‘Dan staat er plotseling een trans vrouw bij de mannengevangenis. Hoe ga je daar dan mee om?’

Pauline Jacobs deed onderzoek naar transgender gedetineerden.


Foto Lars van den Brink

Interview

Pauline Jacobs Transgender gedetineerden worden gepest, buitengesloten en zijn bang voor geweld, blijkt uit het eerste onderzoek naar deze groep. „Er is in de gevangenis vaak weinig tolerantie voor mensen die anders zijn”, zegt onderzoeker Pauline Jacobs. De directeur kan veel verschil maken.

Een transgender gedetineerde die zo erg door zijn medegevangenen wordt gepest en buitengesloten dat volgens een gevangenisdirecteur sprake was van „geestelijke mishandeling”. Een trans vrouw die in de gevangenis weer als man gaat leven, uit angst voor geweld. Gevangenisdirecteuren die transgender gevangenen proberen te beschermen door ze op de luwteafdeling te plaatsen, die eigenlijk bedoeld is voor mensen met gezondheids- of gedragsproblemen.

Transgender gedetineerden zijn een kwetsbare groep, blijkt uit de voorbeelden uit onderzoek van Pauline Jacobs, universitair docent strafrecht aan het Willem Pompe Instituut van de Universiteit Utrecht. Jacobs probeerde voor het eerst de omvang en omstandigheden van deze groep in Nederland in kaart te brengen. „Er bleek niks bekend”, zegt ze in een vergaderruimte van het instituut. „Ik vond geen aantallen. Ik vond eigenlijk helemaal geen informatie.”

Jacobs kwam op het idee voor haar onderzoek toen ze via een collega vanuit het Verenigd Koninkrijk een vraag kreeg over het Nederlandse beleid. In het Verenigd Koninkrijk woedt al enkele jaren een felle discussie over of een transgender persoon zelf mag bepalen of die in de vrouwen- of mannengevangenis wordt geplaatst, en welke voorwaarden daaraan verbonden zijn.

In Nederland kwam de plaatsing van transgender gedetineerden vorig jaar september aan de orde in het debat over de nieuwe Transgenderwet, die het makkelijker moet maken het geslacht op identiteitspapieren te veranderen. Rechts-conservatieve partijen waarschuwden toen dat trans vrouwen met mannelijke geslachtskenmerken een gevaar zouden kunnen vormen voor andere vrouwen in vrouwengevangenissen. De verkeerde focus, vindt Jacobs. „De extreme alertheid op dat risico leidt af van de zorgen over de positie van transgender gedetineerden zelf, waar we nu al mee te maken hebben.”

Haar onderzoek bleek niet eenvoudig: de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), die gaat over de gevangenissen, wilde niet meewerken. De DJI laat weten dat er de afgelopen jaren „ enkele gevallen” van transgender gedetineerden bekend waren en dat de dienst dat een „te smalle basis” vond om aan het onderzoek bij te dragen. Jacobs boorde daarop haar eigen netwerk aan en sprak onder meer met vijf oud-gevangenisdirecteuren, vier advocaten die transgender cliënten bijstaan, leden van de commissies van toezicht, een beleidsadviseur van een belangenvereniging van transgender personen en twee transgender ex-gedetineerden zelf. „Zo heb ik een goed beeld gekregen van wat er nu speelt.” De resultaten werden vlak voor Kerst gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht.

Basisregistratie

Omdat de DJI niet mee wilde werken, kon Jacobs op een belangrijke vraag – hoe wordt er omgegaan met de plaatsing van transgender gedetineerden – maar deels antwoord geven. „Uit de interviews komt een beeld naar voren dat mensen geplaatst worden op basis van het geslacht dat geregistreerd staat in de Basisregistratie Personen [BRP]. Maar dat feitelijk checken is niet gelukt.” Ook blijft onduidelijk wat er gebeurt met mensen met een X in het paspoort.

Een rigide beleid waarbij alleen de Basisregistratie leidend is, is volgens Jacobs onvoldoende. „Er zijn transgender personen die het geslacht nog niet hebben laten aanpassen in het paspoort of die mogelijkheid of wens niet hebben.” Ook mensenrechtenorganisaties stellen dat genderidentiteit bij de plaatsing moet worden meegewogen. DJI laat in een reactie weten dat plaatsing in beginsel de Basisregistratie volgt, maar dat maatwerk mogelijk is.

Uit de gesprekken die Jacobs voerde concludeert ze dat gevangenissen niet vaak met transgender gedetineerden te maken krijgen. Een gevangenisdirecteur met 35 jaar ervaring kon zich een tiental trans gevangenen herinneren, een andere met 18 jaar ervaring slechts twee. „De groep is klein, maar ik heb wel het idee dat die groter is dan we denken omdat ze zich niet allemaal vrij voelen zich als transgender te presenteren.”

Zoals een van de ex-gedetineerden die ze sprak. „Zij is een trans vrouw die ervoor koos om haar pruik en make-up af te doen en weer haar oude mannenkleding te dragen, terwijl ze buiten de gevangenis als vrouw door het leven ging. Dat deed ze uit angst, omdat ze bang was voor geweld en discriminatie. Ze was niet in een vrouwengevangenis geplaatst, omdat ze in haar paspoort nog als man geregistreerd stond.” Ook de andere trans vrouw met wie Jacobs sprak, werd bij de mannen geplaatst. Bij haar aankomst reageerden medegevangenen door te schelden en met deuren te slaan.


