Het Midden-Oosten kijkt niet op van een bomexplosie of raketaanval meer of minder. Maar Amerikaanse aanvallen op liefst 121 verschillende doelen binnen één weekend in drie verschillende landen – Irak, Syrië en Jemen – is zelfs voor deze regio uitzonderlijk veel. Daarbij zijn dan de aanhoudende strijd tussen Israël en Hamas in de Gazastrook en de beschietingen tussen Israël en het Libanese Hezbollah nog buiten beschouwing gelaten.
Ook landen in de regio die nog buiten schot blijven, beginnen zich zorgen te maken. „Zulke acties brengen de veiligheid en stabiliteit van de regio in gevaar en compromitteren pogingen om geweld en extremisme aan te pakken”, verklaarde Badr bin Hamad bin Hamoud Al-Busaidi, de minister van Buitenlandse Zaken van Oman, in reactie op de aanvallen van de VS in Syrië en Irak van vrijdagavond.
Lees ook
Met vertraagde, maar ‘robuuste’ vergeldingsactie voert Biden een balanceeract uit
Dat was nog voordat de Amerikanen en de Britten 36 aanvallen uitvoerden op de Houthi’s in Jemen, een buurland van de minister. Volgens bewoners stonden gebouwen in de hoofdstad Sanaa te schudden op hun grondvesten als gevolg van de bombardementen. Woordvoerders van de Houthi’s, die het grootste deel van Jemen in handen hebben, noemden de aanvallen de zwaarste tot nu toe. Het is niet duidelijk of er ook slachtoffers bij vielen.
Solidariteit
Sinds 12 januari voeren de Amerikanen, Britten en enkele bondgenoten, waaronder Nederland, aanvallen uit op raketlanceerplaatsen van de Houthi’s ter vergelding van hun aanvallen op passerende buitenlandse koopvaardijschepen. De Houthi’s willen daarmee solidariteit tonen met Hamas in zijn oorlog met Israël in de Gazastrook. Hiermee hopen ze bovendien hun populariteit op te krikken bij de bevolking.
Erg onder de indruk toonden de Houthi’s zich zondag – net als na eerdere aanvallen van de VS en hun bondgenoten – niet. „Deze aanvallen zullen ons niet afschrikken van onze ethische, religieuze en humanitaire opvatting en we blijven het veerkrachtige Palestijnse volk in de Gazastrook steunen”, aldus woordvoerder Yahya Sarea. Enkele uren na de aanvallen probeerden de Houthi’s alweer opnieuw een antischeepsraket in stelling te brengen, wat de Amerikanen verijdelden met een nieuwe aanval.
Of de Amerikaanse vergeldingsaanvallen op pro-Iraanse milities in Irak en Syrië meer effecten zullen hebben, is al even twijfelachtig. Bij de begrafenis zondag in Bagdad van zestien leden van Hashed al-Shaabi, een van de door Amerikaanse bommen getroffen pro-Iraanse milities, waarschuwde Faleh al-Fayyad, de leider van de organisatie: „Wie Hashed al-Shaabi in het vizier neemt, speelt met vuur.” Hij spoorde de Amerikanen aan het Midden-Oosten zo snel mogelijk te verlaten.
Lees ook
De Gaza-oorlog zet het hele Midden-Oosten op scherp
Hashed en andere milities maken deel uit van wat Iran omschrijft als de ‘As van Verzet’, een losse alliantie van anti-Amerikaanse en anti-Israëlische groepen die Teheran door de jaren heen heeft gecreëerd in het Midden-Oosten. Ook Hamas, Hezbollah en de Houthi’s worden hiertoe gerekend. Van tijd tot tijd vallen ze Amerikaanse troepen aan in de hoop dat de VS uiteindelijk uit het Midden-Oosten vertrekken. Zo zou Iran nadien zijn invloed in de regio verder kunnen vergroten.
Vaagheid
Hoewel Iran de verschillende milities steunt en van wapens voorziet, is onduidelijk in hoeverre Teheran ook de besluitvorming van de milities bepaalt. Deze vaagheid past Iran. Het kan zo volhouden dat het niet direct is bij acties betrokken, die de VS of hun bondgenoten irriteren. Voor een grote, directe oorlog met de VS schrikt Iran volgens de meeste analisten terug. Maar evenmin valt uit te sluiten dat sommige milities soms handelen tegen de wensen van Teheran in.
Iran zelf heeft de jongste Amerikaanse aanvallen op Irak en Syrië veroordeeld en analisten wijzen erop dat het ook geen nieuwe dreigementen met tegenaanvallen liet horen. De afgelopen dagen leek Teheran bovendien de pro-Iraanse milities te hebben gewaarschuwd zich voorlopig kalm te houden. Kataib Hezbollah, de groep die volgens de VS achter de aanval zat op een basis in Jordanië waarbij drie Amerikaanse militairen omkwamen, beloofde dinsdag al plechtig de Amerikanen niet opnieuw aan te vallen, volgens de militie omdat ze de Iraakse regering niet in verlegenheid wilde brengen.
Ook in Syrië leek Iran wat gas terug te nemen. Het persbureau Reuters meldde vorige week dat Iran volgens verschillende bronnen tientallen hoge officieren en middenkader van zijn Revolutionaire Garde had teruggetrokken uit Syrië. Die stap leek overigens vooral ingegeven door aanhoudende Israëlische dodelijke aanvallen op Iraanse functionarissen in Syrië de laatste weken. De bronnen voegden er aan toe dat hieruit niet kon worden geconcludeerd dat Iran zijn steun voor het bewind van president Assad voortaan zou staken.