Europese landen gebruiken in toenemende mate digitale technologieën om migratie in te perken, waardoor de kans op „discriminatie, racisme en disproportionele en onwettige surveillance” wordt vergroot. Dat schrijft Amnesty International in een maandag verschenen rapport. Het recht op asiel, dat is vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, staat daardoor onder druk.
Amnesty verwijst onder meer naar een „leugendetectiesysteem” dat runt op AI. Sinds 2018 wordt het systeem in ieder geval gebruikt door Hongarije, Griekenland en Letland. Het systeem analyseert „details van gelaatsuitdrukkingen met behulp van gezichts- en emotieherkenningstechnologieën”. Het systeem „toetst” of migranten antwoorden over bijvoorbeeld hun herkomst naar waarheid beantwoorden. Er is geen wetenschappelijke consensus dat leugendetectors, ook die gerund worden door AI, betrouwbare resultaten afleveren. Onder de AI Act, een historisch AI-wetgevingspakket waarover de EU eind 2023 een akkoord bereikte, is het verboden om dergelijke technologieën te gebruiken in het onderwijs en op de werkvloer.
AI-wachttorens
Amnesty onderzocht ook de technologieën die de grenswacht van de Verenigde Staten inzet. Zo gebruikt de overheid monitoringssoftware om migranten en asielzoekers te observeren, en staan langs de grens met Mexico AI-gestuurde wachttorens. Daardoor neemt volgens Amnesty „het risico op etnisch profileren van zwarte, Latijns-Amerikaanse en andere geracialiseerde gemeenschappen” toe.
Volgens Amnesty versterken dit soort technologieën systemische discriminatie die sowieso al bij grensbewaking komt kijken. „Racisme zit diep ingebakken in migratie- en asielmanagementsystemen”, aldus Amnesty. „Deze technologieën zijn deels gebaseerd op vooroordelen, waardoor het recht op non-discriminatie en andere mensenrechten in het geding komen.”
Ook buiten AI om gaan landen steeds verder in het invoeren van digitale monitoring van migranten. In Oostenrijk, België, Denemarken, Duitsland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk worden volgens Amnesty steeds meer wetten ingevoerd „die onder meer inbeslagname van telefoons van asielzoekers mogelijk maken”. Grensbewaking controleert vervolgens of de verhalen van de migranten overeenkomen met de informatie op hun telefoons.
Voor slachterij Esa in Apeldoorn staan maandag aan het eind van de ochtend twee transportwagens met loeiende runderen geparkeerd. Een van de chauffeurs rookt een sigaret naast zijn wagen, hij kan het terrein toch nog niet op. Door de bezetting van Europese dierenrechtenactivisten van 269 Libération Animale, die in de nacht van maandag op zondag begon, en in de loop van de ochtend is opgebroken, heeft het transport flinke vertraging opgelopen.
En dat is niet alleen bij Esa het geval. Ook Ameco – dat zichzelf „een innovatieve rundvleesverwerker” noemt – en Ekro, dat ook al in 2021 werd bezet, kregen te maken met een bezetting. In totaal vielen in één nacht bij zes slachterijen zo’n honderd activisten binnen: drie in Apeldoorn, één in Nieuwerkerk aan den IJssel, en twee in Frankrijk, in Boulazac en Châteaubourg.
In Apeldoorn heeft de politie „rond de veertig mensen” aangehouden op verdenking van vernieling en huisvredebreuk. In Nieuwerkerk aan den IJssel negen. Volgens Franse media werden ook in Frankrijk „meerdere personen” gearresteerd.
De dieren zitten nog langer vast voordat ze worden geslacht dan gebruikelijk
„In de appgroep hadden ze het er al over”, zegt een chauffeur die bij Ameco staat te wachten om slachtafval op te halen. „Die activisten willen kalveren beschermen, maar vandaag is het effect averechts, want de dieren zitten nog langer vast voordat ze worden geslacht dan gebruikelijk.”