Lees ook: Hoe gelukkig zijn transgender mensen? Dat onderzocht deze trans man met zijn opa – en onderzoeker

Gesloten instituten

„Gevangenissen zijn gesloten instituten, waar onderling veel spanningen zijn”, zegt Jacobs. „Dat maakt dat er vaak weinig tolerantie is voor mensen die anders zijn, zeker als het gaat om seksuele voorkeur. In mannengevangenissen heerst een cultuur van machismo. Voor hun homoseksualiteit komen gevangenen en medewerkers vaak niet uit. Dat geldt helemaal voor transgender personen. Zij denken vaak: ik hou me schuil en doe niet te gek, ik zit mijn tijd wel uit en kom hopelijk zonder kleerscheuren de deur uit. Dat zorgt ervoor dat het aantal waarschijnlijk groter is dan we denken.” Zeker als je bedenkt, zegt ze, dat 70 procent van de gevangenen minder dan drie maanden vastzit – een kwart minder dan twee weken.

Zou Nederland over deze groep cijfers moeten bijhouden?

Jacobs: „Ik zou dat zeker aanbevelen. De Life in Custody Study is een grote bestaande enquête van de DJI en de Universiteit Leiden onder alle gedetineerden in Nederland. Daarin wordt gevraagd hoe het met gevangenen gaat en hoe hun relatie met medegedetineerden en het personeel is. Ik zou daar graag een vraag toevoegen of iemand zich als transgender identificeert om veel meer zicht te krijgen op de aantallen, en hoe zij de detentieperiode ervaren.”

In het Verenigd Koninkrijk zijn wel cijfers bekend. Volgens de meest recente cijfers uit maart 2022 zaten 230 transgender gevangenen vast in Engeland en Wales, op een totaal van 80.000 mensen. In Nederland zaten in 2021 bijna 30.000 mensen vast.

Een studie uit 2019 uit het Verenigd Koninkrijk geeft volgens Jacobs een realistischer beeld van de transgender populatie. „Daarin is aan gedetineerden in een manneninrichting in Engeland en Wales gevraagd of ze zich identificeren als transgender. 2 procent gaf aan van wel.”

Vaak weten gevangenissen niet eens dat ze een trans persoon binnenkrijgen, hoorde Jacobs van oud-directeuren. „Dat vond ik heel opmerkelijk. Dan staat er plotseling een trans vrouw bij de mannengevangenis voor de deur. Hoe ga je daar dan mee om? Onderdeel van de plaatsing is dat gevangenen worden gevisiteerd, zij moeten zich volledig ontkleden en worden ook geschouwd in de lichaamsopeningen, zoals mond, anus en vagina. Dat is heftig. Het uitgangspunt in het Nederlandse gevangeniswezen is dat dit gebeurt door iemand van hetzelfde geslacht. Wat doe je dan als er een trans vrouw staat met misschien nog mannelijke kenmerken? Ik heb van oud-directeuren gehoord dat ze dan over het algemeen ad hoc beslissen en het gesprek aangaan, ook over wat iemand zelf prettig vindt. Maar ze worden daar eigenlijk wel door overvallen.”


Lees ook: Op zoek naar een wet die past bij de opvattingen over gender

In de Tweede Kamer bestaan zorgen over zedendelinquenten die hun geslacht in hun paspoort laten aanpassen. Moeten daar aparte regels voor komen?

„Ik vind algemene regels heel lastig. In dit geval wordt altijd verwezen naar de zaak van Karen White in Engeland, die van een mannen- naar een vrouweninrichting werd overgeplaatst en daar vrouwen aanrandde. Veel meer gevallen zijn me niet bekend. Het ligt niet voor de hand om een gevaarlijk iemand met een verleden van ernstige zedendelicten in een regime met veel vrijheden te plaatsen. Maar ook andere mensen kunnen gevaarlijk zijn. Als jurist ben ik terughoudend om op basis van incidenten algemene regels te stellen, je moet elk geval individueel beoordelen.”

Meestal belanden transgender gevangenen nu vanwege hun veiligheid alleen op een cel. Is dat wenselijk?

„Volgens de gevangenisregels van de Raad van Europa moet je segregatie tussen groepen gevangenen zo veel mogelijk voorkomen. Je zou ook kunnen zeggen: kunnen we niet het probleem zelf aanpakken?”

Dan hebben we het ook over medewerkers. U schrijft dat zij zich soms schuldig maken aan beledigende opmerkingen. Wat zou daar een oplossing voor zijn?

„Ik denk dat scholing belangrijk is, dat geven mijn respondenten ook aan. Deze groep is daarin nog weinig zichtbaar. Dat begint bij dat men zich bewust is van wat het inhoudt om transgender te zijn. In aanspreekvorm, hoe iemand zich wil presenteren.”

De twee ex-gedetineerden die Jacobs sprak, hebben ook positieve ervaringen met personeel. Zo hielp een medewerker met de start van hormoontherapie en om make up binnen te brengen.

Jacobs: „De directeur is heel bepalend. Ik ken er een die eens iedereen bij elkaar riep en zei: we hebben nu een transgender persoon binnen de muren. Ik vind het belangrijk dat we met respect met diegene omgaan. Dat straalt af op medegevangenen en medewerkers. De directeur heeft veel ruimte om beslissingen te nemen voor specifieke gedetineerden en moet die ook nemen.” Zo is haar een geval bekend waarbij een transgender in transitie graag apart wilde douchen. Ze wilde geen nieuwsgierige blikken en werd eerder vals beschuldigd van seksueel wangedrag, waardoor ze alle schijn daarvan wilde voorkomen. „Deze groep vraagt sensitiviteit, maatwerk”, zegt Jacobs. „Ik hoop dat mijn onderzoek dat aantoont.”