Klimaatactivisten die wegen blokkeren of boeren die met tractors de snelweg afzetten, vuil storten en brandstichten, lijken vooralsnog niet onder de indruk van de strengere aanpak die de top van justitie en politie woensdag aankondigde tegen gewelddadige protesten en illegale demonstraties.
De burgemeester van Apeldoorn, Ton Heerts, zag zich woensdagavond genoodzaakt een noodbevel af te kondigen voor de hele gemeente. Met dat bevel kan de politie optreden tegen relschoppers, wegen afsluiten, plekken ontruimen en samenscholingen verbieden. Mensen die niet meewerken, kunnen worden aangehouden.
De speciale ordemaatregel werd noodzakelijk geacht omdat de politie via chatgroepen van boeren op socialemediakanalen vaststelde dat een bestorming van het hoofdbureau in Apeldoorn werd beraamd. Daar zitten twee mannen vast die maandagavond werden opgepakt bij gewelddadige boerenprotesten op de A50 bij Beekbergen. Een 39-jarige man uit Klarenbeek en een 35-jarige man uit Eerbeek worden vervolgd op verdenking van „het buiten een inrichting storten van afval, en van het blokkeren van de weg”, aldus een woordvoerder van het Openbaar Ministerie in Oost-Nederland.
Lees ook Honderden XR-demonstranten op de A10 om te protesteren tegen ING
Voortaan strenger optreden
Het noodbevel in Apeldoorn is donderdagochtend weer opgeheven. Het is rustig gebleven. De politie blijft wel waakzaam, ook omdat de aangehouden boeren vrijdag worden voorgeleid bij de rechter-commissaris. Justitie wil dat ze langer blijven vastzitten. Volgens het OM is maandagavond in Oost-Nederland op vijftien verschillende locaties afval gedumpt, brandgesticht of zijn er blokkades ontstaan door afval of landbouwvoertuigen. „De onaangekondigde acties leidden tot grote hinder en op een aantal plaatsen tot onveilige situaties.”
De snelweg moest de hele nacht worden afgesloten voor opruimwerkzaamheden. De brandweer werd bij Staphorst, Steenwijk en Apeldoorn bij het blussen belaagd door demonstranten.
Demissionair minister Dilan Yesilgöz (Justitie en Veiligheid, VVD) heeft woensdag na spoedoverleg met de politie en het OM laten weten dat voortaan strenger wordt opgetreden tegen gewelddadige protesten en illegale demonstraties. De boerenprotesten van maandag hebben bij de minister „tot veel woede en frustratie” geleid. De bewindsvrouw zei dinsdag in de Tweede Kamer dat de acties „echt alle perken te buiten gingen”. Demonstreren mondt volgens Yesilgöz bovendien steeds vaker uit in het plegen van misdrijven.
„We zien boerenprotesten waarbij er brand wordt gesticht of gevaarlijke stoffen op wegen worden gedumpt. We zien XR-demonstraties waarbij er keer op keer openbare wegen worden bezet, mensen zich vastlijmen aan het wegdek en zich verzetten tegen de politie. We zien demonstraties, dit weekend nog in mijn eigen stad, waar leuzen worden gescandeerd als: ‘Dood aan Rutte. Dood aan Biden.’ Vervolgens riep de minister burgemeesters op om „echt alles op alles te zetten om dit soort acties te voorkomen, inderdaad door middel van politie-inzet”.
‘Fossiele geldschieter’
„Het OM en de politie treden stevig op en nemen ook de mogelijkheden voor beboeten en vervolgen achteraf daarin mee. De identiteitsgegevens worden vastgesteld en geregistreerd”, aldus een gezamenlijke verklaring die na het justitieel beraad werd uitgegeven. De baas van het Openbaar Ministerie Rinus Otte liet op X weten dat „het in brand steken van hooibalen en mogelijk asbest op de snelwegen een ernstig strafbaar feit is”.
De politie heeft maatregelen getroffen om landelijk snel de inzet en capaciteit te kunnen verdelen. „In de komende periode zal er zoveel als mogelijk direct worden opgetreden tegenover actievoerders die de wet overtreden of als dat niet anders kan worden zij achteraf beboet en vervolgd.”
Extinction Rebellion liet na de aankondiging van een strengere aanpak weten uit protest tegen ING, „als grootste fossiele geldschieter van Nederland”, op zaterdag 24 februari de A10 in Amsterdam te blokkeren ter hoogte van het voormalige ING-hoofdkantoor De Schoen.
De klimaatdemonstranten zijn niet bang voor boetes. „Ook (juist) als de regering het zat is, hebben wij het recht vreedzaam te demonstreren. Bekend is dat de rechter arrestatie genoeg straf vindt voor overtreding van de Wet Openbare Manifestaties. Daarom zullen we iedere boete aanvechten. De uitkomst zien we met vertrouwen tegemoet”, aldus Extinction.
