Gezondheidsraad adviseert overheid om kinderen te vaccineren tegen het RS-virus

De Gezondheidsraad vindt dat alle kinderen onder de één jaar een vaccinatieprik moeten kunnen krijgen tegen het RS-virus. De raad heeft woensdag aanbevolen dat bescherming tegen het virus „op korte termijn” onderdeel moet worden van het Rijksvaccinatieprogramma. Dat advies werd aangevraagd door Maarten van Ooijen (ChristenUnie), demissionair staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, omdat onlangs twee nieuwe injecties tegen het RS-virus op de markt kwamen. De ene prik beschermt kinderen onder de één door antistoffen toe te dienen, terwijl het andere een vaccin is voor zwangere vrouwen waardoor zij antistoffen aanmaken die de foetus bereiken.

Het respiratoir syncytieel virus of RS-virus is de voornaamste veroorzaker van verkoudheid bij kinderen. Het heerst vooral in de winter. In sommige gevallen kan het virus zich in het eerste levensjaar ontwikkelen tot „ernstige ziekte” door bijvoorbeeld een longontsteking, aldus de Gezondheidsraad. Vorige winter organiseerden ziekenhuizen een spoedoverleg omdat verschillende kinder-IC’s overvol waren door het RS-virus.

De Gezondheidsraad oordeelt dat beide injecties „goede bescherming bieden en dat bij beide middelen de te behalen gezondheidswinst opweegt tegen de potentiële bijwerkingen”. Toch gelooft de raad dat de prik voor kinderen effectiever is dan die voor zwangere vrouwen. Voor baby’s die niet in de koude maanden worden geboren, biedt het vaccin voor de moeder namelijk niet meer genoeg bescherming wanneer het griepseizoen begint. En als een baby te vroeg wordt geboren, is deze te weinig in contact gekomen met de antistoffen van de moeder.