Maar het gaat de activisten niet alleen om het effect dat ze vandaag bereiken, blijkt uit de video’s op hun Instagram-pagina. „We want total liberation”, staat op A4-tjes die ze in de slachterijen ophangen. Op de filmpjes is ook te zien hoe de in zwart gestoken activisten rond drie uur in de nacht ESA binnendringen, uitgerust met hoofdlampen en de kettingen waarmee een deel zichzelf later buiten zou vastketenen.
Lees ook
Lesley en Madelaine mogen de trucks vol jonge kalveren geen moment uit het oog verliezen
Stiertje
De activisten scharen zich onder de 269 Life Movement, gebaseerd op ‘kalf 269’, dat in 2012 door anonieme activisten werd gered uit een Israëlisch slachthuis. Het stiertje werd een symbool. De Franse tak, 269 Libération Animale, omschrijft zichzelf als een ‘radicaal en door vrouwen geleid antispeciësistisch collectief’ – verwijzend naar het filosofische idee dat mensen niet superieur zijn aan dieren. Ze richten zich op „de grootste namen in dierenuitbuiting en slacht in Europa”.
De zes slachterijen zijn allemaal onderdeel van de Nederlandse VanDrie Group, de wereldmarktleider op het gebied van kalfsvlees. ‘Het Van Drie-imperium tot stilstand gebracht’ – noemt 269 Libération Animale de actie. Dat imperium is ontstaan in „de vroege jaren ’60 van de vorige eeuw”, staat op de site van VanDrie. Toen „Jan van Drie senior zijn eerste kalf van een melkveehouder” kocht.
Het vermogen van de familie Van Drie wordt in de laatste Quote 500 op 1,7 miljard geschat
Ruim zestig jaar later, blijkt uit het jaarverslag van 2023, gaat het om zo’n 1.4 miljoen kalveren en 140.000 runderen per jaar. Er werken zo’n 2.700 werknemers bij vestigingen in Nederland, maar ook in België, Frankrijk, Italië en Duitsland. Quote schrijft begin dit jaar dat de nettowinst van het „slachthuizenimperium” datzelfde jaar tot een record van 134 miljoen euro is gestegen, op een omzet van 3,2 miljard. Het vermogen van de familie Van Drie wordt in de laatste Quote 500 geschat op 1,7 miljard – „een stijging van 21,4 procent” ten opzichte van het jaar daarvoor.
Dat geld, stelt dierenrechtenorganisatie Dier&Recht, wordt „verdiend over de rug van weerloze kalfjes”. Sinds februari 2024 voert deze organisatie een rechtszaak tegen VanDrie, die ze „de ongekroonde koning van kalverleed” noemt. De zaak heeft als doel „een einde te maken aan de illegale kalvertransporten tussen Ierland en Nederland”.
Dierenactivisten bij de hekken van slachterij Ameco aan de Energieweg. Persbureau De Breij / ANP
Dierenwelzijn
In Ierland worden ruim een miljoen kalfjes per jaar geboren. Maar de stiertjes en twee derde van de vrouwelijke kalfjes gelden als overtollig, en ruimte hebben ze er ook niet voor. Vooral Nederlandse bedrijven hebben interesse in deze dieren, die ze in bulk aanschaffen, bij prijzen van 5 euro per dier. VanDrie is hoofdimporteur van deze Ierse dieren.
Voor specifiek het transport tussen Ierland en Nederland is afgelopen jaren veel aandacht. Volgens de EU-verordening 1/2005 mogen „meer dan veertien dagen oude” kalveren op transport. Ze moeten „na een transporttijd van 9 uur” ten minste een uur rust krijgen, waarin ze „gedrenkt en zo nodig gevoederd” moeten worden. Daarna kunnen ze „opnieuw gedurende 9 uur worden vervoerd”. En dat is te lang volgens andere commissies, zoals expertisecentrum voor dierenwelzijn EURCAW.
Tijdens de overtocht van Ierland naar Nederland krijgen de dieren dertig uur niets. Die hele route is vastgelegd door drie dierenwelzijnsorganisaties: L214 uit Frankrijk, Ethical Farming Ireland en het Nederlandse Eyes on Animals. Hun beelden, waaruit blijkt dat de dieren bij aankomst worden geslagen met stokken en peddels, werden door Zembla uitgezonden.
