Street Fighter 6, Mortal Kombat 1, en nu Tekken 8: liefhebbers van vechtspellen hebben de afgelopen twaalf maanden goed gegeten, zoals ze het online zouden zeggen. De klassieke fighters moderniseren goed, al doet de één het doortastender dan de anderen. Hekkensluiter Tekken mag halverwege de top drie worden geplaatst, met aan de ene kant een wat teleurstellend afgeraffelde verhaalmodus en aan de andere een zeer degelijk, energiek vechtsysteem vol markante personages.
Het verhaal is een raar niemendalletje, zowel te simplistisch als bijna onnavolgbaar onsamenhangend. Serieheld Jin raakt zijn demonische alterego kwijt, en zijn eveneens deels demonische vader/aartsvijand Kazuya grijpt zijn kans om de wereld over te nemen. Daar hoort natuurlijk een toernooi tussen de beste vechtersbazen van de hele wereld bij – de prijs is een plek bovenaan de internationale rangorde. Jin moet zo veel mogelijk gevechten winnen en zo zijn demonische kracht weer tot leven wekken.
Bizarre onsamenhangendheid
In de praktijk valt Tekken hier al snel uiteen in een eindeloze reeks bekende en nieuwe gezichten, die even een paar bedreigende dan wel opbeurende woorden spreken en daarna weglopen. Misschien wel een derde van dit twee tot drie uur durende verhaal gaat op aan eindeloze duels tussen vader en zoon, die er na de vijfde keer niet spannender op worden.
Toch is het lastig om Tekken 8 daarop af te straffen: de bizarre onsamenhangendheid is stiekem deel van de charme van het genre. Waar vind je anders een scène waarin een vrouwelijke Peruaanse MMA-bokser op het slagveld een vrolijk bedreigende conversatie over haar koffieboerderij aanzwengelt met een verdwaasde nonbinaire Duitse puber? (Vanzelfsprekend spreekt zij in deze scène Spaans en die Duits, en begrijpen ze elkaar zonder inmenging van vertaalsoftware.)
Naast de verhaalmodus is er nu ook een soort ‘verhaal-light’, onder de naam Arcade. Hierin volg je niet het verhaal van de personages, maar van een groep Tekken-fanaten die willen meedoen aan een groot toernooi. Schattig, en een gemakkelijke manier om extra punten te verdienen voor cosmetische toevoegingen als jurken en sneakers – het maakt de korte ‘echte’ verhaalmodus wat verteerbaarder.
Offensieve bijsmaak
Het vechtsysteem houdt het wijselijk simpel in vergelijking met de competitie. Dit deel voegt alleen wat extra bewegingen toe, en een ‘Heat’ systeem waarmee je je schoppen en stompen één keer per gevecht extra kracht kan geven. Het geeft deze game ten opzichte van de concurrent een heerlijk offensieve bijsmaak – het is niet de bedoeling om teveel in de verdediging te zitten. Ben je niet de grootste Tekken-veteraan ter wereld, dan bieden de basisvechtcombinaties toch meer dan genoeg plezier én ruimte om te leren en beter te worden; voor wie meer wil, is er diepgang genoeg te vinden met onder andere de nieuwe Tornado-klappen.
Eigenlijk is charme de grote kracht van Tekken 8. De cast van zo’n 32 personages biedt ruime variatie, en een deel van de lol zijn hun interacties, die vaak aan het begin van potjes worden uitgemeten – zo vecht diezelfde koffieboerin een vete uit met een thee-minnende dame uit Monaco op een veld vol alpaca’s. En visueel spettert de game met prachtige locaties en kleurrijk design.
Het is, kortom, gewoon leuk om naar deze mensen te kijken én het gevecht met ze aan te gaan. Veel meer poespas heeft een vechtgame ook niet nodig. Of zoals koffieprinses Azucena het zou zeggen: Vamos a divertirnos!