Ze willen eruit en wel meteen. In televisietoespraken die op de minuut waren gecoördineerd, hoorden de inwoners van Mali, Burkina Faso en Niger zondagmiddag dat hun landen zich „per direct” terugtrekken uit Ecowas, het West-Afrikaanse blok waarmee de militaire junta’s die hen leiden al maanden – en in het geval van Mali jaren – overhoop liggen. Daarmee worden de scheuren in de toch al instabiele Sahel steeds dieper.
In hun verklaringen beschuldigen de militairen het regionale blok ervan „onder invloed van buitenlandse mogendheden een bedreiging te zijn geworden voor zijn lidstaten”. Groot pijnpunt zijn de „illegale, onwettige, inhumane en onverantwoordelijke” sancties die hen na hun staatsgrepen in 2020 (Mali), 2022 (Burkina Faso) en 2023 (Niger) zijn opgelegd.
Zo werden grenzen gesloten, staatstegoeden bevroren en financiële transacties geblokkeerd, en haperde hun import: allemaal zaken die het blok, dat tot nu toe vijftien landen verenigde, regelt. Vooral in Niger, dat onder meer voor zijn stroom afhankelijk is van buurland Nigeria, of voor de aanvoer van voedsel en medicijnen van Benin, zijn de gevolgen verwoestend gebleken voor de toch al zeer arme bevolking en zwakke economie.
Lees ook
Vrachtwagens met notenpasta voor ondervoede kinderen in Niger staan vast aan de grenzen
Tegelijk, wijzen de militairen, was Ecowas de grote afwezige in hun jarenlange strijd tegen aan Al-Qaida en IS gelieerde jihadisten die de Sahel steeds verder destabiliseren en wier opmars al duizenden levens kostte.
Wat er nu precies gaat gebeuren, is nog ongewis. Het ook door Mali, Burkina Faso en Niger ondertekende statuut van het regionale verbond schrijft voor dat landen die zich willen terugtrekken dat één jaar van tevoren moeten aangeven. In een eerste reactie zei het blok zondag „nog geen officieel bericht” van de drie landen te hebben ontvangen en open te blijven voor „onderhandelingen” om de „politieke impasse” te doorbreken.
Deze ‘Brexit in de Sahel’ is een mokerslag voor het blok, dat bijna vijftig jaar geleden werd opgericht om, net als in Europa, de economische integratie van lidstaten te bevorderen, onder meer met een vrij verkeer van goederen en personen. Tegelijkertijd werd Ecowas ook een belangrijke vredeshandhaver, die door sancties of in het uiterste geval het sturen van troepen de stabiliteit in de regio bewaakte.
Maar de laatste jaren raakte het verbond steeds verder verzwakt. Door staatshoofden die tegen de democratische principes van Ecowas in extra ambtstermijnen probeerden door te drukken, maar vooral door militairen die in het ene na het andere land de macht grepen. Op geen van beide wist het met een goed antwoord te komen. Zo moesten sancties de junta’s tot verkiezingen aanzetten, maar die graven zich steeds verder in.
De dubbele moraal die het blok eropna lijkt te houden – wel optreden tegen de militairen, niet tegen presidenten die zich vastklampen aan hun macht – heeft zijn geloofwaardigheid flink aangetast, vooral in Mali en Niger, waar duizenden mensen de straat op gingen uit protest tegen de sancties. Maar ook in andere West-Afrikaanse landen borrelt onvrede.
Militaire interventie
De breuk met de drie landen kondigde zich afgelopen zomer al aan. Nadat het blok onder leiding van een nieuwe voorzitter, de Nigeriaanse president Bola Tinubu, dreigde met een militaire interventie in Niger, verenigden de drie landen zich in wat zij de „Alliantie van Sahelstaten” noemen. Wat begon als een gezamenlijk militair front, is sindsdien verworden tot een politiek project met plannen voor eigen instituten en dromen van een eigen munt.
Lees ook
Militaire coupplegers in Sahel willen eigen blok vormen – met hulp van Rusland
Ecowas is daarbij de zoveelste in een steeds langer wordende rij die de deur wordt gewezen: eerder verbraken de drie al hun banden met oud-kolonisator Frankrijk, wiens militairen en ambassadeurs werden weggestuurd. Eveneens stapten Niger en Burkina Faso vorige maand uit de G5-Sahel: een militaire alliantie waartoe ook Tsjaad, Mauritanië en Mali behoorden. Dat laatste land trok zich eerder al terug vanwege Frankrijks betrokkenheid.
Hoewel een deel van hun bevolking de impact hiervan grotendeels ontgaat, vooral zij die ver van brandhaarden wonen, zal de terugtrekking uit Ecowas door iedere Malinees, Nigerees en Burkinabé worden gevoeld: vrachtwagens die straks vast komen te staan voor grensovergangen, uniforme douanetarieven die vervallen. En wat te denken van hun mogelijkheden om visumvrij te reizen of zich te vestigen in andere Ecowas-landen?
De grenzen tussen landen in deze regio zijn historisch poreus, zegt Aly Tounkara, hoofd van het Center for Security and Strategic Studies in the Sahel, telefonisch vanuit Bamako. Alles van families tot handelsrelaties is door het gebied verspreid. „Die nabijheid gaat het lastig maken voor Ecowas-landen om drastische maatregelen te nemen”, voorspelt Tounkara. „Ze weten dat hun eigen bevolking daar ook voor zal opdraaien.” Wat gaat dit bijvoorbeeld betekenen voor de paar miljoen Burkinabé die nu in Ivoorkust wonen, of de duizenden Malinezen in Senegal?
Nieuwe bondgenoten
De klap zal vooral economisch fors zijn. Geen van de drie landen ligt aan zee: voor de import van goederen zijn ze grotendeels aangewezen op havens in buurlanden – landen die lid zijn van Ecowas. Daarnaast delen Mali, Burkina Faso en Niger nu nog met vijf anderen een munt, de (ooit door Frankrijk opgelegde) West-Afrikaanse CFA Francs, en daarmee een gezamenlijke monetaire markt. Daar willen ze vanaf, maar gemakkelijk wordt dat niet.
De afgelopen maanden zijn de junta’s dan ook druk in de weer geweest nieuwe bondgenoten te vinden. Zo reisde de Nigerese premier Lamine Zeine deze weken van Rusland naar Iran, Turkije en Servië, en werden delegaties van de drie ook ontvangen in Marokko. Daar beloofde de koning zijn havens voor hen open te stellen. „Het is in moeilijke tijden je je echte vrienden herkent”, reageerde Niger.