‘Onrechtmatigheden’
De zaak was vorige maand, zo schrijft Dier&Recht in een persbericht, nog in behandeling bij de rechter. Daarbij gaf VanDrie Group, terwijl het dit „eerder ontkende, [ditmaal ] toe dat het de transporten van Ierland naar Nederland zelf organiseert”. Dier&Recht hoopte op een uitspraak, maar de rechter verwees de zaak door naar „een bestuursrechtelijk handhavingstraject”. Dier&Recht schrijft „te blijven doorvechten voor deze kwetsbare kalfjes”.
VanDrie Group heeft na de bezetting van 269 Libération Animale medewerkers geïnstrueerd niet te reageren op vragen. Wel hebben ze een statement online geplaatst: „Meerdere van onze bedrijven [zijn] bezocht door actievoerders waarbij onrechtmatigheden hebben plaatsgevonden. Deze onrechtmatigheden keuren wij af.” Ze houden zich „vanzelfsprekend aan alle geldende wet- en regelgeving”. Daarbij staan „diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid” centraal.
Lees ook
‘Zie je een robot het vlees net zo netjes afsnijden als ik doe?’
De Chinese minister Wang Yi van Buitenlandse Zaken gaf vorige week een zeldzaam inkijkje in de manier waarop Beijing de oorlog in Oekraïne en de mondiale machtsverhoudingen inschat. China heeft geen belang bij een snel einde van de oorlog, zo werd duidelijk bij zijn recente bezoek in Brussel.
Wang was daar om een China-EU-top voor te bereiden die voor eind deze maand gepland is. Hij heeft decennialange diplomatieke ervaring en is – voor de tweede keer in zijn carrière – minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens zijn bezoek sprak hij met de voorzitter van de Europese Raad António Costa, met Commissievoorzitter Ursula von der Leyen én met EU-buitenlandchef Kaja Kallas.
Wang zou aan Kallas hebben duidelijk gemaakt dat het in het voordeel van China is dat de oorlog in Oekraïne voortduurt omdat die de Verenigde Staten belemmert zich voluit op Azië te richten, wat nadelig zou zijn voor Beijing. Vanuit Chinees perspectief houdt Poetins Oekraïne-oorlog de VS gebonden aan Europa. De analyse van Wang werd voor het eerst gemeld door de South China Morning Post en later door Brusselse bronnen aan NRC bevestigd. Formeel heeft China van meet af aan uitdrukkelijk gesteld dat het geen partij is in de oorlog in Oekraïne en aangedrongen op beëindiging van de gevechten.
Bevriende landen
Het Westen probeert al sinds de grootschalige Russische invasie via Beijing invloed uit te oefenen op Moskou. Daarnaast volgt het Westen met argusogen in hoeverre China Rusland steunt. China zegt dat het geen wapens levert aan Rusland, maar heeft ook keer op keer de goede banden met Rusland onderstreept. Xi en Poetin etaleren graag hun warme vriendschap met bezoekjes over en weer. De handel met China is voor Rusland van groot belang en ook al levert China geen wapensystemen, het Westen vermoedt wel dat de levering van Chinese onderdelen en machines van belang is voor de Russische oorlogsindustrie.
Het is weliswaar ongewoon voor Beijing om zich onverbloemd uit te laten over strategische overwegingen, maar het is niet vreemd dat China hoopt dat de VS nog een tijdje hun handen vol hebben aan Europa. Het Witte Huis van Donald Trump heeft immers herhaaldelijk laten weten dat China de grote uitdaging is, dat de VS het liefst af willen van de kostbare steun aan Oekraïne en dat Europa voor de eigen conventionele verdediging moet gaan zorgen omdat Amerikaanse militairen en middelen in Azië nodig zijn.