Lees ook Colonnes trekkers rijden door Europa. Waarom overal boeren de straat op gaan
Je kunt er zieke koeien of dwarse varkens een schok van 5.000 volt mee geven. Opstaan, doorlopen! Nuttig hulpmiddel voor boeren, of een bruut „stroomstootwapen”? Het Tweede Kamerdebat over de elektrische ‘veeprikker’, eind september, is bij voorbaat beladen. Femke Wiersma, de nieuwe BBB-minister van landbouw, is door haar ambtenaren voorbereid en gewaarschuwd. Een meerderheid, ook coalitiepartijen VVD en NSC, wil allang een verbod. De Kamer is het hoogste orgaan, daar kan een minister niet zomaar omheen.
Maar Wiersma trekt haar eigen plan. Zij wil eerst nóg eens in gesprek met de veehouderijsector, veeartsen, de Dierenbescherming: uitstel. Nederland gaat bovendien niet strenger zijn voor boeren dan Brussel, dat is volgens Wiersma zo afgesproken in het regeerprogramma.
Het wordt een frontale botsing. Kamerleden raken geïrriteerd. Wiersma lijkt kalm, al wipt ze onder tafel met een been. Vragend kijkt ze naar haar topambtenaar. Hij fluistert, terwijl haar microfoon open staat: „Volgens mij zou jouw voorstel zijn: ik wil eerst met de partijen in gesprek, en natúúrlijk neem ik dit dan mee.”
Wiersma zegt alleen het eerste. Valt stil, en frommelt het tweede er dan nog achteraan. Voor Kamerleden is de grens bereikt, één loopt de zaal uit. Schorsing. Een paar minuten later buigt Wiersma alsnog voor de Kamer: het verbod op de veeprikker komt eraan.
Het is landelijk nieuws. Iedereen, ook de boerenachterban, kan zien hoe deze nieuwe minister doordramt, en zichzelf in problemen brengt. „Als Wiersma haar politieke antenne aan had gezet, had ze de clash kunnen voorkomen”, sneertNieuwe Oogst, het blad voor boeren en tuinders van LTO. „Dan was de uitkomst hetzelfde geweest, zonder alle imagoschade.”
Volgende week debatteert de minister opnieuw met de Kamer, nu over de landbouwbegroting. Welke Wiersma zullen we dan zien, is de vraag. Weer de koppige, die in debat geen echt contact met de Kamer maakt? Of heeft ze ook een pragmatisch en lichtvoetiger register, waarmee je soms meer bereikt?
Voor dit profiel sprak NRC met zo’n twintig mensen uit verschillende fasen van haar leven. Daaruit komt een meerduidig beeld naar voren. Zo is er een onzekere Femke Wiersma die eerst álles wil weten voordat ze haar nek uitsteekt. Er is een dappere Femke Wiersma, die BBB-minister voor landbouw wordt en vol overtuiging haar beleid uitdraagt. En misschien is er ook een Femke Wiersma, ergens tussen die twee in. Zo wilde ze in haar eerste week als minister tot het laatste moment géén mestdebat met de Kamer voeren, zeggen bronnen. Maar toen er ophef ontstond, deed ze het toch.
De onbuigzame Wiersma van de veeprikkers kennen ze in Friesland nog wel. Voordat ze naar Den Haag kwam was ze een jaar gedeputeerde voor landbouw in het provinciebestuur. BBB is er de grootste met 14 van de 43 zetels. „In Friesland maakte ze de dienst uit, en machtspolitiek schuwde ze niet”, zegt Jochem Knol van de Friese oppositiepartij GrienLinks. „Ze is een pure belangenbehartiger. Ze begrijpt niet waar bezwaren van anderen zitten, of hoe een bestuurder zorgvuldig belangen afweegt. Dat kun je honderd keer noemen, er is geen inlevingsvermogen.”
„Ze is gepassioneerd en gedreven”, zegt Arno Brok, commissaris van de Koning in Friesland (VVD) neutraler. „Ze is meer politica dan bestuurder, en ze vindt dat ze iets moet realiseren. Dat zijn wij niet altijd meer gewend.”
Wiersma is de trots van haar partij. „The Beauty and the Brains”, noemt BBB-leider Caroline van der Plas haar. Altijd goed verzorgd, op hakken bij werkbezoeken in de stal. Altijd gericht op de inhoud; ze bevraagt ambtenaren tot in de voetnoten van rapporten.
Lees ook
Achter de schermen van BBB: een reclameman, drie twintigers, twee lobbyisten voor de melkveehouderij en een varkenshouder
Maar als minister staat ze nu ook voor de grote problemen in de landbouw, een sterk gepolariseerde portefeuille. BBB-beloftes – zoals soepeler mestregels uit Brussel – zal ze niet een-twee-drie kunnen waarmaken, Wiersma kan juist het gezicht worden van de mest- en stikstofcrisis. En ze heeft weinig speelruimte; anders dan in Friesland, is de BBB in Den Haag met zeven zetels de kleinste coalitiepartij, tegenover een kritische Kamermeerderheid.
