Hazel Findlay (35) beklimt rotswanden van honderden meters hoog. Soms van meer dan duizend meter. Soms wanden die nog nooit beklommen zijn. Toch ziet ze zichzelf niet als iemand die graag risico’s neemt. „Het is niet dat ik minder van het leven houd dan anderen”, zegt ze in een videogesprek met NRC. Ze houdt gewoon veel van klimmen. „Ik neem bepaalde risico’s om dat te kunnen blijven doen. Maar het is een complex gesprek, over waartoe je wel en niet bereid bent.”
Precies zo’n gesprek moest ze voeren tijdens een expeditie in Groenland, in 2022. Findlay en de bekende klimmer Alex Honnold (38) wilden naar de top van Ingmikortilaq. Een monoliet van graniet en gneis van 1.145 meter aan de kust van Groenland, die recht omhoog lijkt te steken uit een zee vol ijsschotsen. De drie miljoen jaar oude wand is een van de hoogste ter wereld en werd nog nooit door mensen beklommen.
Rotsen kunnen er op een plaatje „vriendelijker uitzien dan in werkelijkheid”, is de ervaring van Findlay. Maar deze wand ziet er in het echt „krankzinnig” uit, zegt ze in de documentaireserie Arctic Ascent, die de klimmers volgt tijdens hun poging.
Als ze aan de klim beginnen blijkt Ingmikortilaq vol te liggen met losliggende stukken steen, die met een rotvaart naar beneden komen. Het zijn net „jenga-blokjes”, zegt een derde klimmer, die ook mee naar boven zou gaan. Hij vindt de afbrokkelende rots levensgevaarlijk, en wil niet verder.
Wat nu? Honnold ziet veel minder gevaar. Hij werd in 2018 bekend met de documentaire Free Solo, waarin hij zonder touwen El Capitan (900 meter) in Yosemite Park beklimt. Iets wat niemand ooit had gedurfd. Anders dan Honnold ervaart Findlay soms wél doodsangst. Lachend: „Ik ben meer een normaal mens, met een normale angstrespons.”
In de klimwereld heeft Findlay ook een bekende naam. Aangemoedigd door haar vader begon ze op haar zesde met klimmen in Wales. Als kind werd ze zes keer Brits kampioen, later was ze de eerste Britse vrouw die El Capitan zonder uitrusting beklom (maar wel beveiligd met touwen). Ze heeft ook de eerste beklimming van verschillende rotswanden op haar naam staan. Als coach geeft Findlay mentale trainingen aan klimmers. Haar specialisatie: omgaan met angst.
In Groenland kijkt iedereen na het afhaken van klimmer nummer drie naar Findlay. Zonder háár kan Honnold niet naar boven. Als zij ook afhaakt, „is het feestje voorbij”, zegt hij.
Je bent, ondanks het gevaar, toch doorgegaan. Waarom?
„Het is gewoon fantastisch om helemaal van beneden naar boven te klimmen in zo’n omgeving. Ik kon nauwelijks slapen [ze overnachtten ook op de rots] omdat het uitzicht té goed was om mijn ogen dicht te doen. En ik vind het geweldig om mijn vaardigheden zo te kunnen testen.”
Hoe ben je tot die beslissing gekomen?
„Ik heb mijn eigen motivatie beoordeeld om er zeker van te zijn dat ik het voor mezelf wilde doen. Want er was natuurlijk ook heel veel externe druk. Een productiebedrijf had er miljoenen in gestoken, er was een team van dertig mensen, en Alex kon zonder mij niet omhoog. Maar het wordt heel moeilijk als je het eigenlijk niet echt wil, als je de route gedáán wil hebben, in plaats van dat je ’m doet.”
Dat lijkt me moeilijk te beoordelen, onder zulke enorme druk.
„Er zijn best wel wat rustige momenten tijdens zo’n expeditie. Logistiek ging er van alles mis, waardoor we vaak aan het wachten waren, op een boot of op klim-uitrusting. En je hoeft niet je was te doen, of te koken. Je giet alleen water in een zakje, en dan heb je je eten. Dus je hebt best wat tijd voor jezelf. Als ik probeer te ontdekken waarom ik iets wil, vraag ik me af: word ik erdoor aangetrokken, omdat ik het heel cool vind? Of word ik erheen geduwd omdat ik bang ben voor wat er gebeurt als ik het niet doe?
„Het punt met een wand als Ingmikortilaq is dat er veel gevaar is, zoals die stenen die naar beneden kwamen. Dan moet je je echt concentreren op het mitigeren van de risico’s. Ik had niet het gevoel dat Alex daar net zoveel mee bezig was als ik. Dus ik zei: ja, ik wil verder, maar laten we alsjeblieft voorzichtig zijn. Uiteindelijk waren we een geweldig team, ik heb nooit gedacht: hij is roekeloos.”
