N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oligarchen In zijn nieuwste boek beschrijft journalist Oliver Bullough hoe het Verenigd Koninkrijk al een halve eeuw de rode loper uitrolt voor superrijken – zonder te vragen hoe ze aan hun geld komen.
Voor de Britse journalist en auteur Oliver Bullough is 2022 een intens jaar geweest. De publicatie van zijn boek Butler to the World viel vrijwel samen met de inval van Oekraïne door Rusland, het land waar hij zeven jaar werkte als correspondent voor persbureau Reuters. Sinds de sancties tegen Moskou en beslaglegging op Britse bezittingen van Russische oligarchen rinkelde zijn telefoon non-stop. Iedereen wilde hem spreken over de illegale geldstromen van superrijken die al jarenlang via Londen lopen.
Bullough werd, als veel anderen, verrast door de Russische aanval. „It was so stupid! Maar achteraf had ik beter moeten weten. Als correspondent deed ik verslag van een andere zinloze oorlog van Poetin: in Tsjetsjenië. Hoe dan ook, nadat het boek was verschenen, wilde iedereen mij spreken: parlementariërs, beleidsmakers, journalisten. Het was geweldig, maar ook frustrerend. Waarom hadden ze niet eerder gebeld? Waar mijn boek over gaat, is dat de Britse houding ten opzichte van de superrijken moet veranderen. Over hoe ze aan hun rijkdom komen, werden – en worden – nauwelijks vragen gesteld. Ook niet aan de Russen.”
Het interview met Bullough vindt plaats via Zoom. Hij zit in zijn werkkamer in het plaatsje Hay-on-Wye, waar hij met zijn gezin woont. Hij draait even zijn laptop om het uitzicht te tonen: de diepgroene heuvels van Wales. Bullough (45) is terug op de plek waar hij opgroeide. Na een studie geschiedenis aan Oxford vertrok hij in 1999 naar Rusland, waar Poetin toen net aan de macht was. Terug in Londen schreef Bullough over financiële corruptie voor The Guardian en The New York Times. In 2018 verscheen zijn boek Moneyland, dat een bestseller werd, over de misdaad in Rusland en hoe het geld van oligarchen via schimmige routes in het Westen terechtkomt.
In zijn jongste boek, waarvan deze week de Nederlandse vertaling verschijnt, draait hij het perspectief om: hoe kan het dat het VK al decennia de rijksten der aarde met open armen ontvangt? Vanaf de jaren vijftig tuigden de Britten een financiële infrastructuur op om hen te bedienen: van brievenbusfirma’s op de Maagdeneilanden tot creatief meedenkende advocatenkantoren in de City, Londens financiële hart, en politici die zorgen dat de miljardairs toegang krijgen tot de Britse elite.
Op de dag van het interview, begin januari, is net bekend geworden dat Roman Abramovitsj, de Russische multimiljardair en ex-eigenaar van voetbalclub Chelsea, kort voor het begin van de oorlog in Oekraïne een tiental trusts op naam van zijn kinderen heeft laten zetten. Vermoedelijk via een offshorebedrijf op Cyprus. Bullough is verbaasd. „Dat hij dit begin februari al deed, is vreemd. Hier gaan we meer over horen. Maar ik zeg al langer: Abramovitsj is de slimste van de Russische oligarchen. Hij is erg handig.”
Vrijwel alle rijke Russen die in Londen zaten, zijn inmiddels vertrokken, vooral naar Turkije en Dubai, aldus Bullough. „Er is beslag gelegd op hun vermogens en eigendommen, dus hun financiële armslag is hier beperkt. Turkije is soepel met verlenen van paspoorten. De Russische jachten liggen nu voor de Turkse kust, of bij de Malediven. Sommige oligarchen hebben Maltese, Finse of Israëlische paspoorten. Het zijn mensen die altijd een plan B achter de hand hebben. En vermoedelijk is veel Russisch bezit, ook in het Verenigd Koninkrijk, nog niet getraceerd.”
Zijn de sancties tegen de oligarchen succesvol?
„Dat hangt af van het doel. Poetin stoppen? Dat is mislukt. Poetin en zijn vrienden hun geld ontnemen? Dus de Russische vermogens bevriezen, onderzoeken hoe die zijn vergaard, de schuldigen vervolgen, hun bezit confisqueren en met dit geld Oekraïne steunen? Ik zie geen signalen die hierop duiden. Er verandert weinig. De sancties creëren wel het beeld dat de westerse landen iets proberen – dat kun je een succes voor hen noemen.”
Welke maatregelen hebben de Britten zelf genomen?
„Ik geef een voorbeeld. Begin december arresteerde de Britse NCA [National Crime Agency] de Russische miljardair Mikhail Fridman. Alleen: de aanklacht is het omzeilen van sancties, niet de manier waarop hij zijn fortuin vergaarde. Fridman werd aangehouden door de Combating Kleptocracy Cell van de NCA, die in juli is opgezet [om toe te zien op naleving van de sancties]. Maar de NCA heeft al jaren een internationale onderzoeksafdeling tegen corruptie. Ik sprak dit najaar iemand in de NCA en vroeg: wat is het verschil tussen de oude en de nieuwe eenheid? Hij begon te lachen. Het komt erop neer dat de NCA een paar maanden wat extra geld krijgt. Er is dus geen fundamentele verandering in het Britse butlergedrag.”
Waar ligt dat aan?
