Den Oever leeft van garnalen, dus wat als de vissers ermee moeten stoppen?

Het was feest in Den Oever toen op 16 april 2018 de WR 212 te water werd gelaten. Met een miljoeneninvestering dacht vader Rein van der Burg de toekomst van zijn zoon Jelle te verzekeren. De gloednieuwe viskotter leek een gouden greep. Er werden zoveel garnalen binnengehaald dat de vrieshuizen het niet meer aankonden. „We konden er een goede boterham mee verdienen”, zegt Rein van der Burg (61) in de woonkamer van zijn huis aan de rand van Den Oever. „Hoe anders is het nu.”

Jelle van der Burg (30) is een halve dag eerder met de kotter de Noordzee opgegaan, maar omdat deze week door een gebrek aan garnalen maximaal zestig uur mag worden gevist, staat op voorhand vast dat het geen lucratieve vangst zal worden. En niet alleen de ‘natuur’ werkt tegen, de garnalenvissers zijn ook in gevecht met de Waddenvereniging over de toekomst van het Wad. Die probeert via de rechter af te dwingen dat garnalenvisserij in de Waddenzee niet langer wordt gedoogd.

In het noorden van Noord-Holland heerst grote onduidelijkheid over de toekomst van de vissers. Tot er meer helderheid is over de maatregelen om de stikstofuitstoot van de kotters te beperken, wordt het vissen op garnalen oogluikend toegestaan. De Waddenvereniging is het er niet mee eens dat er nu zonder vergunning kan worden gevist en heeft eind vorig jaar beroep aangetekend tegen het gedoogbeleid. Een uitspraak van de rechter wordt niet voor de zomer verwacht. Enkele tientallen vissers protesteerden op vrijdag 9 februari in de haven van Den Oever tegen de rechtsgang, want ze vrezen bij een verbod voor het voortbestaan van de garnalenvisserij.

„We zijn niet voor het verdwijnen van alle garnalenvissers”, zegt Wouter van der Heij van de Waddenvereniging, „het gaat ons om de omvang en de manier van vissen.”

Geen lening meer

In de haven van Den Oever ligt een aantal kotters te koop. Rein van der Burg kijkt er tijdens een rondgang door zijn dorp met een trieste blik naar. „Wie wil er nu nog zo’n kotter kopen?” Het contrast met zes jaar geleden, toen hun kotter te water ging, is enorm. Voorlopig verstrekken banken vrijwel geen leningen meer voor nieuwe boten. Vissen op garnalen is alleen al door de beperkingen om overbevissing te voorkomen geen lucratieve bezigheid meer.

De wanhoop binnen de familie Van der Burg is illustratief voor de onzekerheid in het dorp van 2.500 inwoners, waar behalve de tientallen garnalenvissers nog meer mensen leven van de visindustrie . Van scheepswerf Luyt tot restaurant Basalt en van Vismarkt Wieringen tot winkel voor scheepvaartbenodigdheden CIV Den Oever. Rein van der Burg: „Zonder garnalenvissers wordt het een spookdorp.”

Foto’s Simon Lenskens

Als zoon van een palingvisser was Van der Burg voorbestemd om visser te worden. Hij groeide op in het dorpje aan het begin van de Afsluitdijk en leerde het vak in de praktijk. Met hulp van zijn vader, die zijn palingboot verkocht, kon de familie begin jaren tachtig investeren in een Noordzeekotter. Samen met zijn broer begon Van der Burg met tong- en kabeljauwvangst. „Het was keihard werken, maar je voelde je wel vrij. En als je na vijf dagen vissen thuiskwam, had je meestal goed geld verdiend.”

De laatste paar decennia is de visserij veranderd. Modernere kotters zorgden voor een industriële vorm van vissen. Voor verschillende soorten werden quota vastgesteld om overbevissing tegen te gaan. Van der Burg zag zich aan het einde van de vorige eeuw genoodzaakt over te stappen naar de garnalenvisserij. Daarbij voldeed op de Noordzee en de Waddenzee een vergunning en golden geen vangstbeperkingen.

Katalysator

Samen met zijn vrouw Ans bouwde Rein van der Burg een bedrijf op en in hun gezin groeiden twee visserszonen op. Dat ze een groot deel van het familiekapitaal investeerden in de WR 212, levert met hun pensioen in zicht veel zorgen op. Na het sluiten van visgebied bij windmolenparken kregen ze met meer maatregelen te maken omdat delen van de Noordzee en de Waddenzee tot de zogenoemde Natura 2000-gebieden behoren. Vorig jaar werden garnalenvissers verplicht een katalysator aan te schaffen die de uitstoot vermindert. Kosten: ruim 100.000 euro (waarvan de helft werd gesubsidieerd).

Ook kondigde de Europese Commissie vorig jaar een stapsgewijs verbod op bodemvissen in beschermde natuurgebieden aan. Van deze techniek maakt de WR 212 gebruik: onder de kotter hangt een net met ronde bolletjes die over de zeebodem rollen om de garnalen op te schrikken. Die springen daardoor op en belanden door de waterdruk in het net.

Foto Simon Lenskens

De familie Van der Burg moest opnieuw investeren, met een nog onzekerder toekomstperspectief. Vlak nadat de katalysator in de WR 212 was geplaatst, werd de verstrekking van nieuwe visvergunningen door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot nader order opgeschort. Het is nog steeds onduidelijk of en wanneer de garnalenvissers weer een vergunning krijgen.

Van der Burg is het vertrouwen in de overheid kwijt en heeft zijn hoop gevestigd op Geert Wilders en een rechtse regering. „We hebben ons hele hebben houden met bloed, zweet en tranen verdiend. We maakten altijd een plan voor tien jaar. Maar nu weet ik het niet meer.” Zijn vrouw, die de boekhouding doet, krijgt het even te kwaad. „We hadden gewoon een goed bedrijf. Maar de spaarpot raakt nu langzaam leeg.”

„We begrijpen de frustraties van de garnalenvissers”, zegt Wouter van der Heij van de Waddenvereniging. „Daarom hebben we bij de rechter om helderheid gevraagd. Dan is voor iedereen duidelijk hoe de garnalenvisserij in de Waddenzee en andere natuurgebieden er de komende jaren uitziet.”