Het grootste deel van haar leven heeft Wiersma niets met boeren of politiek te maken gehad. Die identiteit past haar nu als een jas, maar die heeft ze pas in 2010 aangetrokken, toen ze meedeed aan het tv-programma Boer Zoekt Vrouw, en zelf die gezochte vrouw werd.
Wie was Femke Wiersma vóór die tijd?
Ze werd in 1984 in Dokkum geboren. Haar ouders scheidden een jaar later en ze groeide op bij haar moeder. Er waren problemen en geen geld. Al helemaal niet voor paardrijles; ze verzorgde de paarden van anderen. Wiersma haalt vaak haar jeugd aan om te zeggen dat ze gewone mensen begrijpt. „Ik weet van huis uit wat een bijstandsmoeder meemaakt die in de schuldsanering zit. Daarom wil ik mensen verder helpen om iets te bereiken”, zei ze in 2022 tegen Nieuwsblad Noord-Oost Friesland. Van paarden houdt ze nog steeds. Ze heeft zelfs een veulen gefokt.
Na mavo en havo/vwo in Dokkum koos ze in 2002 voor de Koninklijke Marine, ze werd matroos. „Aan boord was het hard werken, en hard ontspannen op de wal”, herinnert Dirkje Smidts zich, destijds als chef hofmeester verantwoordelijk voor de mess van de onderofficieren. Met het fregat Hr Ms Jacob van Heemskerck maakten ze onder meer reizen naar de Middellandse Zee. Op een bemanning van 180 waren er in die tijd zo’n dertig vrouwen. Soms moest Smidts een oogje in het zeil houden „bij die jonge meiden tussen de mannen”, vertelt ze. Maar Femke „paste er goed tussen”. „Ze kwam voor zichzelf op en was zeker niet verlegen.”
Ze werkte nog even in de marinierskazerne op Texel, maar vertrok na vier jaar, in 2006: het jaar waarin ze, op haar 22ste, voor het eerst moeder werd. De marine, had ze toen al vastgesteld, was niet helemaal haar wereld.
Op cruciale momenten kwam Wiersma de mensen tegen, die haar verder hielpen. Zoals Jantsje Wiersma, die haar in 2008 onder haar vleugels nam als beginnend zorgconsulente in de Friese gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel. „We waren als moeder en dochter”, zei Femke Wiersma over Jantsje. Dat klopt, zegt Jantsje, intussen gepensioneerd, met een lachje. „Dat leek zo omdat we toevallig dezelfde achternaam hadden.”
Ze legde al snel zelfstandig huisbezoeken af om te zien wie in aanmerking kwam voor gemeentelijke vergoeding van taxiritten, een traplift of douche met lage instap. Het was een fase waarin Wiersma politiek van kleur veranderde. Ze stemde PvdA, maar zag hoe mensen het systeem misbruikten, en werd rechtser.
In interviews zei zedat ze in die levensfase „geen zelfvertrouwen” had. Dat zag Jantsje Wiersma niet, zegt ze. „Al kan iemand zich natuurlijk wel zo voelen.” Wat ze wel zag: „een keurige jongedame die alles snel oppikt, weet wat ze wil en ervoor gaat.”
Zoals in de liefde. In 2010 zag Femke Wiersma in Boer Zoekt Vrouw Gijs Bakhuisen, een 35-jarige melkveehouder in Abcoude met een vrolijk gezicht en halflang haar. Wat een leuke vent, dacht ze, en schreef hem een brief. ‘Boer Gijs’ zou er ruim achthonderd krijgen, maar koos Femke.
In zijn rustieke boerderij met 65 koeien aan het Gein vond Wiersma niet alleen een geliefde met wie ze nog drie kinderen zou krijgen, maar ook haar roeping. Ze ontdekte het boerenleven en haar zakelijk talent: ze opende een theetuin aan huis, De Boergondische Tafel.
In 2015 ontpopte ze zich als lobbyist. Het melkquotum werd afgeschaft, en ingeruild voor strengere mestregels om de groei van de veestapel te remmen. Dat was onrechtvaardig voor ‘grondgebonden’ veehouderijen die hun mest op eigen land kwijt kunnen, vonden Femke en Gijs. Ze dompelde zich onder in de wereld van fosfaatrechten, via Facebook mobiliseerde ze andere boze veehouders. Er kwam een netwerk, ze werden uitgenodigd in Den Haag, en ten slotte kwam er een uitzondering voor boeren zonder mestoverschot.
Wiersma werd beleidsmedewerker bij de Vereniging tot Behoud van Boer & Milieu (VBBM). Een kleine lobbyclub en, dixit Wiersma, „niet van het polderen”. De VBBM staat voor kringlooplandbouw, wat groen klinkt, maar ook voor bovengronds mest uitrijden, waarbij meer ammoniak in de lucht vrijkomt. Voer je koeien minder eiwit, dan krijg je ook minder stikstof, zegt de VBBM. Je hoort het Wiersma nog steeds zeggen tijdens Kamerdebatten.