De oorlog in Oekraïne geldt in zekere zin als een testcase voor een Chinese aanval op Taiwan
NAVO-chef Mark Rutte wijst al maanden op de mondiale repercussies van de oorlog in Oekraïne omdat Rusland hulp krijgt van Iran, Noord-Korea én China. Iran en Noord-Korea worden door Moskou voor hun steun betaald, aldus Rutte, met geld en/of technologie. Rusland, zo is de boodschap, maakt de vijanden van de Verenigde Staten sterker.
In een vraaggesprek met The New York Times van afgelopen weekend wees Rutte ook op de hechte band tussen China en Rusland. Rutte schetste een scenario waarin China Taiwan zal aanvallen, en dan eerst Rusland zal vragen om de NAVO binnen te vallen zodat het voor de VS en Europa moeilijker is om Taiwan te hulp te schieten.
Rutte, in zijn kenmerkende losse stijl: „Er is steeds meer het besef, en laten we hier niet naïef over zijn: als Xi Jinping Taiwan zou aanvallen, dan zou hij eerst zijn junior partner, Vladimir Vladimirovitsj Poetin, woonachtig te Moskou, bellen en zeggen: ‘Hey, ik ga dit doen en jij moet ze in Europa bezighouden door NAVO-grondgebied aan te vallen.’”
Om dit scenario te voorkomen, stelt Rutte, moet de NAVO zo sterk zijn dat Rusland het niet in zijn hoofd zal halen het bondgenootschap aan te vallen. Tegelijk moet de NAVO samenwerken met bevriende landen in de Indo-Pacific, zoals Japan, Zuid-Korea en Australië.
De oorlog in Oekraïne geldt in zekere zin als testcase voor een Chinese aanval op Taiwan. De reactie van de wereldgemeenschap op de Russische aanval op Oekraïne geeft China, zo luidt de redenering, een indicatie van wat de reactie op een inname van Taiwan zou zijn, een zelfstandig bestuurd eiland dat Beijing ziet als onvervreemdbaar deel van China.
Wrijvingen
De ontmoeting tussen Wang en Kallas in Brussel duurde vier uur. De voorbereidingen voor de topontmoeting eind deze maand, waar ook het vijftigjarig jubileum van diplomatieke betrekkingen tussen de EU en China gemarkeerd moet worden, lopen niet soepel. Via persbureau Bloomberg lekte vorige week uit dat de ontmoeting op Chinees aandringen wordt teruggeschroefd van twee dagen tot één dag.
Kallas onderstreepte in het gesprek dat de steun die Chinese bedrijven leveren aan Rusland een bedreiging vormt voor de veiligheid in Europa. Ze deed, naar eigen zeggen, een beroep op China om onmiddellijk alle steun aan het militair-industrieel complex in Rusland te staken. In plaats daarvan zou China een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren en een vrede conform VN-uitgangspunten (onafhankelijkheid, territoriale integriteit en soevereiniteit) moeten steunen.
Naast fricties over Oekraïne, en de gebruikelijke wrijvingen over handel en mensenrechten, is ook klimaat een splijtzwam. China wil de topontmoeting graag gebruiken om Chinese inspanningen voor het klimaat in een goed daglicht te stellen. Zo wil Beijing dat er een gezamenlijke China-EU-verklaring over klimaat wordt ondertekend. Brussel houdt dat vooralsnog af omdat China meer ambitie moet laten zien als het gaat om het terugdringen van broeikasgas.
Ik vond het altijd een pathetisch gebaar. Peter Fonda die in een van de eerste scènes van Easy Rider (1969) zijn Harley stopt, zijn horloge van zijn pols haalt en het op straat gooit. En dan samen met Dennis Hopper de wenkende verte in rijdt, verlost van die knellende band van de burgermaatschappij.
Onlangs zag ik die scène nog een keer, en nu zag ik welke tijd dat horloge aangeeft als het op de grond ligt: zeven over half twaalf. En opeens voelde ik me iets meer betrokken bij die twee bikers, want ik zag die scène op precies hetzelfde moment, óók om zeven over half twaalf.
