Column | Wat bezielde Omtzigt?

Nu het Haagse stof ruimschoots is neergedaald, rijst de vraag: wat is er nou precies aan de hand? Goed, Pieter Omtzigt is een beetje in de war, maar dat is hij wel vaker geweest. Hij zit „thuis in Enschede” bij te komen, en zijn vrouw zal hem heus wel weer op de rails krijgen – terug naar Den Haag.

Ze zullen hem daar als een verloren zoon willen binnenhalen, want ze hebben hem maar al te hard nodig om hun favoriete centrum-rechtse kabinet te kunnen vormen. Wilders zal beloven dat hij geen nare tweets („katholieke gluiperd”) meer over hem verspreidt, en ook Yesilgöz slikt haar snibbige verontwaardiging in. Caroline van der Plas zal weer een traantje laten.

Hoe kon het zover komen? Wat bezielde Omtzigt? Daarover zullen de journalistieke reconstructies vooral gaan. Aan de tv-uitzending van Humberto met Omtzigt zullen de onderzoekers weinig hebben.

Daar zat de politicus die het land een nieuwe bestuurscultuur had beloofd, een karikatuur te spelen van een politicus die juist in de oude bestuurscultuur is vastgeroest. Halve antwoorden, ontwijkende formuleringen, onduidelijkheid over toekomstige stappen – het hele repertoire werd afgewerkt. Na afloop hing heel kijkend Nederland kermend in de touwen, terwijl de politicus mompelend in de taxi naar Enschede stapte.

Ja, wat bezielde hem? Misschien moeten we er niet te veel diepte-psychologische speculaties op loslaten. Omdat Omtzigt nu eenmaal een twijfelend mens is, moeten we hem ook het voordeel van die twijfel geven. Halverwege het pad naar de definitieve samenwerking met zijn collega’s zal hij door een gevoel van diepe neerslachtigheid overrompeld zijn. Wat moest hij met zulke lui? Een politieke boef als Wilders, een onwetende politicus als Van der Plas, een onzekere VVD-leider als Yesilgöz? Moest hij daaraan zijn politieke toekomst verbinden? Toen ook enkele van zijn fractieleden hun twijfel uitspraken, knapte er iets bij hem. Hij ging er vandoor.

Eigenlijk pleit dat voor hem – en voor zijn geweten. Omtzigt is de enige van dit gezelschap, inclusief informateur Ronald Plasterk, die hiermee een min of meer principiële weerzin tegen de ideeën van Wilders heeft gedemonstreerd. Wilders doet tegenwoordig alsof hij de rechtsstaat zal respecteren, maar Omtzigt weet dat hij zijn collega daarin nooit zal kunnen vertrouwen. Dat besef knaagt aan hem. Hij hoort de stemmen, ook uit zijn CDA-verleden, die bezwerend riepen: „Doe het niet!” Ze riepen tevergeefs, maar ze kregen later wel gelijk.

Uitrustend in Enschede zal Omtzigt woensdag hopelijk in de Volkskrant het interview met de befaamde Mussolini-kenner Antonio Scurati hebben gelezen. Die is zeer bezorgd over Nederland, een land dat hij vroeger om zijn sterke democratische traditie bewonderde. Scurati: „Zodra de liberalen met Wilders in zee gaan, begint een proces van normalisatie. Dat heb ik zien gebeuren in Italië. (…) Ik ben van mening dat liberalen nooit de fout mogen maken om samen te regeren met partijen die in wezen onliberaal zijn. (…) Als de Nederlandse liberalen dat toch doen, dragen ze een serieuze historische verantwoordelijkheid voor de toekomst.”

Zal het Wilders lukken? Zijn politieke lot ligt in handen van een geboren twijfelaar. Afwachten maar.