Haar ‘ideologische’ ontwikkeling is terug te lezen in de columns die ze vanaf 2012 schreef voor De Boerin. Eerst gingen die over haar plattelandsleven – vos steelt kippen, man komt chronisch te laat aan tafel – maar al snel verdrong politiek de petite histoire. Onder de kop ‘Wakker mens’ schreef ze in 2014 dat organisaties als Wakker Dier en Natuurmonumenten „propaganda bedrijven” en „ver af staan van de echte boerenpraktijk”. In 2017 kreeg ‘Den Haag’ het te verduren. En „deskundigen die ongeruste burgers met eenzijdige informatie voeden en de veehouderij moedwillig in een ongunstig daglicht plaatsen”.
Je ziet de ideeën zich vormen die ze later als BBB’er ging uitdragen. „Natuurkwaliteit verbetert niet door stikstof te reduceren„ zei ze in een interview in 2022. „Nederland is de weg kwijt.” Nu zegt Wiersma: niet alléén door stikstofreductie. Ook toont Wiersma weinig liefde voor bioboeren. Het beleid is meer biologisch, maar Wiersma heeft zelf gezegd „dat je altijd moet redeneren vanuit de vraag.” En consumenten kopen liever goedkopere producten.
„Ze werd te groot voor ons”, zegt VBBM-voorzitter Erik Valk. Wiersma maakte in 2017 de overstap naar de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). Van voorzitter Harm Wiegersma, nu BBB-Statenlid in Friesland, kreeg ze daar als beleidsadviseur vier jaar lang veel ruimte. Te veel , vonden sommige nieuwe bestuursleden die er later bijkwamen. Er ontstond een conflict, en Wiersma voelde zich daarin onheus bejegend. Wiegersma: „Toen heeft ze gewoon gezegd: ik ga weg.”
Voor Wiersma was het geen gemakkelijke tijd; in 2019 was haar huwelijk al gestrand. Maar toen hielp ‘de juiste persoon’ weer: Caroline van der Plas.
Wiersma hielp Van der Plas bij de oprichting van BBB. En Van der Plas polste Wiersma om partijleider te worden, maar als alleenstaande moeder schrok Wiersma daarvoor terug. Bij de Kamerverkiezingen van 2021 stond ze wel op plek 2 van de lijst en haalde ruim 25.000 voorkeursstemmen: ongeveer de helft van de stemmen van Van der Plas. Niet genoeg voor een Kamerzetel, wel een prestatie.
Voor de derde keer werd Wiersma beleidsmedewerker, nu bij de eenpersoonsfractie van BBB in Den Haag. Met Van der Plas ontstond een vriendschap. „We kunnen lachen om wat hardere grapjes”, zegt Van der Plas. „We hebben veel zelfspot. Ook over vrouwen, weet je wel. We zeiden weleens: meer vrouwen in de Kamer? Nou, doe maar even wat minder. Want dat gekijf de hele tijd.”
In 2023 was BBB de grote winnaar van de provinciale verkiezingen. Wiersma werd gedeputeerde in Friesland. In Holwert – sinds 2023 met -t in plaats van -d – verbouwde ze zelf, zoals ze graag vertelt, het huisje dat ze er kocht.
Als haar achterbuurman zijn zin had gekregen, lag er nu een steiger voor zeil- en motorboten pal naast hun huizen. Marco Verbeek, voorzitter van de Stichting Holwerd aan Zee, gelooft nog steeds in het lokale initiatief voor een binnenmeer, dat toeristen en nieuwe inwoners moest lokken. Maar na de BBB-winst verdampte de politieke steun.
„Als je het BBB-programma leest, zou ‘Holwerd aan Zee’ juist ideaal moeten zijn: bewonersinitiatieven, nabuurschap, gebiedsgerichte ontwikkeling”, zegt hij bitter. „Maar dat telt alleen in verkiezingstijd. „Dat Femke in Holwert woont, heeft ons tot nu toe niets geholpen.”
Als BBB-gedeputeerde drong Wiersma de plannen voor het landelijk gebied in Friesland terug tot het wettelijke minimum; dezelfde ‘NPLG’-plannen die ze nu als minister voor heel Nederland heeft geschrapt.
Ook was er een paar keer ophef. Tegen ambtelijk advies in legde de provincie de aanleg van natuurvriendelijke oevers bij Grou in 2023 stil. Volgens Wiersma waren er geen regels om stikstofruimte te verhuren voor de aanleg, en moest stikstofruimte eerst naar PAS-melders, boeren die zonder natuurvergunning zitten. Het waterschap zag een miljoenenproject stranden. „Een streep door de rekening”, zegt Monique Plantinga, dagelijks bestuurslid. Uiteindelijk kon het waterschap het project tóch doorzetten, met machines zonder uitstoot.
Kritiek was er ook op kleine, maar gevoelige bezuinigingen. Wiersma schafte het Faitrade Provincie-beleid af (15.000 euro per jaar), en het regenboogbeleid voor een divers Friesland (50.000 euro). Geen juiste besteding van middelen, of geen kerntaak van de provincie, vond ze.
