Wat is dat toch met Democraten, die neiging om een gunstige uitgangspositie om zeep te helpen en zichzelf de nek om te draaien? De Republikeinen hoeven er niets voor te doen, ze kunnen zelfs afgrijselijke kandidaten naar voren schuiven en toch winnen.
De bejaardheid van Joe Biden is enkel het laatste voorbeeld. Gaan de Democraten opnieuw een verkiezing verliezen (en dit keer met grote gevolgen) omdat een narcist in het Witte Huis denkt dat hij onmisbaar is, niet uit zijn woorden komt en namen en landen verwart? Waarom kan een man als Biden niet tevreden zijn met een succesvol presidentschap maar staat hij erop zijn reputatie om zeep te helpen door te lang door te gaan?
Historische voorbeelden? In 1968 had Hubert Humphrey kunnen winnen van Richard Nixon maar de brave vicepresident kon zich niet losmaken van president Johnson, die in maart 1968, na een opdonder in New Hampshire, zich had teruggetrokken. Nou ja, teruggetrokken? Johnson liet niets na om Humphrey te saboteren, boos en teleurgesteld over zichzelf, over zijn eigen terugtrekken. Vervolgens maakten de Democraten van hun conventie in Chicago een wanvertoning. Misschien had Nixon sowieso gewonnen, maar wie de cijfers bekijkt kan dat betwijfelen.
In 1980 deed senator Ted Kennedy, verantwoordelijk voor de dood van een secretaresse in Chappaquiddick, alles wat hij kon om president Jimmy Carter dwars te zitten. Hij was zogenaamd de progressief die stond voor een erfenis van zijn vermoorde broers en nu Carter de maat nam. Desgevraagd kon hij niet eens goed formuleren waarom hij president wilde worden. Zijn eigen campagne was dead on arrival maar hij bleef maar doorgaan. Kennedy hielp Carter verliezen waardoor de conservatieve Ronald Reagan aan het bewind kwam. Had Carter sowieso verloren, na de gijzeling in Iran, de malaise -speech? Ik geloof er niets van. Democraten pleegden broedermoord, of beter gezegd, de beste senator aller tijden, Ted Kennedy, gedroeg zich als het verwende kind dat hij was en bracht zijn partij en het land grote schade toe.
Verre van onverslaanbaar
Misschien had niemand vicepresident George H.W. Bush in 1988 kunnen verslaan. Ik betwijfel het. Ik volgde toen de campagne als correspondent en aanvankelijk stond Bush er belabberd voor. De Democraten lieten na hun sterkst mogelijke kandidaat in het veld te brengen, Mario Cuomo, toen gouverneur van New York (nou ja, Cuomo was een hopeloze twijfelaar, een Omtzigt in het kwadraat, met de bijnaam ‘Hamlet on the Hudson’, dus misschien was het niets geworden). Cuomo durfde niet en Michael Dukakis, de saaie maar degelijke gouverneur van Massachusetts werd de kandidaat. Hij voerde een belabberde campagne, Bush voerde de meest negatieve campagne ooit, en Dukakis verloor een verkiezing die te winnen was.
Het ultieme voorbeeld van Democratische domheid (hoewel, we zijn nog niet klaar) was het verlies van Al Gore in 2000. Bill Clinton was populair, ondanks zijn Lewinsky-blooper, maar Gore nam afstand van de president. Hij vond terecht dat Clinton het ambt had bezoedeld maar die morele graat in zijn keel verhinderde dat hij de beste campagnevoerder die de Democraten hadden vroeg om hem te helpen. De Republikeinen hadden een weinig betekenende gouverneur van Texas in het veld gebracht, George W. Bush, kleine Bush, iemand die gemakkelijk te sturen was, en ze hadden hem Dick Cheney meegegeven als kindermeisje. Verre van onverslaanbaar.
Gore liet na de campagne ergens over te laten gaan. Het werd daardoor een competitie over de vraag met wie je liever een biertje dronk: Bush Jr., hoewel die als evangelische geheelonthouder weinig te bieden had, of de saaie Gore, die je een lezing over goed overheidsbeleid zou opdringen? Het was een zeer winbare verkiezing en Gore verloor hem. Opnieuw leverden de Democraten meer dan een wanprestatie, het was politieke zelfmoord. 9/11 zorgde ervoor dat Bush Jr. ook in 2004 kon winnen.
Vernedering
En dan 2016. Niemand hield van Donald Trump. Alle Republikeinen liepen van hem weg (al kwamen de lafaards allemaal bedelend terug). Niemand dacht dat Trump van Hillary Clinton kon winnen, zelfs Trump niet. Kat in het bakkie, dachten ze bij de Democraten. Het overwinningsfeest was al georganiseerd. Dom, dom, dom. Weer ging het verkeerd, weer verloren de Democraten een winbare verkiezing. Clinton was de foute kandidaat, maar zelfs met haar hadden ze Trump kunnen verslaan als ze niet zo arrogant was geweest en zo’n slechte campagne had gevoerd.
Lees ook
Ook Democraten hebben nu zorgen over Bidens geheugen
I rest my case. Democraten zijn experts in het verliezen van verkiezingen. Het lijkt erop dat ze met Joe Biden op weg zijn om dat nog een keer te doen. Het is tijd om de feiten onder ogen te zien: de president moet vervangen worden. Het 25ste amendement op de Grondwet staat toe om iemand die niet in staat is te besturen, af te zetten. Dat hoeft niet, we redden het wel tot 20 januari 2025. Bestond er maar zo’n regeling bij de Democratische Partij, een manier om van je gedoodverfde kandidaat af te komen. In dit geval is er echter maar één middel om Biden met welverdiend pensioen te sturen: Jill Biden. Zijn vrouw zou beter moeten weten dan de man deze vernedering te laten ondergaan.
Geen alternatieven? Dat denken we in Nederland maar. Gouverneur Gavin Newsom van Californië staat klaar (sterker, hij is al maanden bezig, hij voorzag dit scenario). Gretchen Whitmer, de gouverneur van Michigan, kan zo aantreden. Er is Andy Beshear, gouverneur van Kentucky, als we een zuiderling willen die kan winnen in een conservatieve staat. Er zijn senatoren als Cory Booker van New Jersey, Chris Murphy van Connecticut, Kirsten Gillibrand van New York. Er is Pete Buttigieg, nu minister van Transport.
Allemaal politici die klaarstonden om aan te treden als de oude man eerder zou zijn teruggetreden (en deels politici die al in 2016 mee hadden willen doen, als de ook al heel oude Hillary Clinton hen niet had geblokkeerd). Het is een schande dat de Democraten zo slecht omspringen met het talent in hun partij. Het is een schande dat ze verkiezingen die gemakkelijk te winnen zijn uit handen laten glippen. Joe Biden moet weg.