Vlissingen krijgt geen slavernijmonument op de boulevard. De gemeenteraad van de Zeeuwse stad heeft donderdagavond tegen het voorstel voor zo’n monument gestemd, zo meldt Omroep Zeeland. Zeventien van de 25 gemeenteraadsleden wezen het voorstel af, onder meer omdat ze vonden dat draagvlak ontbreekt. De 50Plus-fractie sprak van „drammerig gedrag” van de initiatiefnemers, die vorig jaar een monument zonder toestemming op de boulevard plaatsten.
Kunstenaar Zeus Hoenderop en voormalig gemeenteraadslid en voorzitter van Keti Koti Zeeland, Angélique Duijndam, plaatsten vorig jaar een kunstwerk van een gouden kom op een zilverkleurige pilaar, met daaronder een scheepsketting. „De ketting is een metafoor voor de slaven die geketend waren, maar ook de schakels die ons allemaal verbinden”, zei Hoenderop destijds tegen de NOS. Het kunstwerk werd kort na plaatsing beklad. De burgemeester besloot het te verwijderen. Sindsdien staat het in het Maritiem Muzeeum Zeeland in Vlissingen. Hoenderop en Duijndam probeerden het kunstwerk via een burgerinitiatief alsnog op de boulevard geplaatst te krijgen.
‘Doodlopende straat’
Hoenderop noemt de uitkomst van de raadsvergadering vrijdag tegenover NRC „absurd” en „kleingeestig”. „De excuses die de gemeente Vlissingen vorig jaar gemaakt heeft voor het slavernijverleden betekenen helemaal niets”, concludeert hij. Volgens hem weigert Vlissingen verantwoordelijkheid voor de eigen rol in het slavernijverleden. „Premier Rutte heeft gezegd: ‘dit is geen punt maar een komma’. Nou, in Vlissingen is het een doodlopende straat”, aldus Hoenderop, die tijdens de vergadering „huilde zonder tranen”. Hij zegt dat er door het besluit „geen ruimte voor erkenning van de gedeelde geschiedenis” is.
Vlissingen speelde in de tweede helft van de achttiende eeuw een belangrijke rol in de trans-Atlantische slavenhandel, zo bleek in 2021 uit onderzoek in opdracht van de gemeente. Tussen 1750 en 1780 vertrokken vanuit de stad zo’n zestigduizend Afrikaanse tot slaaf gemaakten vanaf de boulevard, waar de initiatiefnemers het monument wilden plaatsen. Volgens de onderzoekers was de Scheldestad daarmee „koploper” in Nederland en was ongeveer een kwart van de lokale economie verbonden met de slavenhandel.
Lees ook
Gaat ‘hoofdstad van de Nederlandse slavenhandel’ Vlissingen excuses aanbieden? ‘Het is een heikel punt hier’