Op de Grüne Woche, de landbouwbeurs in Berlijn, vroeg Van der Plas begin dit jaar Wiersma voor het eerst of ze landbouwminister wilde worden. Tegen de zomer, toen de formatie serieus werd, zegde zij definitief toe op het terras van Hotel en Grand Café Post-Plaza in Leeuwarden. Toevallig ook de plek waar Wiersma in 2023 haar huidige partner ontmoette: singer/songwriter Jord Brinkhuis.
Nu staat Wiersma op haar 39ste aan de top van het ministerie waar haar partij altijd tegen ageerde, omgedoopt tot Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en – als laatste – Natuur. Ze zal moeten laveren tussen het BBB-beleid om boeren te sparen, en wettelijke natuurdoelen. Tussen de activist voor boeren die ze was, en een landelijk bestuurder voor iedereen die ze nu hoort te zijn. Veel geld heeft ze niet: de 25 miljard euro voor het landelijk gebied die er was, heeft de coalitie teruggebracht naar 5 miljard.
Als minister lijkt ze nog te zoeken naar een houding. Letterlijk, als je versies van de bordesfoto van het kabinet Schoof naast elkaar legt. Andere ministers en staatssecretarissen nemen vooraf een vaste pose in. Wiersma staat op elke foto’s in een andere – armen voor het lichaam, langs het lichaam, arm omhoog, hand door het haar.
Wiersma kan onpeilbaar zijn, ook bij informelere gesprekken op haar ministerie, zeggen Haagse bronnen. Ze kan zo lang neutraal blijven kijken, en zo vaak op haar beeldschermpjes, dat anderen denken: wat doen we verkeerd? Is het professionele ongenaakbaarheid, of is ze niet geïnteresseerd, omdat ze haar mening al klaar heeft?
De Femke Wiersma die ze in Den Haag niet laat zien, is de vrouw die familie en vrienden kennen. Iemand die graag witte wijn drinkt en zomaar voor dertig man kookt. „Onzekere mensen dragen vaker een maskertje”, zegt oud-marinecollega Dirkje Smidts. „Ze beweegt nog steeds hetzelfde, zag ik. Een beetje stijf, maar ze ís niet stijf.”
Bij het ‘mestdebat’ van afgelopen maandag zag je een minister die het na het ‘veeprikkers’-debacle beter wilde doen. Heel voorzichtig, door vooral de antwoorden van haar ambtenaren op te lezen. En af en toe welwillend. Over het vervroegen van een uitkoopregeling voor boeren, zei ze: „Aan deze minister zal het niet liggen.”
De stoet mannen stroomt de kerk in, er komt geen einde aan. Ze lopen het gangpad in en vullen links en rechts rij na rij aan houten stoeltjes. Zo zien vijftigjarige mannen er dus uit. Gewatteerd donkerkleurig jasje boven een spijkerbroek en eronder sportgympen, liefst wit. Hun haren kleuren deels of volledig grijs en zij die bovenop hun hoofden kalen, scheren ook hun slapen kort: geen man uit 1974 wil lijken op Herman van Veen. Sowieso is deze eerste zaterdag van oktober in basiliek Sint Jan de Doper het aantal langharige mannen te tellen op de vingers van één hand. En ze zijn met z’n tweehonderddertigen. Gekomen om Abraham te zien.
Die kleedt zich as we speak om op de orgelzolder boven het voorportaal. Dat wil zeggen: Jaap Oomen kleedt zich om. Oomen (65) is tijdens kantooruren netwerkcoördinator voor het West-Brabants praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs maar op deze jaarlijkse feestdag dost hij zich al 22 jaar uit als de Abraham van dienst. Twee maanden later speelt hij met net zoveel plezier de Oosterhoutse Sinterklaas. Hij heeft zich al gestoken in een kreukvrij priestergewaad en slaat daaromheen de grijze poncho die hij eens meenam uit Chili. Over zijn hoofd en schouders drapeert hij een gebroken wit tafelkleed en zijn voeten verdwijnen in de versleten leren pantoffels van zijn overleden grootvader, Louis, geboren in 1899. Om zijn kin gaat een versleten sinterklaasbaard – een nieuw exemplaar bewaart hij voor december – en als finishing touch zet hij een antiek leesbrilletje op de brug van zijn neus. Die was van oma Jo.
Schommelstoel
Dit is de 62ste editie van de Oosterhoutse abrahamdag, die sinds 2017 prijkt op de Nederlandse lijst van immaterieel cultureel erfgoed. De traditie begon in 1963, toen gemeenteraadslid en voorman van het lokale carnaval Leo Wellens besloot om zijn vijftigjarige verjaardag te vieren met Oosterhoutse leeftijdgenoten. Het feest werd een begrip, in dit deel van Brabant. Mannen die allang vertrokken zijn uit Oosterhout komen er voor terug: Abraham zien, pubquiz (‘welke bekende kleinkunstenaar overleed in 1974?’), bitterbal, diner, feest. Sinds een jaar of tien viert de stad ook een Sara-dag.
