De Amerikaanse oliereus ExxonMobil had vrijdag voordat het zijn jaarcijfers publiceerde al een eerste overwinning binnen. Twee activistische ‘groene’ aandeelhouders, het Nederlandse Follow This en de Amerikaanse vermogensbeheerder Arjuna Capital, trokken een speciale klimaatresolutie terug waarmee ze Exxon op de aandeelhoudersvergadering hadden willen dwingen sneller te verduurzamen. Exxon was vorige week naar de rechter gestapt om die resolutie van tafel te vegen, want deze twee beleggers streefden volgens het bedrijf een „extreme agenda” na. De dreigende juridische actie was kennelijk genoeg voor Follow This en Arjuna om terug te deinzen.
De jaarcijfers zelf stemden eveneens tot tevredenheid bij ExxonMobil. Het concern had wederom een topjaar achter de rug. ExxonMobil boekte 36 miljard dollar winst. Niet zo veel als tijdens het recordjaar 2022. Toen was de winst 55,7 miljard dollar, dankzij de extreme energieprijzen als gevolg van de wereldwijde energiecrisis. Maar toch het tweede beste resultaat in ruim een decennium. De financieel directeur sprak van „een geweldig eind van een geweldig jaar”.
Bij een andere Amerikaanse oliereus, Chevron, waren ze vrijdag ook in hun nopjes met de winst over 2023. Die kwam uit op 21,4 miljard dollar – het op een na beste resultaat sinds 2013. Volgende week publiceren ook de laatste grote westerse oliebedrijven hun cijfers, het Britse BP en het Franse TotalEnergies. Ook die koersen af op uitstekende resultaten. Met dank aan de nog altijd gunstige olie- en gasprijzen. En hun onverminderde inzet op fossiele energie.
‘Verdiencapaciteit’
Bij de critici van de fossiele bedrijven versterkt dit het beeld van ondernemingen die vooral op geld uit zijn en ondertussen de aarde vernietigen. Greenpeace lanceerde donderdag een campagne met als titel ‘Their profit, your loss’ (hun winst, jouw verlies). Op sociale media verspreidde het gefotoshopte plaatjes van onder anderen een juichende baas van Exxon met daaronder een wanhopige man die tussen verschroeide bomen staat in een door bosbranden getroffen gebied.
Toch zijn er wel wat verschillen tussen de oliebedrijven, als het gaat om die klimaatimpact. Shell zet, anders dan Exxon en Chevron bijvoorbeeld, veel meer in op (vloeibaar) gas. Dat is in ieder geval een iets schonere fossiele brandstof dan olie. Exxon en Chevron gaan juist vol op het olie-orgel. Ze anticiperen inmiddels erop dat de wereldwijde olievraag veel langer blijft stijgen dan de meeste experts denken en voeren komende tijd hun productie op. Exxon wil over drie jaar bijna twee keer zo veel olie oppompen als nu. Bij Shell lijkt het plan eerder om de productie op peil te houden.
Lees ook
2023 was wederom een uitstekend jaar voor Shell. Lng bleek een gouden gok voor het bedrijf
Ook als het om hernieuwbare energie en verduurzaming gaat, liggen de Amerikaanse oliebedrijven een stuk(je) achter op Shell en de andere Europese spelers. Exxon heeft bijvoorbeeld niet eens doelen om emissies die vrijkomen als klanten zijn brandstoffen gebruiken, te verlagen.
Je kunt twisten over de precieze cijfertjes – oliebedrijven zijn meesters in het labelen van allerlei soorten projecten en activiteiten als ‘groen’ – ook als dat groene gehalte eigenlijk wel meevalt. Maar het totaalpakket van ‘duurzame’ investeringen lijkt bij Shell, BP en Total ook iets uitgebreider dan bij Chevron en Exxon. Exxon zegt de komende vier jaar 20 miljard dollar te gaan investeren in zogeheten ‘low carbon’ technologieën (koolstofarmere kerosine bijvoorbeeld). Shell investeert de komende twee jaar 10 tot 15 miljard dollar in dezelfde technologieën. Dat lijkt hetzelfde, maar op de totale ‘verdiencapaciteit’ is het meer: Exxons omzet was vorig jaar 344 miljard dollar, die van Shell 316.
Maximum
Juist vanwege die verschillen lijken beleggers Shell momenteel iets minder aantrekkelijk te vinden dan Exxon en Chevron. Duurzame investeringen renderen nu namelijk vaak minder dan fossiele energie en vormen dus een ‘zwakte’ in hun ogen. Shell-topman Wael Sawan heeft zichzelf als missie gesteld om dat verschil in waardering snel ongedaan te maken en kijkt daarom kritischer naar ‘groen’.
Niet dat het ‘oliepad’ zonder problemen is. Chevron en Exxon deden vorig jaar beide gigantische overnames van kleinere concurrenten, maar politiek is daar weerstand tegen. De prominente Amerikaanse Democratische Senator Chuck Schumer vreest dat Exxon straks zo dominant wordt in de Amerikaanse olievoorziening, dat het de prijzen naar zijn hand kan zetten en consumenten geconfronteerd gaan worden met hogere prijzen aan de pomp. Over Exxons mega-overname van Pioneer, een schalieolieproducent in Texas, zei hij dat die „alle kenmerken heeft van schadelijke concurrentiebeperking”. De Amerikaanse mededingingsautoriteit onderzoekt de overname. Ook Chevrons mega-overname van Hess, een exploratiebedrijf, ligt onder dezelfde loep.
Exxon en Chevron zetten daarnaast in op grote olievelden voor de kust van Guyana, maar ook dat is risicoloos. Buurland Venezuela maakt ook aanspraak op de velden. In Californië, Chevrons thuisbasis, heeft de Democratische gouverneur een wet gemaakt waardoor de marge die oliebedrijven op raffinage mogen maken aan een maximum gebonden wordt. De bedrijven zouden burgers nu kaalplukken met excessieve prijzen. Chevron lobbyt uit alle macht tegen die wet, maar schreef recent alvast een paar miljard dollar af omdat installaties in de staat minder waard worden.
Lees ook
ExxonMobil maakt van Guyana het perfecte oliewingewest, maar heeft wel haast
Naar buiten toe zeggen de bedrijven zich geen enkele te zorgen maken over de ontwikkelingen. Maar ook zij lijken zich niet geheel verzekerd van de gunst van de aandeelhouder. Chevron kondigde vrijdag een dividendverhoging aan van 8 procent, twee keer zo veel als Shell donderdag al aankondigde. Exxon deed weliswaar niets, maar verhoogde het dividend vorig kwartaal nog.