Dat was geen toeval, want ik keek naar het verbluffende meesterwerk The Clock van videokunstenaar Christian Marclay. Het is een film die 24 uur duurt, en geheel bestaat uit duizenden korte speelfilmfragmenten waarin een klok voorkomt, of een wekker, of iemand die op zijn horloge kijkt en zegt: het is kwart over tien. En die tijdstippen lopen synchroon met de werkelijke tijd, 24 uur lang. Als Harold Lloyd om kwart voor drie aan de grote wijzer van die klok in Los Angeles hangt, is het ook kwart voor drie voor de toeschouwers.
Marclay laat de fragmenten soepel op elkaar aansluiten. Als het ene fragment eindigt met een deur die opengaat, gaat er in het volgende fragment meestal een deur dicht. Als een scène eindigt met een rinkelende telefoon, wordt die vaak in de volgende scène opgenomen. Ook de soundtrack is aangepast, de filmgeluiden lopen vloeiend van de ene naar de andere scène door. Dat alles maakt The Clock tot een continu en verslavend spektakel dat bij elke vertoning drommen bezoekers trekt.
Wijzerplaat
The Clock dateert van 2010 en is op gezette tijden in zijn volle lengte te zien. Onlangs was dat in Stuttgart. In een donkere zaal in het glazen Kunstmuseum keken de toeschouwers gefascineerd naar de voortrollende beelden. Soms twee, soms drie uur lang. Dan gingen we even weg om wat te eten of te drinken, en daarna sloten we zo snel mogelijk weer aan bij de rij die voor de zaal stond, om de volgende drie uur mee te maken.
Toen het buiten donker werd, ging het ook schemeren in de film. Mensen die thuiskomen van hun werk, de avondmaaltijd, kinderen die naar bed gaan. Toen de nacht aanbrak, werd het ook nacht in de film. Cafés, bars, hotels, verlaten straten, inbrekers, gangsters, minnaars. ’s Ochtends werd het licht en de mensen in de films gingen naar hun werk. Overdag gebeurden alle dingen die je je kunt voorstellen. Ruzies, aanrijdingen, iemand die koffie drinkt, een rechtszaak die begint, een man op een luchthaven. En altijd in beeld: een klok, een horloge of een digitaal instrument. Meestal staan die in het middelpunt van de handeling, maar het gebeurt ook wel dat er een klok aan de muur hangt die toevallig half een aanwijst en geen rol speelt in de scène. Maar als kijker van The Clock merk je hem wel meteen op. Voortdurend keken we naar mensen die een tiental seconden onze tijdgenoten waren.
The Clock gaat natuurlijk over film, en over de dramatische mogelijkheden die bewegende wijzers en een wijzerplaat nu eenmaal bieden: de spanning of de trein op tijd komt, of de bom die James Bond heeft geplaatst ook werkelijk afgaat, en of de man met wie Lee Van Cleef gaat duelleren op het afgesproken tijdstip komt opdagen. Voor filmliefhebbers is het een feest, je zit voortdurend te denken: dat is Hugh Grant, die daar om kwart voor elf door drie wekkers wakker wordt gemaakt, maar in welke film was dat ook alweer? Op wie wacht Meryl Streep om vier over zes op dat station? En waar is Oliver Hardy als Stan Laurel met een kolenschep een almaar door tingelende pendule tot zwijgen brengt?
Foto China News Service
Maar The Clock gaat ook over tijd, en dagenlang kun je geen klok horen en geen wijzerplaat zien of je denkt: ja, tijd. Wat is dat eigenlijk? Bestaat er wel tijd?
Zandlopers en tandwielen
Zestienhonderd jaar geleden stelde Augustinus die vragen ook al. Het verleden is er niet meer, schrijft hij in zijn Belijdenissen (398 na Chr.), de toekomst is er nog niet, en als je er goed over nadenkt, bestaat de tegenwoordige tijd ook niet, immers „de enige reden van zijn bestaan is het feit, dat hij niet kan blijven”. En hoe kan iets dat niet kan blijven, toch bestaan? Augustinus vraagt het aan God, maar omdat God niet antwoordt, komt hij uiteindelijk zelf met de oplossing: tijd bestaat in de geest. In ons geheugen, en in onze verwachtingen. We herinneren ons allerlei gebeurtenissen, voorzien weer andere en weten nog hoe lang iets duurde. Augustinus zegt het zo: „In u, mijn ziel, meet ik de tijd.”