Links van de deuren van het theater waar de mannen zich zojuist registreerden staat een grote, volgepompte abrahampop die iedereen wel kent van de voortuinen en boerenerven van Nederland. Poppen die in alles ouderdom uitstralen, de abrahammen met hun grijze lange baarden en de sara’s met een grijs knotje, breiend in een schommelstoel.
Het is een typisch Nederlands gebruik: ‘Abraham zien’ zong als gezegde al voor de oorlog rond, losjes geïnspireerd op een passage uit het evangelie van Johannes waarin Jezus ten overstaan van toehoorders beweert dat hij aartsvader Abraham heeft gezien. Abraham is dan al eeuwenlang dood, dus de toehoorders zeggen spottend tegen Jezus: „Jij bent nog geen vijftig, en jij hebt Abraham gezien?” Jarigen kregen vroeger een abrahambrood cadeau en nog altijd verkopen bakkers joekels van abraham- en sarakoeken, al dan niet gevuld met amandelspijs en op te snijden in stukjes thuis of op kantoor ter viering van de bereikte senioriteit.
Maar heeft dit gebruik wel toekomst, nu de mens almaar ouder wordt?
Dat Leo Wellens in 1963 zijn vijftigste verjaardag groots wilde vieren is zeer goed te begrijpen. In zijn geboortejaar 1913 bedroeg de levensverwachting van mannen in Nederland, meldt het CBS, 55 jaar en vier maanden. Wellens had statistisch dus 90 procent van zijn leven achter de rug. Maar de mannen uit 1974 hier in de basiliek mogen van het CBS, nu ze 2024 hebben gehaald, ervan uitgaan nog eens een dikke 32 jaar door te leven. En dat is hen aan te zien. De mannen ogen niet zozeer oud als wel middelbaar. Sommigen zien er zelfs wat jeugdig uit. Het haar van Mark Rijpert, jarig op 22 oktober, is eerder bruinig dan grijs en hij traint twee keer per week in de sportschool met een personal trainer, loopt ook nog eens drie keer per week hard en is naar eigen zeggen fitter dan toen zijn kinderen kleiner waren. „Ik voel me 35”, zegt hij. Giovani Cornelia, vijftig sinds maart, sport elke dag en wordt geregeld een kleine tien jaar jonger geschat, mede dankzij zijn glanzend zwarte haar. En Joep Heinen, een kale Oosterhouter met een fikse baard, zegt: „Om nou te zeggen: o, nu ben ik vijftig, nu ga ik toetreden tot de ouderdom: nee. Ik sta midden in het leven.”
Jaap Oomen (65) verandert in Abraham (175) en loopt langs de vijftigjarige mannen in de basiliek van Oosterhout, vorige zaterdag, 5 oktober.
Foto’s: Hedayatullah Amid
Levenstrap
De dramatische koorzang van Carmina Burana schalt door de kerk. De mannen kijken over hun schouders het gangpad in. Het is zover. Ze zien Abraham. De aartsvader werd volgens de overlevering 175 jaar oud en dat blijkt. Zijn baard is lang, zijn rug krom en hij steunt op een kronkelige wandelstok die lijkt te zijn weggerukt uit de handen van een bijbelse herder. Schuifelend door het gangpad werpt hij dreigende blikken op de mannen links en rechts. Hij houdt halt voor het altaar, draait zich om en begint te spreken. „Lotgenoten!” zegt hij tegen zijn publiek dat drieënhalf keer zo jong is als hij. „We worden oud, heren.”
„Aaien en knijpen”, daar draaien rituelen als deze om, zegt cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers (62) aan de telefoon. Stokoude Abraham in de kerk, stokoude sarapop in de tuin: de aandacht voor de jarigen is zowel een blijk van erkenning voor de bijzondere verjaring – respect, vijftig! – als een excuus om even fijntjes de spot met hen te drijven. Zoals met sinterklaasgedichten geregeld oude rekeningen worden vereffend, zegt Rooijakkers, krijgt ook de vijftigjarige plagerige poëzie te verstouwen. ‘Hallo Abraham/verliest niet de moed/ook na 50 is ’t leven supergoed’ en ‘Zet de rollator maar vast klaar/Sara is nu 50 jaar’. Rooijakkers: „De ouderdom wordt uitvergroot tot cartooneske proporties.” De vrouw van Rooijakkers zegt iets op de achtergrond. „Heb je het gehoord?” zegt hij. „Een vriendin van Loes kreeg op haar vijftigste Tena Lady cadeau.”
Dat juist vijftig het begin van het oud worden markeert, hangt volgens Rooijakkers samen met de zogenoemde ‘levenstrap’ die in vroeger eeuwen prominent in Hollandse huiskamers hing als prent boven de schouw of borduurwerk aan de muur. De symmetrische trap verbeeldde de levensloop van de mens van 0 tot 100, elke trede een tiental, eerst de opgaande tred langs de jongeman en de gezinsvader en daarna de neergang die uitmondde in de tuimeling van een grijsaard in het graf. De hoogste trede bevond zich in het midden. Vijftig. Eindpunt van de bloei, start van het verval. Niet dat mensen in de zeventiende eeuw honderd werden, maar ambitie is nu eenmaal mens-eigen.