„Je moet beseffen dat Groot-Brittannië een positief imago heeft; de democratie, de koninklijke familie, Harry Potter, noem maar op. Maar daarachter zit een amorele Britse butler die tot alles bereid is om rijke klanten tevreden te stellen. Boris Johnson en al die andere Conservatieve premiers die we dit jaar de revue zagen passeren, hebben allemaal Oekraïne gesteund en wapens gestuurd. Maar in de jaren ervoor faciliteerden ze de mensen die Oekraïne leegplunderden en het bewind in Kiev ondermijnden. En ze konden hun geld probleemloos naar Groot-Brittannië sluizen. Er zit dus een vreemde hypocrisie in wat de Britten doen. Eerst helpen we een land ziek maken, daarna proberen we dat te genezen.”
Heeft het butleren een partijpolitieke oorsprong?
„Nee. De Conservatieven en Labour deden het door de jaren heen allebei, en zeer consistent. Ze gaven beide geen prioriteit aan opsporing. Britse ambtenaren zijn goede mensen, maar hun werk is frustrerend. Ze werken jaren aan dossiers voor ze resultaten boeken, met structureel te weinig mensen, die slecht betaald worden. Op een bepaald moment denk je: waarom zou ik al die moeite doen voor een regering die er niet in gelooft en er geen geld in steekt? Dan kan ik beter voor [de bank] HSBC werken, want daar verdien ik twee keer zoveel. Het is een vicieuze cirkel van falende financiële misdaadbestrijding.”
Is Londen kritischer geworden tegenover oligarchen uit andere landen?
„Daar hoopte ik op – maar helaas is dat nauwelijks zo. Voor de oligarchen uit Kazachstan, Maleisië, Nigeria of Venezuela is niets veranderd. Over hun illegale geldstromen of hun Britse bezit worden geen vragen gesteld. Voor hen is het in Londen nog steeds business as usual. Iedereen in Groot-Brittannië weet dat er een nationale opsporingsdienst voor nodig is, zoals de FBI in de VS. Maar die gaan we onder deze regering niet krijgen. De economische situatie is te slecht. Dat is spijtig, want opsporen van financiële malversaties rendeert wel degelijk. De FBI toont aan dat je de kosten terugverdient via boetes die je op kan leggen aan banken en andere instellingen.”
Waarom wil de Brit de superrijke graag bedienen?
„Dat is interessant. Achter ieder verhaal zit een ander verhaal. Mijn boek begint met de Suezcrisis van 1956, toen het Britse Rijk definitief vastliep. Toen begon de transformatie naar een nieuw verdienmodel: financiële diensten bieden voor de rijken, ook als ze hun fortuin gestolen hebben. Als je verder terugkijkt, zie je dat de Britten tweehonderd jaar terug zelf oligarchen waren. Ze waren de kleptocraten van India: ze roofden rijkdommen en kochten in Londen een huis op Regent Square, waarmee ze toetraden tot de Britse elite. Net zoals de internationale oligarchie van vandaag.
„Nu ik erover nadenk: dit is een goed idee voor een boek. De geschiedenis van geld stelen en hiermee status verwerven, zoals Britse en Nederlandse piraten ooit deden met de Spanjaarden. Ik weet niet of de Nederlandse lezers dit leuk vinden, maar jullie geschiedenis lijkt op de onze. We hebben beide gestolen uit koloniën, en ook onze huidige economieën zijn soortgelijk. De postbusbedrijven op de Maagdeneilanden zie je ook op Curaçao. Het verschil is wel dat Nederland meer egalitair is. Wij Britten butleren beter, hahaha.”
Niemand weet hoelang de oorlog zal duren. Blijft Rusland daarna een geopolitieke paria?
„Deze oorlog is zo verwerpelijk dat je hoopt dat Rusland pas weer wordt toegelaten tot de internationale gemeenschap als ze herstelbetalingen hebben gedaan aan Oekraïne. Maar de geschiedenis leert ons dat Rusland vreselijke dingen doet en die het vervolgens worden vergeven. Kijk naar de oorlogen in Tsjetsjenië, Georgië en de aanslagen van de [veiligheidsdienst] FSB op Russen in Engeland: niemand in het Westen zat ermee. Een paar jaar na de moord op Aleksandr Litvinenko in 2006 gingen Britse diplomaten al naar Moskou om te praten over investeren. Duitsland en Groot-Brittannië hebben traditioneel sterke economische banden met Rusland, en je kunt verwachten dat die weer worden aangehaald.”
Ziet u uzelf ooit nog naar Rusland gaan?
„Ik vond het geweldig in Rusland, maar het is er nu te gevaarlijk. Poetin gijzelt westerlingen en ruilt die, zoals de Amerikaanse basketbalster Brittney Griner voor de Russische wapenhandelaar Viktor Bout. Dat was voor Poetin zeer gunstig. Dat risico wil ik niet lopen. Anderzijds: het is niet handig om dit te zeggen, maar ik hou van de Russische cultuur en de mensen. Dus ik ben verdrietig over wat er nu gebeurt. Rusland hoort bij Europa en het is triest dat Poetin die banden kapotmaakt en zich gedraagt als een monsterlijke tiran. En zijn mogelijke opvolgers zijn net zo erg. Daarom moeten Europese landen zich afvragen: in hoeverre hebben zij Poetin geholpen dit corrupte systeem op te bouwen? Poetin kreeg jaren financiële en politieke steun. Vooral van de Britten. Wij zijn medeschuldig aan het opbouwen van de kleptocratie van Poetin. En dat verhaal is de kern van mijn boek.”