Terug in Nederland bezocht ik in het Designmuseum in Den Bosch de tentoonstelling Alle tijd van de wereld. Er zijn ook daar vooral uurwerken te zien, oude kerkklokken, dure polshorloges, maar ook een digitale tijdmeter. De tentoonstelling gaat over de manieren waarop mensen ‘grip proberen te krijgen op de tijd’. Als je net in je Augustinus hebt zitten bladeren, denk je opeens: kan dat dan? En kan dat met een klok? Is tijd iets wat weliswaar moeilijk waarneembaar is, maar toch bestaat en meetbaar is, zoals radioactieve straling, of het CO2-gehalte van de atmosfeer?
Daar krijg je in Den Bosch geen antwoord op. Dat is de tentoonstellingsmakers maar gedeeltelijk aan te rekenen, want ze laten alleen maar zien hoe de mensheid na Augustinus heeft geprobeerd de tijdmeting te verhuizen, van de ziel naar zandlopers, tandwielen en wijzers. Nu hebben we de atoomklok, een instrument dat weergaloos nauwkeurig is. Maar wat meet de atoomklok? De tijd? Nee, de atoomklok producéért iets: de seconde. Een eenheid die de mensen zelf hebben bedacht en die alle andere klokken op de voet volgen.
Omloopsnelheid
Dat is het voorlopige eindpunt in een ontwikkeling waarin de samenleving ingewikkelder werd en de mensen gedwongen werden hun handelingen steeds fijner op elkaar af te stemmen. Als je kinderen opvoedt, is een belangrijk onderdeel daarvan dat je ze leert dat er bij eten, slapen en school speciale configuraties van de grote en de kleine wijzer horen. Dat leerproces neemt jaren in beslag, maar het leidt ertoe dat de meeste mensen niet langer hun ziel, maar de kloktijd als maatstaf nemen. En dat ze niet gaan eten of gaan slapen als ze hongerig of moe zijn, maar eerst op hun horloge kijken of het daar al tijd voor is. En uiteindelijk krijgen ze honger als het half twee is, en worden ze wakker net voordat de wekker gaat. Ze hebben grip op de tijd, maar de tijd ook op hen.
Een ander resultaat van dat leerproces is het idee dat tijd een stroom is die onafhankelijk van de mensen altijd maar doorgaat en die zijn dwingende invloed doet gelden op alles en iedereen. Je hebt niet eens Einsteins relativiteitstheorie nodig om de beperkingen van dat idee te zien. De Brits-Duitse socioloog Norbert Elias wijst er in zijn boek Een essay over tijd (1982) op dat de klok een heel merkwaardig meetinstrument is. Want hij beweegt! En wat meet je ermee? Een andere beweging – zoals de omloopsnelheid van de aarde om de zon, de veranderingen in een koolstofatoom of het groeien en uiteenvallen van de cellen in een menselijk lichaam. Tijd is het vergelijken van twee bewegingen, zegt Elias, waarvan er één – het tikken van de klok – is gestandaardiseerd.
Elias was geen natuurkundige, maar zijn theorie over tijd komt dicht bij theorieën uit de quantummechanica. We hebben de tijd niet nodig om de wereld te begrijpen, zegt quantumfysicus Carlo Rovelli in zijn prachtige boek Het mysterie van de tijd (2017). We hoeven alleen te weten „hoe de dingen die we in de wereld zien veranderen ten opzichte van elkáár veranderen”.
De pure duur
En daarom is een klok zo handig. De ene beweging – die van de klok – houdt iedereen in de gaten en je eigen bewegingen stem je daarop af. Daarom kon Humphrey Bogart om vijf uur met Ingrid Bergman op Gare du Nord afspreken. Dat Bergman niet komt opdagen, en dat hij haar pas veel later in Casablanca terugziet, is triest voor hem, maar voor de film een uitkomst. Zo’n tijdstip is ook onontbeerlijk als je een ultimatum wil stellen, zoals de atoomgeleerde die in Seven Days to Noon dreigt zondag om twaalf uur Londen van de kaart te vegen.