De helft van 100. Dat spreekt tot de verbeelding
Vijftig heeft zijn magie nooit verloren. Logisch ook, gezien de Nederlandse voorliefde voor het vieren van verjaardagen, zegt antropoloog Irene Stengs, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en onderzoeker aan het Meertens Instituut. „Nederlanders hechten aan verjaardagen veel waarde. Denk aan de kalender op de wc en het bezoeken van de jarige – zo ontstond de bekende verjaardagskring.” Met name ronde getallen zijn in trek, zegt Stengs. „De kroonjaren. Die vieren we extra groot.” Onder die tientallen spant vijftig weer de kroon. „De helft van 100. Dat spreekt tot de verbeelding.”
Het opvallende is dat de statuur van ‘vijftig’ zich niet beperkt tot poppen en plaagstootjes. Vanaf je vijftigste heb je recht op een ‘seniorenvoordeelpas’ (‘de beste kortingen voor 50-plussers!’), je behoort tot de doelgroep van de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen van Ouderen (‘elkaar waar nodig de helpende hand bieden: dat kan in een woongemeenschap’) en in Den Haag behartigt een partij jouw seniorbelangen. De mannen in Oosterhout lopen er niet warm voor, leert een kleine rondvraag. Heel goed dat zo’n 50-pluswoning er is voor de mensen die het nodig hebben, klinkt het, maar dat geldt absoluut niet voor mij.
Halleluja
In de kerk is Abraham klaar met praten maar nog niet met zijn act. Het is tijd voor een lied. Op de melodie van Leonard Cohens ‘Hallejulah’ zingt hij:
Gedenk, o mens, van stof zijt gij. Het leven vliegt aan je voorbij. De zeis van Magere Hein staat om de hoek, jaHalleluja, halleluja, halleluja, hallelu-oe-oe-oe-jaaa
Dit ritueel verdwijnt niet zo gauw, denkt Irene Stengs. „Vijftig worden blijft een overgang. Je bent niet oud, maar de jeugd ligt wel achter je. Misschien is dat al een paar jaar eerder het geval, ik las laatst dat de veroudering hard toeslaat op je 44ste. Maar ja: vijftig blijft een kroonjaar.” En een nieuw ritueel erbovenop, later in het leven, ter markering van de échte ouderdom: is dat kansrijk? Gerard Rooijakkers denkt hardop na over het „ingrijpende moment” dat je verhuist naar het verpleeghuis en zegt: „Tja, dat is natuurlijk geen reden voor een feestje. Zo’n ritueel moet natuurlijk wel léúk blijven. Rites de passage zijn bedoeld om veilig over taboes te praten en angsten te bezweren, zoals ouder worden. Op je vijftigste kan dat nog. Je hebt nog weinig kwaaltjes. Aan de kroonjaren die volgen, zit algauw een randje van verlies.”
De mannen lopen de kerk uit en de zon in. Het is markt, mensen kijken op en pakken hun smartphones erbij. Ze filmen een feestelijk tafereel: een stoet vitale mannen en een blaasorkest en gezwaai met een carnavaleske vlag of drie. Dat Magere Hein om de hoek zou staan, maakt op de mannen uit ’74 weinig indruk. „Goed, na twee uur padellen ben ik behoorlijk moe, maar je bent zo oud als je je voelt”, zegt Bas van den Bogaert uit Zundert. Met zo’n veertig dorpsgenoten is hij naar de abrahamdag gekomen. Niet om de ouderdom te markeren, maar „gewoon, voor een gezellige dag.” Zijn oog valt op weer een opgeblazen Abrahampop. „Die lijkt wel tachtig”, zegt Van den Bogaert. Hij is een van de jongsten van allemaal. Jarig op 29 december. Jazeker, zegt hij, dat gaat hij groots vieren. „Met een pop ja.”
Onder de noemer Giro555 collecteren Nederlandse hulporganisaties sinds donderdag voor „alle slachtoffers van geweld in het Midden-Oosten”. Het hoogtepunt moet de ‘Nationale Actiedag’ worden die volgende week woensdag plaatsvindt en waar verschillende omroepen en media aan meewerken.
Vier vragen over de actie.
1 Waarom een Nationale Actiedag?
„Het conflict escaleert steeds verder”, zegt Giro555-woordvoerder Wouter Booij. „De nood om de vele slachtoffers te helpen is dus ontzettend hoog.” Een jaar na de aanval van Hamas in Israël, waarbij zeker 1.139 mensen werden gedood en ruim tweehonderd mensen werden gegijzeld, doodde Israël zeker 42.000 Palestijnen. Het geweld elders in het Midden-Oosten, zoals op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, in Libanon en in Noord-Israël, is het afgelopen jaar verhevigd.
