogenblik op twee pijlers.
Enerzijds beseffen maar weinig mensen hoeveel Russen – en niet alleen de hoogste apparatsjiks en siloviki (ex-leden van de veiligheidsdiensten, red.), maar ambtenaren van alle rangen, ondernemers, rijke stadsbewoners en zelfs gepensioneerden – belang hebben bij de stabiliteit van het huidige bewind. Ik kan me vergissen, maar als dit morgen instort durf ik te stellen dat er in de Russische samenleving meer verliezers dan winnaars zouden zijn –op korte termijn in elk geval, maar voor het grootste deel van elke samenleving zijn de onmiddellijke gevolgen ook het belangrijkst. Dankzij de liberale hervormingen van de jaren negentig en de eerste tien jaar van deze eeuw is er een grote bezittende klasse ontstaan en al deze mensen zijn nu bang hun bezittingen weer kwijt te raken – een enorm verschil met de Sovjet-tijd, toen eigendom in de westerse zin eenvoudig niet bestond. De binnenlandse bedrijven die opkwamen vormden een krachtige ondersteuning voor de regering, omdat dankzij hun bereidheid om zich te handhaven en tot bloei te komen de Russische economie de westerse sancties kon verwerken. De Russische staat is veel steviger dan de Sovjet-Unie was, ook omdat de bevolking voor zo’n 80 procent uit etnische Russen bestaat – tegen ongeveer 50 procent in de Sovjet-Unie van 1989 – en omdat de separatistische tendensen niet zozeer als anticommunistisch maar als anti-Russisch worden opgevat en de staatscentrische gevoelens daardoor veel sterker zijn. Rusland lijkt inmiddels geen mondiale supermacht meer, maar eerder een land dat grenst aan het verenigde Europa en het machtige China en dat zich natuurlijk meer om zijn verdediging moet bekommeren. Bijna elke verandering zal nu dan ook gezien kunnen worden als een mogelijke verzwakking van het land, en die lijkt schadelijk voor de bevolking.
Poetins elite
Anderzijds, en dit is als iets nieuws te beschouwen, is de ploeg van Poetin heel solide gebleken – zelfs tijdens de oorlog is er bijna niemand uitgestapt. De verdeeldheid binnen de elite waarop de Russische oppositie had ingezet, is er niet – deels doordat de Russische heersende klasse sterk werd verenigd door de westerse sancties, maar ook doordat die lieten zien dat individuele exit-strategieën niet meer bestaan en dat de oorlogsmisdadigers en de hoogste Kremlin-functionarissen worden gelijkgesteld met oligarchen, lokale bestuurders, zakenmensen en zelfs journalisten. Onder zulke omstandigheden lijkt het voortbestaan van het huidige bewind niet alleen de beste, maar ook de enige mogelijkheid die er is voor tal van de mensen die de afgelopen kwart eeuw in Rusland succesvol en rijk zijn geworden. Daarom zouden we kunnen stellen dat het systeem van Poetin, ook als hij er zelf niet meer is, goede kansen heeft om de uitdaging te doorstaan, vooral als deze niet van de ene op de andere dag komt maar tenminste enigszins te verwachten is. Poetins elite heeft Rusland op dit moment feitelijk in bezit en ze beseft terdege dat de voordelen van zo’n positie opwegen tegen elke onvrede die een gedwongen onderlinge samenwerking mogelijk oproept, en tegen elke ontbering waarmee de confrontatie met krachten van buitenaf gepaard zou gaan. De anti-Poetin-dissidenten daarentegen vechten nu harder tegen elkaar dan dat ze het Kremlin aanpakken – deels omdat ze niets anders te verdedigen hebben dan de opgeblazen eigendunk van hun leiders.
Tot slot denk ik dat het Kremlin begin 2024 nogal ver is gegaan in zijn oorlogsinspanningen én zijn druk op de bevolking en dat er dus tal van mogelijkheden tot deradicalisering zijn als zo’n stap om welke reden dan ook wenselijk lijkt – en al het bovenstaande zou ons dan ook moeten dwingen opnieuw de vraag te stellen of de mensen die verklaren dat Poetins tijd voorbij is, gelijk hebben. De persoonsgebonden autoritaire regimes mogen dan zelden hun stichters overleven, toch zou het geval van Rusland zich op een verrassend andere manier kunnen ontwikkelen en ligt misschien de weg wel open naar de transformatie en het voortbestaan van het regime tot ver in de jaren dertig.