In het gewone leven kunnen we ook moeilijk zonder tijdstippen. Kinderen gaan om half negen naar school, om vijf uur houden de meeste mensen op met hun werk en om acht uur ’s avonds is het televisiejournaal. Die schema’s kunnen beknellend zijn. Dat vond Peter Fonda al toen hij zijn horloge weggooide, en in The Clock zijn daar meer voorbeelden van te zien. Charlie Chaplin is in Modern Times een bekend geval van iemand die gek wordt van de tijdsdruk. Ik zag ook een paar in woede weggeworpen wekkers, een man die zijn horloge vertrapt, een exploderende klok, en je hebt natuurlijk Orson Welles die in The Stranger om twaalf uur ’s nachts door een metalen ridder uit een klokkenspel aan zijn lans wordt gespietst.
‘The Clock’ tijdens een vertoning in Venetië, in juni 2011. Foto Marco Secchi/Getty Images)
Is er aan die beknelling te ontkomen? Kun je je bevrijden van de grip van de tijd? In haar boek Stil de Tijd (uit 2009, ook opgenomen in haar recente bundel Tijd is Hoop) onderscheidt filosoof Joke Hermsen twee soorten tijd. De kloktijd, dat is de tijd van de samenleving. En dan is er volgens Hermsen, die zich vooral baseert op ‘de pure duur’ van de Franse filosoof Henri Bergson, ook een tijd die in onszelf ligt opgeslagen. Een tijd die „vele malen waardevoller voor ons leven is dan de kloktijd”. Het is een tijd „die ons kan bevrijden van het economisch juk van de klok”, een tijd die niet als de kloktijd kan worden opgedeeld in een tikkende secondewijzer, maar die de „werkelijke tijd” is, die we innerlijk beleven. Het klinkt buitengewoon sympathiek. Maar wat is dat precies, die innerlijke, werkelijke tijd? Die pure duur?
Was het wat Peter Fonda voelde toen hij zijn horloge weggooide? Dat lijkt me toch niet, ik denk dat hij, net als Charlie Chaplin, vooral uit verzet handelde. Misschien hebben die twee bikers de pure duur ervaren toen ze verderop in de film aan een langdradige lsd-trip begonnen, maar dat zal Hermsen niet bedoeld hebben. Het gaat haar weliswaar om een ontsnapping aan het regime van de kloktijd, zoals wanneer we overrompeld worden door een intense ervaring, of wanneer we door diepe concentratie in een ‘flow’ zijn geraakt, maar ze heeft daarbij niet het gebruik van psychedelica op het oog.
En hoe zit het met Paul Newman? De held van al die prachtfilms uit de jaren zestig en zeventig is in Paris Blues een jazzmuzikant die in Parijs is neergestreken en daar een vriendinnetje (Joanne Woodward) heeft opgedaan. In het fragment uit The Clock komt Woodward op een ochtend zijn rommelige appartement binnen. Newman ligt nog in bed. Ze maakt hem wakker, Newman gaat op de rand van zijn bed zitten, wrijft zich de slaap uit zijn ogen en vraagt hoe laat het is. „Kwart over elf”, zegt ze. Onmiddellijk kruipt Newman weer tussen de lakens.
Waarom deed hij dat? Was zijn innerlijke, werkelijke tijd nog niet toe aan de nieuwe dag? Bevrijdde hij zich van het juk van de kloktijd toen hij de dekens over zich heentrok? Het lijkt me niet waarschijnlijk. Ik denk dat hij even rekende en dacht: „Kwart over elf? Dan mag een jazzmuzikant die tot vier uur ’s nachts heeft doorgespeeld zich best nog even omdraaien.”
Zodat je na een etmaal kijken naar The Clock in ieder geval tot één conclusie komt: hoe waardevol en werkelijk de pure duur misschien ook is, hij is erg lastig te verfilmen.
De tentoonstelling Alle tijd van de wereld is tot en met 24 augustus te zien in het Design Museum in Den Bosch.