Verschillende organisaties, ook Nederlandse, gaven het voorbije jaar al noodhulp. Dat is met name lastig in Gaza, dat veruit het zwaarst is getroffen. Israël laat maar zeer beperkt goederen en hulpverleners toe. „Je haalt geen geld op om het daarna jaren op een bankrekening te laten staan”, zegt Booij van Giro555. „Hoewel we nog altijd te weinig toegang hebben tot Gaza, zijn onze organisaties de afgelopen maanden steeds bedrevener geworden in bijvoorbeeld voedseldistributie, de reparatie van watervoorzieningen en het aanbieden van medische zorg.”
Achter Giro555 zitten de organisaties CARE Nederland, Cordaid, Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Plan International, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes, Unicef Nederland en World Vision. Met de Nationale Actiedag willen zij komende woensdag extra aandacht vragen voor alle slachtoffers in het Midden-Oosten. Op radio en televisie zullen spotjes verschijnen. Ook in radio- en televisieprogramma’s komen slachtoffers en hulpverlening aan bod. Of eveneens een gezamenlijke uitzending volgt, zoals bij eerdere Giro555-acties, is nog niet bekend. De Nationale Actiedag wordt ondersteund door de NPO, RTL, Talpa, DPG Media en Mediahuis.
2 Voor wie is de hulp bedoeld?
De Giro555-actie is nadrukkelijk bedoeld voor „alle slachtoffers” van „het escalerende geweld in het Midden-Oosten”. De actie moet geld ophalen voor hulpprojecten in Gaza, Libanon, de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, Syrië en Israël. De aanstichters van het geweld worden in het midden gelaten: Giro555 wil ‘politiek neutraal’ zijn. Het gaat om de slachtoffers.
„Laat duidelijk zijn dat de humanitaire nood het hoogste is in Gaza en Libanon”, zegt Booij. „Daar zal het grootste deel van de hulp logischerwijs naartoe gaan.”
Maar er zal ook geld naar Israël gaan. „Ons basisprincipe is dat we mensen in nood helpen”, zegt Booij. „Als in Israël ook hulp nodig is, is het duidelijk dat we die hulp bieden. Het schuurt eigenlijk helemaal niet.” Booij noemt medische transporten en psychosociale ondersteuning als voorbeelden van hulp die in Israël met 555-donaties kan worden gefinancierd.
In een vergadering met omroepen zou woensdag een verdeelsleutel zijn besproken, meldde De Telegraaf. 60 procent van de hulp zou naar Gaza gaan, 35 procent naar Libanon en 5 procent naar Israël. Booij nuanceert dat. „Die percentages waren meer ter illustratie. Uiteindelijk maken we een professionele inschatting van de hulpbehoeften.”
3 Wat vinden de omroepen?
Voor de radio- en tv-uitzendingen van Giro555-acties slaan publieke omroepen de handen ineen. „Er zijn zorgen bij sommige omroepen over de balans in de berichtgeving tijdens de actie”, zegt EO-directeur Arjan Lock. Hij zit ook het College van Omroepen voor en heeft de kwestie daarin donderdag besproken. „Als je terecht aandacht vraagt voor slachtoffers in Libanon, hoe zorg je dan dat je ook slachtoffers in Israël niet vergeet?”
Welke omroepen hun zorgen hebben geuit, wil Lock niet zeggen. Alle omroepen zijn het er volgens hem over eens dat mensen in nood moeten worden geholpen. „Daarom willen we wegblijven van de politieke insteek.”
4 Wat zeggen andere organisaties?
Oxfam, een van de Giro555-organisaties, benadrukt dat het wel hulp biedt in Gaza, Syrië, Libanon en de bezette Westelijke Jordaanoever, maar niet in Israël. „Oxfam financiert en werkt nauw samen met Israëlische mensenrechtenorganisaties die zich inzetten voor de verdediging en bevordering van de mensenrechten van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en Gaza”, zegt Oxfam-woordvoerder Roos Groen.
Ook Save the Children, niet meer betrokken bij Giro555, ziet de moeilijkheid van noodhulp aan Israël. „Er komt bij mensen ook gevoel bij kijken”, zegt woordvoerder Jos de Voogd. „Maar de burgerbevolking heeft hier geen debet aan en onze hulpverlening is strikt neutraal.” Een woordvoerder van Artsen zonder Grenzen, dat jaren geleden ook uit Giro555 is gestapt, zegt: „Wij kiezen geen partij bij conflicten. Iedereen moet de zorg krijgen die nodig is, dus ook in Israël.”
Belangengroep CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) stelt dat het „bizar” zou zijn mocht Israël niet een deel van het gedoneerde geld ontvangen. „De oorzaak van het probleem, de aanvallen van Hamas en Hezbollah op Israël, zou anders worden weggepoetst”, zegt directeur Naomi Mestrum. Ze pleit voor medische zorg voor gijzelaars en hulp aan door aanvallen van Hamas en Hezbollah ontheemde Israeliërs.
Lees ook
Nederland geeft extra 4 miljoen uit aan hulp in Libanon