In de film zeg je dat dit misschien wel je zwaarste beklimming tot nu toe is. Denk je dat nog steeds?
„Mentaal wel. Het was aan het einde van een expeditie van zes weken” – ze hadden al twee andere rotswanden beklommen, zwaar bepakt, en een gletsjer afgedaald. „We hadden vijf weken niet gedoucht, we waren moe, wilden naar huis. Maar je bent ook op een prachtige plek. Elke dag is een mix van emoties. Wat een geluk dat ik hier ben! En dan: oh, een stuk steen heeft me bijna gedood. Fysiek was het klimmen niet eens zo veeleisend, maar het was gevaarlijk en mentaal uitdagend.”
Je hebt veel aandacht besteed aan je omgang met angst, bijvoorbeeld de angst om te vallen. Hoe kan je die de baas blijven?
„Op plekken waar veel mensen klimmen, zoals in een klimhal, is het bijna altijd veilig om te vallen. Toch zijn mensen er bang voor. Zo werken onze hersenen en lichamen. Als je een horrorfilm kijkt, wéét je ook dat je veilig bent, maar veel mensen krijgen dan ook een snellere hartslag, zijn bang. Als je veel oefent, kan je jezelf ongevoelig maken voor het gevoel van door de lucht te vallen, voor die angst. Waar wij klommen in Groenland is het anders. Daar is het niet veilig om te vallen. Dan klim je op een andere manier, erop gericht om geen fouten te maken. En je moet je stressreactie beheersen. Dan probeer ik mijn ademhaling te controleren, langzamer en dieper te ademen. En niet vast te lopen in negatieve gedachten. Ik richt me op de rots, zoek naar de volgende handgreep, hoe ik mijn voet goed neer kan zetten.”
In de documentaire roep je dat het ‘angstaanjagend’ is. Je voelt dus nog wel angst.
„Totáál ja. Ik was vaak bang tijdens die klim, ik deed alles wat ik kon om die angst te beheersen. Maar soms was het niveau gewoon een beetje te hoog. Ik had een paar keer bijna gezegd: dit is te veel voor mij. Aan de andere kant is het ook juist cool als je het nét aankan.”
Je zei onlangs in een podcast dat je ook hebt geworsteld met faalangst, en angst voor wat mensen van je vinden. Hoe verhoudt dat zich tot doodsangst?
„Ik denk dat sociale angsten net zo beperkend en moeilijk beheersbaar kunnen zijn als angst voor je fysieke veiligheid. We zijn als mensen zo bedraad dat sociale angst vóélt als een bedreiging van onze fysieke veiligheid. Stel je voor dat iedereen in jouw wereld je afwijst, dat zou verschrikkelijk zijn. Het zou voelen alsof je nauwelijks verder kan leven.
„Ik heb er nu minder last van, omdat ik er hard aan gewerkt hebt. Maar soms nog wel. Ik probeer dan te bedenken wanneer iets voor mij persoonlijk een succes is, in plaats van in de ogen van anderen. Als het om klimmen gaat, is het logisch om succes gelijk te stellen aan de top halen. Maar misschien betekent succes voor jou wel dat je iets nieuws leert, of dat je je uiterste best hebt gedaan.”
Is het eenvoudig om er op die manier naar te kijken in de klimwereld, of draait het toch vooral om de top halen?
„Dat is moeilijk, ja. Als je vlak voordat je boven bent naar beneden valt, dan heb je die klim niet gedaan. Dat is ergens leuk, omdat er een duidelijk doel is. Maar dat maakt het ook wel heel erg gericht op de uitkomst.”
Is er een verschil tussen hoe vrouwelijke en mannelijke klimmers hiernaar kijken, denk je?
„In mijn coachingbedrijf zie ik dat vrouwen net zo gericht zijn op de uitkomst als mannen. Wel zijn mannen soms wat meer gericht op een eerste beklimming – ik wil naar de top en daar als eerste een vlag planten. Ik denk wel dat vrouwen meer over angst praten, al denk ik niet dat ze banger zijn. Voor mannen is er de sociale druk om dapper te zijn, vrouwen kunnen zoiets hebben van: ik hoor niet dapper te zijn. Ik denk dat veel vrouwen opgroeien in een wereld waarin van hen wordt verwacht dat ze een beetje timide zijn. Ik had het geluk dat mijn vader deze waarden niet aan mij opdrong toen ik jong was.”
De driedelige documentaireserie Arctic Ascent is zondag 11 februari vanaf 20.30 uur te zien bij National Geographic.